This is it!

Die ochtend wordt de schade opgemeten. In La Belle Bleu valt het al bij al nog mee, op heel wat nat geregende spullen en een omvergeblazen barbecue na. Niet iedereen had even veel geluk.

Chanthal is goed op de hoogte van hoe haar gasten die nacht zijn thuis gekomen en wat ze daar hebben aangetroffen. Het toont niet alleen aan wat een warme vrouw ze is, het illustreert ook heel mooi dat ze thuis zijn gekomen in deze regio. Haar gasten zijn ondertussen namelijk al lang geen gasten meer, maar vrienden.

De moesson van gisteravond heeft een einde gemaakt aan de drukkende hitte. De temperatuur is zeer aangenaam vanmorgen en het lijkt een droge dag te worden.

Na een blitzbezoek aan Montcuq om flappen te tappen, rijden we naar Domaine du Prince in Pauliac.  

Het domein oogt verlaten. Er hangt een papiertje aan het raam met een telefoonnummer.

Ik laat de Hollander in me los en grijp naar m’n telefoon.

Nederlanders zijn nu eenmaal vlotter, sneller en duidelijker dan hun Vlaamse zuiderburen. Wanneer je Nederlanders op werkbezoek in Vlaanderen krijgt en je vraagt ‘Wil je graag koffie?’, dan krijg je steevast als antwoord ‘Ja, lekker!’

Geen twijfel. Gewoon zeggen wat je wilt. En liefst onmiddellijk.

Doe het omgekeerde in Nederland met Vlamingen over de vloer, dan hoor je ietwat stamelend ‘Cho, ja, als het niet te veel moeite is’, terwijl die Vlamingen evenveel ellendige kilometers hebben afgelegd op weg naar hun afspraak en een cafeïne-shot net datgene is waar ze terug mens van worden. Toch cijferen ze zich uit beleefdheid maar al te vaak weg.

Ik wil wijn slurpen en toets dus het nummer in op mijn iPhone.

Nog geen twee minuten later komt een vrouw met een rotvaart aangereden. Ze remt fel, waardoor de hond op de achterbank tegen haar zetel vliegt.

Doe toch rustig, denk ik nog, zo groot is mijn nood aan een malbec-shot nu ook weer niet.

Het beest schudt een paar keer met zijn kop en rent daarna kwispelend met een natte tong uit z’n bek voor de voeten van de vrouw uit richting de degustatieruimte. Ook de hond heeft het begrepen waarvoor we langs komen.

Domaine du Prince is een redelijk traditioneel wijndomein. Hier geen blends van verschillende soorten druiven. Hier staat de malbec nog steeds op een piëdestal, wat niet wil zeggen dat elke wijn die we proeven hetzelfde smaakt.

Tijdens onze wandeling door het gamma van 100% malbec ervaren we hoe de productiewijze iedere keer weer een andere identiteit aan de wijn geeft. Exact dezelfde wijn die in inoxen vaten volwassen is geworden, proeft compleet anders dan wanneer er vaten van oude of nieuwe eik werden gebruikt. Bij Domaine du Prince hebben ze ook een beperkt aantal flessen waarvan de wijn in amforen tot wasdom is gekomen. De wijnvertelster is niet te beroerd om ook een van deze flessen Tour de Terre 2018 te ontkurken.

Hier nemen we een doosje van mee, al was het maar om hem thuis samen met andere wijnliefhebbers naast de L’enval du Prince 2018 en de Rossignol 2018 te kunnen proeven. Wijndegustatieavondjes waar ik nu al naar uitkijk.

We lunchen vandaag bij Eugénie en zijn duidelijk niet alleen. Een bordje wijst ons naar een boomgaard waar we de auto kwijt kunnen. Op basis van de nummerplaten kunnen we ons alvast een beeld vormen van wie er straks samen met ons gaat picknicken: mensen uit de buurt (te herkennen aan het departementsnummer 47 op de nummerplaat), maar ook verschillende buitenlandse bezoekers die (nog) niet in de regio wonen.

Even wanen we ons in Knokke: terwijl wij een plekje zoeken, zien we trossen bezoekers passeren met manden en frigoboxen. Chance dat Maurice Lippens dit niet meer hoeft mee te maken.

Wij hebben niets mee genomen, behalve twee borden, bestek en wijnglazen. Een beetje francofiel weet hoe het eraan toe gaat op zo’n marché gourmand: eten en drank kopen aan een van de vele kraampjes en er ter plaatse van genieten.

De geur van verbrand hout waait ons tegemoet. Alles wordt in gereedheid gebracht zodat er straks gebarbecued kan worden.  

Terwijl op het podium een soundcheck plaatsvindt, zetten we een van de picknickbanken iets meer in de schaduw van de boomgaard van Château Eugénie.

We starten met een bordje oesters en twee glazen witte ‘Eugénie la jolie’. Tot m’n verbazing krijgen we de wijn gratis. Heel attent.

Terwijl ik mijn laatste oesters binnen slurp, vraagt een koppel of ze bij op onze bank mogen komen zitten. Bien sûr.

Even later sluiten nog twee jonge mensen aan: de dochter van het koppel, die me wel erg bekend voorkomt, en haar verloofde.

Laura was het jonge meisje dat gisteren samen met Natasja de gasten aan tafel bediende in La Belle Bleu en haar verloofde is net deze week gestart in de wijngaarden bij Château Eugénie. Hoe groot kan het toeval zijn?

Ze hebben recent een huis gekocht in Albas. Haar ouders wonen al een tijdje in Tournon d’Agenais en zijn compleet verliefd geraakt op de regio. En ook nu weer vliegen de argumenten onze richting uit om hier te komen wonen: als je hier woont ben je minder gespannen, er is nood aan mensen die toeristen wegwijs maken in de wijnen, enz.

Wijnen worden ondertussen per fles aangesleept. Niet alleen de goedkopere wijnen van het domein trouwens, maar ook de tradition en de superlekkere romige chardonnay verschijnen op tafel. Onze Nederlandse tafelgenoten hadden het duidelijk sneller begrepen dan wij: je mag nemen waar je zin in hebt, tout est gratuit. Wil je een glas, dan neem je een glas. Wil je een fles, pak er dan een, ze staan gewoon ontkurkt op je te wachten.

De gebakken aardappelen met ui en verschillende stukken vlees zoals lokale worst en spek pairen prima met de tradition van het domein.

This must be heaven.

Deze paar dagen hebben ons definitief over de streep getrokken: dit wordt het, hier komen we in 2030 naartoe. Dit wordt onze nieuwe thuis.

En je mag van één ding zeker zijn: in geen tijd zullen we even straffe ambassadeurs zijn als iedereen die ons is voorgegaan en hier een nieuw leven heeft uitgebouwd.

(4 juni 2022)

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