Er hangt een waas over de heuvels in de verte.
Terwijl ze ons koffie brengt, vertelt Chanthal dat de mist hier in het najaar als een witte fleece over de vallei hangt waardoor je het gevoel hebt boven de wolken te wonen.
Leven als God in Frankrijk wordt zo wel heel levensecht.
Met een dergelijk uitzicht kan ik me inbeelden dat je de seizoenen echt beleeft.
We nemen dan ook ruim de tijd om te ontbijten vanochtend. En daar zit niet alleen de blik op oneindig voor iets tussen.

Voor de eerste keer deze reis krijgen we een kraakvers Frans ontbijt dat tot in de puntjes verzorgd is.
Naast de obligate croissants, brood en confituur zijn er ook chocoladebroodjes.
Chanthal maakte twee mooie ontbijtkommen met yoghurt, vers fruit en granola en er staan ook zacht gekookte eitjes op tafel naast uitnodigende bordjes met kaas en charcuterie.
Na het ontbijt rijden we naar de grootste stad in de directe omgeving: Cahors. Een naam als een klok. De potige wijn die hier gemaakt wordt, is ondertussen een stuk bekender dan het stadje in de meander van de rivier Lot waar de AOC-wijn zijn naam aan te danken heeft.
Deze stad ademt wijn. Op het plein François Mitterrand vind je niet alleen een stadstuin, maar ook een miniwijngaard. Overal waar het kan, vind je terrastafeltjes. Zelfs de lokale slager heeft een eigen terras waar je rustig kunt savoureren met zicht op de etalage die meer weg heeft van een wijnwinkel dan een slagerij.
‘Ik ga nog snel even langs bij boucher René’ is hier een illusie. Een intentie die zonder veel moeite een daguitstap wordt. Ik zie me hier wel wonen.
Aan wijnboetieks geen gebrek. En ook in de Halle de Cahors, een overdekte markt met lokale producten, gaat je vinologische hart stevig sneller slaan. De prachtige metalen dakconstructie met houtwerk zorgt ervoor dat je er altijd terecht kunt voor een glas na je dagelijkse inkopen, weer of geen weer. Op hete dagen als vandaag is het echter even goed vertoeven op een van de vele terrassen rond het gebouw.




We struinen door de oude binnenstad langs de vakwerkhuizen richting de Cathédrale Saint-Étienne, een eclectisch bouwwerk waar het Steen in Antwerpen niet voor moet onderdoen. Alleen de fonkelnieuwe Aldi tegen het monumentale gebouw ontbreekt, waarschijnlijk omdat de Lot niet echt geschikt is voor cruiseschepen.
De kathedraal is een mash-up van bouwstijlen: boven het romaanse schip prijken twee koepels die byzantijns ogen, de voorgevel heeft gotische elementen en het interieur is dan weer 18de-eeuws.
Naast de kathedraal ligt een verborgen parel: Le courtil des moines. Op deze ‘binnenplaats van de monniken’ is de tijd stil blijven staan. Groenten die in de middeleeuwen werden gegeten, groeien hier zorgeloos onder het toeziend oog van de heilige Etienne in bakken van gevlochten kastanjehout.
Het enige geluid in deze oase is het klikken van het sproeisysteem dat vanop een hoge paal het godengroen en uw dienaar beregent. Zalig fris.
We zoeken een plekje om te eten en belanden na wat omzwervingen op het terras van Pizza e vino.
De pizza’s die de andere gasten voor hun neus geschoven krijgen, zien er bijzonder smakelijk uit en een blik in de wijnboetiek-pizzeria belooft veel goeds. Meer dan 20 verschillende soorten wijn staan uitgestald. Daar zal zeker iets passends bij zitten.
We krijgen een tafeltje toegewezen aan de rand van het terras. Het duurt niet lang voor de garçon ons een menukaart toestopt.
Aan Italiaanse gerechten geen gebrek, maar de wijnsectie op de kaart is beperkt tot de huiswijn. Een kaart met suggestiewijnen is er niet. Als je zaak ‘e vino’ op de muur heeft hangen, verwacht je wel wat anders dan alleen maar huiswijn.
