Zeven jaar geleden roofde een stelletje onverlaten tientallen wijndozen uit mijn auto, na een wijntrip die ook in deze regio startte. Het gebeurde tijdens een zaterdagnacht in juni, net voor we terug naar België zouden rijden.
Sindsdien ben ik redelijk panisch ingesteld op dit vlak en probeer ik er alles aan te doen dat de geschiedenis zich niet herhaalt.
Tot nu toe konden we onze wijninkopen netjes kwijt onder de zomerhoedenplank, uit het zicht van passanten, maar met onze proeverijen van vandaag en de verwachte extra dozen zal dat niet meer lukken.
De koffer zit vol, de achterbank gaat plat.
Om ervoor te zorgen dat de kartons, ondanks de geblindeerde autoruiten niet zichtbaar zijn van buitenaf heb ik 4 grote zwarte dekens gekocht. The perfect crime.
Châteauneuf-du-Pape lijkt verlaten wanneer we het wijndorp binnen rijden. We kunnen de auto zelfs vlak aan de inkom van Clos Mont-Olivet parkeren, wat niet evident is met al die smalle straatjes.
Omdat we gereserveerd hebben, kunnen we aan de degustatietafel plaatsnemen. We maken een wandeling door het volledige gamma dat start met een eenvoudige vin de table van 4,5 euro en eindigt met een Châteauneuf uit 2015 van 50 euro.
Het is de tweede keer dat we het domein bezoeken en merken dat de prijzen een stuk geklommen zijn. Vlot 2,5 euro erbij voor de jongste Châteauneufs. Deze wijnen zijn hoe langer hoe meer een investering. Niet dat we willen bunkeren om later tegen hogere prijzen opnieuw te verkopen, maar zoals de prijzen evolueren, gaan wijnen die we nu jong kopen vlot het dubbel waard zijn tegen dat we ze drinken. Een aantal moeten blijven liggen tot we zelf naar Frankrijk verhuizen.
Of ik zoveel geduld ga hebben, is nog maar de vraag.
Wanneer ik aan de wijnvertelster de VincoCell-app laat zien met de wijnen die we vorige keer kochten, reageert ze opgewonden: “Ha, jullie hebben de Châteauneuf van 2017. Mooi, deze is perfect op dronk binnen twee jaar.”
Euh …
Met enig schaamrood op de wangen moet ik bekennen dat deze Châteauneufs die ik in 2019 kocht, al allemaal de glasbak in zijn gegaan. Een rechtstreeks gevolg van de coronacrisis. Omdat we niet meer in het echt konden afspreken bij een flesje Châteauneuf en een schnitzel in de Van der Valk in Breda om grootse plannen te smeden, waren mijn goede Portugese vriend Jan Anton en ik aangewezen op the next best thing: zoom-sessies met Châteauneuf. In onze wijnapp stond de 2017 namelijk gelabeld als ‘op dronk’, alleen had ik nooit gecontroleerd tot wanneer die ‘op dronk’ zou zijn.
Châteauneuf evolueert net als de meeste wijnen als je de wijn laat rusten in de kelder, waardoor de smaak verandert.
We proeven elke wijn, terwijl de kurk netjes in de fles blijft zitten. Voor je begint te denken dat de wijnvertelster van dienst de Zuid-Franse zus is van David Copperfield, kom ik met een anticlimax om ‘vous’ tegen te zeggen. Bij elke wijn die we proeven, haalt ze haar Coravin boven. Ze plaatst de houder op de fles en duwt een naald door de kurk terwijl er argongas in de fles wordt gespoten. Hierdoor komt de wijn omhoog in afgemeten degustatieporties, zonder dat er zuurstof in de fles komt. Een fles die je effectief ontkurkt, blijft immers maar enkele dagen goed. Met zo’n Coravin kan een wijn weken, zelfs maanden, volledig op smaak blijven. En dat is bij dure wijnen nog niet zo’n gekke investering.
Ten opzichte van 5 jaar geleden is de gemiddelde prijs van een wijnfles in onze kelder met zo’n 5 euro gestegen. Onze smaak evolueert en is geleidelijk aan duurder geworden. Niet dat duur sowieso staat voor goed of lekker, want ik moet de eerste drinkbare Barolo nog tegenkomen. Alleen hebben we in ons hoofd wel een klik gemaakt. En corona zat daar opnieuw voor iets tussen.
Wanneer we uit eten gaan, bestellen we al snel een fles wijn, of nog beter: de aangepaste wijnen bij een menu. Een eenvoudige wijn betaal je op restaurant al snel rond de 30 euro. Je drinkt dan eigenlijk een wijntje van 8 euro. Aangepaste wijnformules lopen op tot 50 euro en soms zelfs meer per persoon.
