Que voulez vous déguster?
Een vreemd antwoord op een nochtans duidelijke vraag: kunnen we maandag om 11 uur op uw domein wijn komen proeven?
Belinda stuurde daarom nogmaals een mail naar het domein met de vraag of we de rode wijnen uit het gamma kunnen degusteren.
Weer een mail: Ok, venez, on verra bien. Vous avez adresse.
Niet direct de meest hartelijke mailconversatie die Belinda had bij het vastleggen van de degustaties en nogal vreemd dat een wijnboer vraagt wat je wil komen proeven. Wijn natuurlijk! What else, een nespresso?
Met een klein hartje rijden we naar Domaine Benedetti in Camaret-sur-Aigues.
In tegenstelling tot alle andere domeinen staat er nergens een aankondigingsbord of vermelding dat je kunt komen proeven. Op het domein zelf vinden we geen bordje ‘cave’ of iets dergelijks, alleen ‘opgepast voor de hond’. Van een warm welkom gesproken.
Er is geen levende ziel te bespeuren op het domein. Niet aan de privévertrekken en ook niet wanneer we rond het magazijn en de werkplaats lopen. Tot Belinda een verwarde man opmerkt die in de wijngaarden bezig is, achter de werkplaats. Hij komt naar ons toe en verwijst ons naar de patron wanneer we hem zeggen dat we komen voor een degustatie.
Par là.
Hij wijst naar het enige stukje van het domein waar we nog niet geweest zijn.
Zou daar die hond zitten? Staan we over enkele dagen op de voorpagina van HLN met de kop ‘Zoersels koppel verscheurd door wijnmakershond’ en daaronder een quote van de wijnboer “Tja, ik had ook geen idee wat ze hier kwamen doen.”
We horen het geluid van een slijpschijf. Een oudere man met grijs T-shirt en een bad hair day staat met zijn rug naar ons toe en kijkt ons ongeïnteresseerd aan wanneer we hem aanspreken.
We zeggen dat we op zoek zijn naar ‘de patron’.
Le patron? C’est moi, le patron.
Wanneer hij zich in onze richting keert, klopt hij het stof van zijn broek en zijn armen. We schatten de man begin 60, maar op een manier dat hij evengoed een kromgewerkte zeventiger zou kunnen zijn.
Opnieuw volgt de vraag wat we komen doen en daarna de vraag wat we dan precies willen proeven?
We beginnen te vermoeden dat hij al iets te lang in de hete zomerzon bezig is.
Hij maakt dan toch aanstalten om naar binnen te gaan en gebaart ons hem te volgen. Vanaf het moment dat hij het gebouw binnen gaat, verandert de man compleet. Alsof zijn lijf wordt overgenomen door vier keuvelende vriendinnen tijdens een high tea. Hij stort er minstens evenveel woordjes uit, al gaan die vooral over de recente overstromingen in België, de Belgische staatsstructuur, het onderwijs in Frankrijk en bij ons, de COVID-crisis en ga zo maar door. Terwijl hij op zijn eentje evenveel woordjes gebruikt als in alle duidingsprogramma’s van de VRT gedurende een maand, wandelt hij met ons door de nieuwbouw.
Ook over de stroeve Franse administratie doet hij een boekje open. In 2012 heeft hij de bouwvergunning aangevraagd en het heeft vier jaar geduurd voor hij ze ook effectief had. Het zal nog zeker tot eind 2022 duren voor alles klaar is, maar wat er dan gaat staan, tart alle verbeelding. Een gigantische degustatieruimte met uitloper naar buiten waar hij schaduwrijke begroeiing voorziet. Daarnaast een enorme feestzaal met aparte keuken. Alles hoogst kwalitatief afgewerkt.
Nu begrijpen we pas waarom hij steeds vroeg wat we kwamen doen. Hij was simpelweg nog niet klaar.
We proeven twee wijnen: een rode Côtes du Rhône van 10 euro en zijn rode Chateauneuf-du-Pape van 25 euro. Niet in de degustatieruimte maar aan een breed werkblad op schragen. We bunkeren twee dozen van elk.
Uiteindelijk zijn we meer dan een uur ter plaatse geweest en werd het onze langste proeverij van deze wijntrip. Hier komen we terug als het helemaal klaar is.
En die hond, die hebben we nooit gezien.
Na een snelle lunch bij Lou Castelet in Beaumes-de-Venise met ijsblokken in onze rosé omdat ze geen ijsemmers hebben, rijden we naar de mooiste proeflocatie van de zuidelijke Rhône: de wijnpergola van Alain Ignace.
Om te kunnen genieten van de weidse omgeving, moet je wel een stevige klim van zo’n 400 meter doen. De Audi trekt het nog vlot en even later komen we aan bij de immer goedlachse Alain.
De wijnmaker heeft zijn zaakjes goed voor mekaar en bolt geleidelijk aan uit. Een deel van zijn domein wordt momenteel gerund door zijn dochter en hij verzorgt nog steeds de tastings in zijn tot proefruimte omgebouwde pergola.