Wat je ook verwacht in een wijnboetiek-pizzeria zijn propere glazen. Maar ook dat blijkt een te hoge lat vanmiddag. De glazen zijn verweerd door het vele gebruik. Alsof ze een tweede leven hebben gekregen, na decennialang dienst te hebben gedaan op een kampplaats voor jeugdbewegingen.
Ik schreef het eerder al: als je wijn serveert, hoort dat in een proper glas.
Thuis gaan onze wijnglazen de vaatwasser in. Ik weet dat dat een beetje vloeken in de kerk is, maar bij ons gebeurt het. Als er hierdoor na een tijd tekenen van verval beginnen te dagen, vervangen we de glazen gewoon door nieuwe.
In de weekends en op vakantiedagen vinden onze 5 pubers steevast een takenlijstje op het aanrecht. Wie als eerste de ochtendlijke prut uit de ogen geveegd heeft, kan als eerste een keuze maken. Wie het langst in zijn nest ligt te stinken, heeft pech en krijgt het laatst overgebleven taakje. Zonder fout is dat de vaatwasser. Waarom onze pubers zo’n hekel hebben aan de vaatwasser, begrijp ik na al die jaren nog steeds niet. Een vaatwasser heeft iets magisch: je stopt er dingen vuil in en ze komen er proper terug uit. Tenminste als je weet hoe je het beste resultaat krijgt.
Wijnglazen krijgen al snel een aangeslagen rand als ze ietwat schuin in de vaatwasser staan. Daarom is het zaak om direct wanneer de vaatwasser enthousiast begint te fluiten als hij klaar is met zijn taak de glazen eruit te halen en met een doek nog even droog te strelen.
Een blik op de tafels naast ons leert me dat het weinig zin heeft om nieuwe glazen te bestellen, want we zouden alleen maar een andere tint van mat glas met rimpelkrassen krijgen.
Gelukkig zijn de pizza’s wel ok. Meer dan zelfs. De Quattro Stagioni en de Capri zijn mooi belegd en royaal in omvang.
De perfecte basis voor onze wijnproeverijen vanmiddag.
Ik klap net voor we vertrekken naar het eerste domein het tweede deel van de achterbank neer en begin de dozen te reshuffelen. Het staat zo stom wanneer je bij een wijnboer de dozen niet kunt inladen omdat er andere rommel in de weg zit.
De weg van Cahors naar Parnac is wonderlijk mooi. De Lot heeft er duizenden jaren over gedaan om een breed dal uit te slijten. Waze stuurt ons via kleine landwegen door het glooiende landschap dat bedekt is met eindeloze rijen wijnranken op de vele terrassen en hellingen.
We rijden de oprit van Chateau Armandière op. Het domein oogt dood en verlaten. Net wanneer we willen uitstappen, valt mijn oog op een papiertje tegen de deur: ‘Ni visite, ni dégustation’. Vreemd, want volgens hun website kun je hier steeds terecht voor een degustatie.
Anderzijds, het is de eerste keer tijdens deze wijntrip dat we voor een gesloten deur staan, terwijl we nergens vooraf gereserveerd hadden.
Niet getreurd, 10 minuten later arriveren we reeds bij Château Eugénie. Op het grote grasveld vooraan zijn de voorbereidingen van een groot feest aan de gang. Er wordt zelfs een podium opgebouwd. En dat in the middle of nowhere.
Het landgoed en ook het domein is genoemd naar betovergrootmoeder Eugénie. Maar de wijnbouwgeschiedenis van dit domein gaat nog veel verder terug in de tijd. Het wordt al in de 15de eeuw genoemd in officiële stukken.
Niet verwonderlijk dus dat ze het wijnbouwen ondertussen wel in de vingers hebben hier bij Château Eugénie.
We stappen de degustatieruimte binnen waar een koppel net een bestelling afrekent. Het geeft ons de tijd om het uitgebreide gamma te bekijken.