Door de lockdowns en de vele takeawaymenu’s moesten we zelf de juiste pairing voorzien met spul uit onze wijnkelder. Vaak waren dat verschillende flessen en raakten we met veel moeite aan 50 euro. Voor de prijs waar we anders voor één persoon aangepaste wijnen hebben, hadden we bij ons afhaalmenu drie flessen uit de kelder. En in plaats van de doordeweekse wijn van 8 euro die minstens 3 keer duurder verkocht wordt, konden we voor datzelfde geld genieten van een sublieme wijn met een verhaal.
Bij Mont-Olivet kopen we 6 verschillende wijnen tussen 12 en 50 euro. De twee flessen La cuvée du Papet worden in één klap de twee duurste flessen ooit in onze kelder en zijn perfect op dronk tussen 2030 en 2040. Ook andere Châteauneufs die we bunkeren bij Mont-Olivet markeren we als bewaarwijn en gaan bij thuiskomst ergens onderaan in de wijnkelder rusten. Ten vroegste over 5 jaar zullen ze hun zorgvuldig ontwikkelde aroma’s onthullen wanneer hun kurk met een fluisterend geluidje definitief gescheiden wordt van de fles.
Het is ondertussen druk geworden in de proefruimte. Er is maximum plaats voor acht gasten. De wijnvertelster moet geregeld proeflustigen ontgoochelen en hen vragen om later terug te komen.
Bij de andere Châteauneuf-adressen is het een stuk rustiger. Bij Domaine Chante Cigale bijvoorbeeld. We zijn er gedurende de volledige proeverij helemaal alleen. Waarom het bij het ene domein druk is en bij een ander desolaat valt niet te verklaren. Het is de eerste keer dat we Chante Cigale bezoeken en we gaan hier zeker terugkomen.
Een vlotte wijnverteller gidst ons door het aanbod overheerlijke wijnen. En ook hier kopen we meer dan we ons initieel hadden voorgenomen. 30 flessen waarvan 24 Châteauneuf-du-Pape. Een rekening van 600 euro, 200 euro minder dan daarnet bij Mont-Olivet, maar hier krijgen wel een flesje witte Châteauneuf cadeau, terwijl de wijnvertelster niets aanbood. Misschien laten we Mont-Olivet een volgende keer links liggen, als statement. Niet dat ze er een fles minder door gaan verkopen, maar toch.
Wie in Frankrijk le menu du jour bestelt, komt zelden bedrogen uit. Vaak eet je lekker lokaal tegen een heel schappelijke prijs. In La mule du pape, een van onze vaste adresjes in Châteauneuf-du-Pape is dat niet anders. Wat denk je van een verfrissende gazpacho, een hachi parmentier de canard en als dessert een terrine van gekarameliseerde ananas met speculoos voor de luttele prijs van 19,80 euro?
Wanneer je pal in het centrum van zo’n roemrijk dorp tafelt op een schaduwrijk terras glijdt de tijd traag voorbij, en zo hoort dat als je onder indrukwekkende platanen zit.
De laatste wijnhalte van de werkdag is Domaine de la Charbonnière. Ook hier heerst complete rust. Het domein duikt met zijn Châteauneufs geregeld op in internationale rankings zoals de Wine Spectator en is elk jaar goed voor een aantal sterren of een coup de coeur in de Guide Hachette.
We zitten dus goed en wandelen samen met de enthousiaste wijnvertelster door het gamma. De jongedame is de spontaniteit zelve en klust volgens mij bij in de toeristische dienst. Ze vertelt over wijnfeesten, leuke plekken om te bezoeken en zet zonder schroom ook andere Châteauneuf-boeren in de kijker. Prompt haalt ze een kaart van de regio boven waarop ze haar favoriete adressen omcirkelt terwijl ze passioneel reclame maakt voor hun wijnen. Nog nooit meegemaakt.
Onze volgende wijntrip in deze regio is alvast goed gevuld met de domeinen die we in Cairanne leerden kennen, de aanbevolen adressen die we noteerden tijdens de gesprekken in de B&B en de tips van deze passionele wijnvertelster.
Dankzij de zwarte dekens valt het niet op dat er ondertussen voor zo’n 5000 euro aan wijn in de auto zit, maar de A6 begint achteraan wel serieus laag te hangen, alsof we met zo’n getunede patsersbak onderweg zijn.
Terwijl we ‘s avonds in de buurt van onze B&B eten bij La table de Magali, ga ik daarom geregeld even op de parking kijken.
Je weet maar nooit.
(27 juli 2021)
Geef een reactie