Alain is goed uitgerust, al oogt zijn wijnpergola eenvoudig. Er zijn zitbanken voor een zestal bezoekers. Centraal staat een tafel met een klein bakje dat een schatkistje blijkt te zijn. Daarin zit niet alleen alle info over de wijnen, maar liggen bijvoorbeeld ook visitekaartjes van goede horecazaken in de omgeving. Een visitekaartje meegeven doet hij niet, omdat hij er van elke zaak maar eentje heeft, maar hij wil gerust voor je reserveren of je kunt natuurlijk altijd een fotootje nemen. Over foto’s gesproken. In zijn pergola hangen een aantal foto’s uit de wijngaarden, niet gewoon als decoratie, maar als didactische hulp. Zo zie je een druiventros die veel langer is blijven hangen dan gebruikelijk. Daarmee kan hij uitleggen hoe zijn verrukkelijke Muscat de Beaumes-de-Venise wordt gemaakt.
We proeven twee Vins de France (Terres Blondes blanc en rose) met muskaattoets. Beiden zijn heerlijk als apero. Daarna proeven we de Helvétien en de Jardin d’Elisa. Als uitsmijter vraagt Alain of we ook zijn balsamicoazijn willen proeven. Die heeft hij gemaakt volgens het recept van een bevriende chef.
Bien sûr.
Hij opent zijn schatkistje en haalt daar een klein lepeltje uit en een flacon. Hij vult het lepeltje tot aan de rand en laat de azijn proeven. Verrukkelijk. We nemen alvast een flesje mee.
Wanneer Alain even later de dozen naar de auto brengt met een elektrische Makita-wagentje (waarom zou hij op zijn oude dag nog met dozen sleuren?) heeft hij nog een extra flesje balsamicoazijn mee als cadeautje. Wat een lieve, hartelijke man.
Onze laatste wijnstop van de dag is Domaine La Bouïssière, een van onze vaste adresjes. We kijken uit naar de proeverij met de oudste wijnvertelster die we de voorbije jaren hebben ontmoet. In het begin had ze nog zwart gekleurd haar, de laatste keer was ze naturel en spierwit. Wat zal het nu zijn? De manier waarop ze in enkele woorden en met veel bewegingen wijnen typeert voor haar internationale clientèle is gewoonweg geniaal. Op haar tachtigste, want veel jonger schatten we haar niet, is ze een brok passie en liefde voor de wijnen van haar kinderen en kleinkinderen.
Het is een van die kleinkinderen die de deur opent wanneer we aanbellen. Zijn oma is er niet en hij neemt de tasting voor zijn rekening. Hoewel we de kranige grandmère missen, en vermoeden dat ze sinds COVID nog maar weinig in de kleine proefruimte staat, zien we dat de kleinzoon niet minder passie heeft. De toekomst is verzekerd, al hopen we haar in de toekomst nog meermaals te ontmoeten.

We bunkeren Gigondas, Beaumes-de-Venise en La Font de Tonin, ‘la grande cuvée’, en krijgen van de wijnboerinnenkleinzoon een flesje wit en rosé mee naar huis.
Het is ondertussen bloedheet, zo’n 37 graden. Gelukkig hebben we een kamer met airco. Enfin, gelukkig? Een kamer met airco staat sinds we thuis zelf over airco beschikken standaard op onze ‘rider’. En dat lukt bijna altijd.
Na de nodige afkoeling is het tijd voor de innerlijke mens. We rijden naar Vaison-la-Romaine. Het centrum puilt uit van de eetadresjes, maar toch is bijna alles volzet. We horen veel Nederlands op de vele terrassen. Niet vreemd als 38% van de Vlamingen van plan is deze zomer af te zakken naar la douce France, en dan hebben we al die kamperende Nederlanders er nog niet bijgeteld.
We vinden uiteindelijk een plekje op het terras van Au temps qui passe. Op hetzelfde moment dat wij gaan zitten, komt een Brasschaats koppel naast ons zitten aan het enige overgebleven tafeltje. We raken aan de praat. Ze verblijven op een camping in de buurt en stomtoevallig blijkt de schoondochter een ex-klasgenote van Belinda te zijn.
We vragen ons af wie we morgen gaan tegenkomen, na Axl op zaterdag, een Gelenaar met een ex-lief uit Halle op zondag en de schoonouders van een studiegenoot van Belinda op maandag. Ik hoop op Gert Verhulst.
Het terraspersoneel is oververhit. Ze reageren soms zeer kort op de klanten, trappen op hun adem en hebben hun kortetermijngeheugen uitgeschakeld waardoor we tot vier keer toe een carafe d’eau moeten bestellen en drie keer de rekening moeten vragen.
Het eten daarentegen is bijzonder lekker. Ik start met een cassolette de moules et crevettes gratinées met rijst en groenten, Belinda gaat voor een copieuze tomaat mozzarella. De voorgerechten alleen zijn eigenlijk al voldoende en dan moest het hoofdgerecht nog komen: linguini met venusschelpen. Tel bij dit alles een flesje witte Ventoux en je krijgt in deze zaak een rekening van net geen 60 euro.
We begrijpen ondertussen wel waarom de zaak deze naam heeft gekregen. De tijd verstrijkt op een heel aangename manier, met fijn gezelschap en als we de garçons niet meermaals hadden aangesproken, hadden we er nu waarschijnlijk nog gezeten.
Rik en Michelle, onze West-Vlaamse fietsburen, zitten nog op het terras wanneer we aankomen. We raken en blijven aan de babbel. Michelle werkt in een rusthuis en beschrijft de tristesse van de coronacrisis voor de mensen en hun familie. Laatst gaf een honderdjarige haar nog één goede raad: haal alles uit het leven en geniet wanneer het kan.
We klinken op deze kranige tante en op het leven.
Geef een reactie