Cahorswijnen zijn zeer gevarieerd qua smakenpalet, ook al wordt het merendeel gemaakt van malbec. Dat komt door de grote verschillen in terroir. Een wijnrank die op grind staat, brengt nu eenmaal andere wijn voort dan eentje die op kalksteen staat. En laat nu net hier een enorme variëteit aanwezig zijn in de samenstelling van de bodem. Bij Château Eugénie worden de druiven daarom per perceel en per druivensoort geoogst, gevinfieerd en gerijpt. Zo kun je de verschillen zeer goed proeven.
Voor sommige cuvées mengen ze verschillende wijnen om een perfect uitgebalanceerde wijn te bekomen. Ze voegen soms ook merlot of tannat toe aan de malbec, waardoor de wijn buitengewoon rijk wordt.
Mijn smaakpapillen maken alvast stille vreugdesprongetjes bij het aanschouwen van het uitgebreide gamma aan wijnflessen dat als trofeeën staat uitgestald in de degustatieruimte.
Eindelijk is het aan ons. Cécile, de wijnvertelster van het domein, is klaar om ons onder te dompelen in het gamma.
Toen ik zo’n 10 jaar geleden deze regio voor de eerste keer bezocht, proefde ik vooral de typische Cahors-wijnen. Een robuuste, diep donkerrode, bijna zwarte wijn die ze niet toevallig vin noir noemen. Niet dat ik de andere wijnen niet wilde proeven, wel omdat de meeste domeinen op dat moment gewoonweg niets anders hadden.
Die tijd lijkt ondertussen ver achter ons te liggen. Heel wat wijndomeinen produceren naast hun potige Cahors ook prima wijnen voor alledag. Uiteraard zijn dat geen AOC’s, maar zeer toegankelijke vins de pays.
We starten met deze vlotte instappers van de Côtes du Lot die de naam ‘Eugénie la jolie’ kregen. Op het etiket staat de skyline van Albas met op de voorgrond een jongedame zonder kleedje. Niet dat alles zichtbaar is bij de deerne wat ze gekregen heeft van moeder natuur. Op de plaats van haar kleedje is het etiket uitgesneden. Door de groene flessen van de witte wijn, draagt ze op die manier een groen kleedje, bij de rosé een oranje kleedje en bij de rode een paars kleedje. Heel origineel en best trendy.
Omdat de rode instapper tijdelijk op fles uitgeput is, gaan we met Cécile naar het heiligdom van het domein waar in grote inox tanks wonderen gebeuren. Een ietwat ijverige jongen die er met een hogedrukreiniger in de weer is om de vloer spic en span te krijgen, kärchert ons bijna onderuit.
De wijnvertelster houdt mijn degustatieglas onder een kraantje van een van de grote citernes met betaalbaar godenvocht. Ik blijf het zalig vinden om zo wijn te proeven. Veel dichter bij het productieproces kom je niet.
We keren terug naar de degustatieruimte voor een vinologische wandeling door de rest van het aanbod. Cécile neemt haar tijd en heeft de vaste ambitie om onze zieltjes te winnen. En dat lukt haar met de vingers in de neus.
Hoewel het gamma op zich al zeer uitgebreid is, schenkt ze bij de meeste wijnen twee verschillende jaargangen zodat we ze kunnen vergelijken. Formidable!
We bunkeren de Tradition 2020 en de Tsar Pierre le Grand 2019, blends van malbec en merlot die nu al mooi op dronk zijn maar gerust nog 8 jaar in de kelder mogen liggen. Met de Cuvée Réservée de l’Aïeul 2019 halen we een blend van malbec en tannat in huis die afkomstig is van de oudste wijnstokken van het domein. De Haute Collection 2018 is de topper van Château Eugénie, een 100% fluweelzachte malbec-wijn die nog makkelijk 20 jaar kan liggen, maar nu al subliem lekker is.
