De zomer van de ‘grote bevrijding’ heeft in België meer weg van een sombere aprilmaand.
Niet zo in de zuidelijke Rhône. Na vier dagen van meer dan 35 graden komt de ochtendlijke miezerregen als een welkome verfrissing.
De ‘cuisine familiale’ van Hervé is even lekker en gemoedelijk als de voorbije dagen. Al is het vakantiegevoel binnen net een stukje minder aanwezig. Zonder de vioolconcerto’s van de cigales, bedoel ik dan.
Hervé zwaait ons uit en geeft nog enkele geurzakjes en een reukflesje cadeau. “Neem gerust een stukje Rhône mee naar huis,” lijkt hij ons te vertellen.
Dat huis is zo’n 1000 kilometer en nog twee overnachtingen van ons verwijderd. Ons aankoopgedrag de voorbije dagen was iets te voluntaristisch en dat is duidelijk aan de auto te zien. Nu maar hopen dat we die steile heuvels van de Condrieu nog op geraken.
Eigenlijk zou het beter zijn de wijntrip vroegtijdig af te sluiten om op die manier de wielassen te sparen. Ook voor mijn gigantische data-abonnement dat door de continue Waze- en Spotify-afhankelijkheid tegen zijn grenzen aanschuurt, zou het slimmer zijn om het gebruik drastisch terug te schroeven, anders moet ik bij thuiskomst nog enkele weken wachten voor ik terug online kan.
Zomaar de Condrieu voorbij rijden zonder godendrank te bunkeren, staat daarentegen gelijk met heiligschennis, iets waar je dus beter niet aan begint.
Het data-abonnement wordt opgeschroefd en de klim naar de heuveltoppen van de noordelijke Rhône wordt ingezet.
Maar niet zonder een lunch in L’Auberge des Vignobles. De naam alleen al doet vermoeden dat we hier correcte wijnmakerskost voorgeschoteld zullen krijgen. Het uitzicht van de zaak is sjofel en de plastic stoelen komen armetierig over.
Geen nette, ingedekte tafels met een uitgebreide menukaart. Dat hoeft ook helemaal niet. Wanneer zo’n wijnboer al een hele voormiddag op hellingen bezig is geweest die zo steil zijn dat zelfs berggeiten ervan af donderen, is een fancy terras wel het laatste waar zo’n wijnboer-bergbeklimmer nood aan heeft. Gewoon even weer wat krachten op doen, wijntje erbij en terug de berg op.
Wij hebben meer tijd en passen ons moeiteloos aan de situatie aan. Dat doet ook de kranige vrouw van in de zestig die ons komt bedienen. Ze staat er alleen voor. 52 plaatsen bedient ze met een zwier, zonder Franse slag. Een menukaart moet ze niet uitdelen, want die is er niet. Wanneer je aankomt, zegt ze één keer wat de voorgerechten, hoofdgerechten en desserts zijn en dan maak je een keuze, en die is telkens beperkt tot 2. Heerlijk efficiënt en zalig voor mensen met keuzestress, zoals jullie dienaar.
Geen gedoe met garçons die elkaar over de voeten lopen en, omdat ze via oortjes rechtstreeks in contact staan met de keuken, de chef voortdurend van z’n werk houden om te vragen of er nog quiche is. Wanneer wij een quiche bestellen, schrapt ze ‘12’ en schrijft ze ‘10’ op haar papiertje. En dat gaat zo aan al die tafels. Het digitale tijdperk, daar hebben ze nog even geen behoefte aan, toch zeker niet de eerstkomende 20 jaar. Zo lang zien we de kranige tante nog wel kilometers ploegen tussen het terras en de keuken.
We gaan voor een Viognier bij onze quiches en een mooie, vaste witte vis.


Na het eten zoeken we online op hoeveel laadvermogen een A6 heeft. Een snelle rekensom leert ons dat we daar waarschijnlijk al een stuk over zitten. Zeker met die zware wijnflessen waar wijnboeren uit de zuidelijke Rhône zo verliefd op zijn. Misschien moeten we durven uitkijken naar een soort bestelwagen voor onze wijntrips.
Maar daar hebben we op dit moment niks aan. Met het risico dat we onze heimat nooit meer terug zullen zien omdat we ergens onderweg door onze assen zakken, zetten we de auto op klimfunctie. En wonderwel bereiken we na heel wat bochtenwerk en weidse zichten de top.
Montez ligt niet alleen op het hoogste punt dat we in de Condrieu zullen bereiken. Het wijndomein behoort ook tot de top in de productie van Saint-Joseph en Condrieu.
Het is de tweede keer dat we de degustatieruimte bezoeken en worden in onze vinologische herontdekkingsreis begeleid door een jongedame die elke wijn vlot typeert. Het voelt ingestudeerd aan, zoals pubers de tekst van een spreekbeurt ook vaak uit het hoofd leren, maar ze kan anderzijds ook vlot op alle vragen antwoorden. Naarmate de proeverij vordert, klimmen ook de prijzen van 11 euro tot 72 euro, althans de wijnen die we proeven, want hun echte godendrank is niet voor amateurs, armeluizen en Nederlanders bedoeld.
Vorige keer kochten we een doosje met drie condrieus uit verschillende wijnjaren. We degusteerden de flessen deze zomer met Bram en Kelly van de Vinotaire, collega-wijnstrijders. De pretoogjes die oudere Condrieus veroorzaken, moeten niet onderdoen voor die van een kind dat voor het eerst in een vliegtuigje op de paardenmolen van de grond gaat.
We bunkeren een Côte-Rôtie van 2019 die we over vele jaren eens naast die van 2017 gaan proeven en kijken nu al uit naar de smaakpapillenkermis die daarop gaat volgen.
Het gewicht van de gebunkerde wijn, blijkt maar één deel van het probleem te zijn, wanneer ik de dozen in de auto wil zetten. Door de verschillende vormen van de dozen en het krappe volume aan vrije ruimte, voel ik me Ben Crabbé. Tetris spelen met wijndozen.