En als je dacht dat Eugénie met haar witte wijnen alleen grossiert in eenvoudige instappers, dan heb je het mis. Het château heeft ook een goddelijke witte wijn voor bij romige gerechten of kazen: de Cousu Main 2020, een blend van chardonnay en viognier. Ideaal voor een kwalitatief aperitief, maar minstens even sterk naast gebakken coquilles.
Wat een ontdekking. Dit domein wordt met dikke stift omcirkeld op mijn mentale wijnkaart van de regio. Hier komen we terug!
En hoewel de intentie nog maar net stilletjes in mijn hoofd tot wasdom was gekomen, blijkt ze een hoog profetisch gehalte te hebben.
Cécile nodigt ons namelijk uit voor de pique-nique van morgen. Ah, daarvoor zijn al die tafels en dat podium bedoeld!
De pique-nique is een initiatief van onafhankelijke wijnboeren en vindt dit weekend plaats op verschillende wijndomeinen. Elk domein mag zelf de invulling ervan bepalen. Bij het ene domein blijft het bij een picknick tussen de wijnranken, bij andere gaan ze next level. Dit weekend organiseert de familie achter Château Eugénie een heuse marché gourmand op het domein met exposities, optredens, geleide bezoeken door de wijngaard, enz.
Het is duidelijk: morgen staan we hier weer.
Vanavond zijn er 19 mensen te gast op het overdekte terras vlak boven onze kamer. Chanthal tovert weer een superverzorgd diner op tafel. Natasja krijgt hulp van een jong meisje uit de buurt om de borden in te zetten en de gasten te voorzien van de nodige liquiden.
Het vergezicht van vanmorgen ziet er in deze avondlijke uren compleet anders uit. De lichtinval is anders en alleen al dat zorgt ervoor dat je de omgeving heel anders ervaart.
In de verte zien we wolken ontstaan. Het weer verandert. De wolken worden donker van kleur en gaan over elkaar liggen. We horen licht gerommel terwijl miezerregen de buitenste ruggen verfrist met een malse regennevel.

Op twee minuten tijd keert het weer volledig.
Bliksemschichten wisselen elkaar in snel tempo af en de regen valt met bakken uit de lucht. Even denken we nog dat we veilig zitten onder het gigantische afdak, maar wanneer de lampen boven ons steeds heviger beginnen te wiegen en de regen tot onder het afdak vliegt, moeten we naar binnen verhuizen.
Dan gaan alle remmen los. Servieten vliegen weg, de lampen hangen bij momenten bijna horizontaal, de wind blaast alles weg wat los zit.
De gasten vinden binnen een rustplek tot het veilig is om te vertrekken.
We raken aan de praat met een Vlaams koppel dat hier ondertussen vier jaar woont. Ze verkochten hun hebben en houden om een nieuw leven hier te starten in een 13de-eeuws pand.
Hij is blijven werken in de bouw, maar na hun verhuis is hun leven een stuk meer relaxed. ’s Middags gaat hij gewoon samen met zijn vrouw ergens een menu du jour eten voor geen geld om daarna in de namiddag nog wat verder te klussen.
Voor de man is deze regio de meest veelzijdige van heel Frankrijk. Het is hier mooi en betaalbaar. Je vindt hier het authentieke Frankrijk, maar wordt niet omver gelopen door cohorten toeristen. Wie hier komt, komt om te genieten van de natuur, het lekkere eten en drinken en de vele lokale activiteiten. En als je even de auto instapt, ben je in geen tijd aan de Middellandse Zee of de Atlantische Oceaan. Rij je nog iets verder dan kun je skiën in de Pyreneeën of tapas eten in Spanje. Het koppel maakt dit soort uitstapjes geregeld als dagtrip.
Niet dat we nog extra overtuigende argumenten nodig hebben om totaal verliefd te worden op deze regio. Maar het valt ons wel op dat iedereen die we hier vanavond spreken ons op het hart drukt dat we zeker naar hier moeten verhuizen, liever vandaag dan morgen.
Nog 8 jaar, jongens, nog 8 jaar.
(3 juni 2022)
Geef een reactie