Ons volgende adresje bezoeken we voor de derde keer: Domaine Farjon. Deze keer worden we niet door de vrouw des huizes ontvangen, maar door de wijnboer zelf. Met zware, zwarte laarzen wandelt hij van zijn atelier naar de proefruimte. De man is niet veel van zeg en ook zijn vrouw herinneren we ons als weinig spraakzaam. Echt geen commerciële types, maar gewoon degelijke wijnmakers die verliefd zijn op hun eigen product. Hij drinkt, in tegenstelling tot zijn vrouw, van elke wijn een glaasje mee, maar geeft geen kik, behalve wanneer hij zakelijk de naam van de wijn en het jaartal voorleest van de fles.
Toch moet je hier als Condrieu- en Saint-Joseph-liefhebber naartoe. Zijn wijnen behoren tot de goedkoopste uit de regio, maar hebben een voortreffelijke kwaliteit. Omdat de witte wijnen geen vatrijping kregen, moet je wel gaan voor een snellere consumptie thuis dan die van Montez bijvoorbeeld, maar dat mag geen probleem zijn, toch?
We hadden graag ook nog een onbekend domein bezocht, maar dat zit er niet in door de beperkingen van de A6.
Naar Buxy dan maar. Daar hebben we als afsluiter van deze wijntrip nog twee nachten in La Source En Barange gereserveerd. Het voormalige schoolgebouw werd smaakvol gerenoveerd met respect voor de oude elementen. De benedenverdieping telt vier gites, elk met een grote slaapkamer, een badkamer, een tv-hoek en een eigen terras dat uitkijkt op een mooie groene tuin. En dat alles voor slechts 100 euro per nacht, inclusief ontbijt.


Niet onbelangrijk: de tuin is afgesloten met een hoog hekwerk en een poort met afstandsbediening. Voor we gaan eten, kan ik daarom met een gerust hart de auto voor de helft uitladen en herschikken zodat alles stabieler gestapeld is en er toch wat meer ruimte overblijft voor enkele aankopen in de Bourgogne, want ook hier hebben we een aantal adresjes vastgelegd. De vier zwarte dekens en de geblindeerde ramen zorgen ervoor dat van op afstand niets meer te merken valt van de lading, tenzij dan de lager hangende kont van de auto.
We wandelen naar een pizzeria op ongeveer een kilometer van het voormalige schoolgebouw. De korte wandeling doet deugd na een dag die we al rijdend en proevend doorbrachten. Het terras van Café De La Gare zit afgeladen vol.
We krijgen daarom een tafeltje in het oude treinstation toegewezen door een haastige serveuse. Ook haar twee collega’s trekken spurtjes van de keuken naar het terras en lopen zich de benen van onder het lijf vandaan. Wat een verschil met vanmiddag.
Dat het moet vooruitgaan blijkt wanneer ze wijn al op onze tafel zet, terwijl de echo van onze bestelling niet eens de kans heeft gehad om uit te sterven. Road runner, maar dan met Bourgogne. De Côte Chalonnaise van Buissonnier uit Buxy is een flesje van 18 euro en valt kortweg te typeren als zure meuk.


Bourgognewijnen hebben een stevige reputatie als zijnde duur en exclusief. Als we hier willen komen wonen op termijn en ondertussen de Euromillions nog niet gewonnen hebben, moeten we dus op zoek naar Bourgognewijnen die wél nog betaalbaar zijn en uiteraard ook plezierig om te drinken.
De Côte Chalonnaise in het oude treinstation mag dan wel heel betaalbaar zijn, de smaakbeleving is gewoonweg rampzalig. We denken eraan gewoon iets anders te bestellen, want het lijkt alsof we net een liter citroensap ad fundum hebben binnen geklokt. Hier begin je niet aan terwijl je languit voor de tv ligt.
We troosten ons met de gedachte dat we in de auto wel nog lekker spul hebben zitten, zodat we de avond aangenaam kunnen doorbrengen. En dat doen we ook met een Cotes du Rhône van Domaine de la Charbonnière, terwijl een vlucht zwaluwen schichtige bewegingen maakt.

Ook de ietwat oudere buren bewegen redelijk schichtig vanavond, wanneer ze luidruchtig van Jan geven. Hun avondactiviteit krijgt gevolg: de kikkers in de vijver kwaken lustig mee met de bronstige geluiden en houden het in elk geval langer vol dan de buurman, zodat we nog een uur lang achtergrondgeluid hebben bij het genieten van heerlijke wijn.
(28 juli 2021)
Geef een reactie