De eetzaal bevindt zich op de eerste verdieping van het hoofdgebouw. Mogelijk is dit vroeger de refter van de school geweest. De ruimte is gezellig ingedeeld, met tafels kris kras verspreid, een zithoek en een afgedekte biljarttafel.
Na onze ervaringen bij Hervé kunnen we alleen maar vaststellen dat de Fransen ontbijtgewijs aan een inhaalbeweging bezig zijn. Naast de gebruikelijke confituur, zeven (!) verschillende soorten zelfgemaakte confituur trouwens, is er ook abrikozenappeltaart, crème anglaise met cake en confituur, een kaasassortiment en ei op de wijze van de gast.
Waar is de tijd dat we in Frankrijk alleen maar een stuk baguette kregen en een potje confituur?


Nu er weer iets meer ruimte in de auto is na de grondige herschikking van gisteren, zetten we onze plannen alsnog door om wat Bourgogne te proeven en in te slaan.
We rijden naar Uchizy, naar Domaine Raphaël Sallet, waar we ontvangen worden door de wijnboer. De man is krom gewerkt en staat op 5 jaar van z’n pensioen. Hij heeft drie kinderen waarvan de jongste 25 is. Ze hebben allemaal hun professionele keuzes gemaakt en geen van hen wil de snoeischaar van Raphaël overnemen. Terwijl hij hierover vertelt, merken we begrip, maar ook ontgoocheling dat hij de laatste wijnboer van de familie zal zijn. Het domein zal over enkele jaren waarschijnlijk verkocht worden aan een grote speler die alleen geïnteresseerd zal zijn in de wijngaarden. De zorgvuldige afweging en de compositie van de wijnen waar Raphaël zijn levenswerk van heeft gemaakt, zullen met hem verdwijnen.
Domaine Raphaël Sallet heeft alleen witte Bourgognes die qua prijs echt wel goed zitten. Als je de komende tijd nog langs zou gaan, mag je de goedkoopste wijnen overslaan, tenzij je van zure meuk houdt. Hier moet duidelijk wel een publiek voor zijn, anders blijven ze dit soort wijnen niet produceren en verkopen, bedenk ik me, terwijl ik met een geforceerde neutrale blik de rest van de wijn in de crachoir giet.
De twee duurste wijnen van het domein, de Mâcon Uchizy 2018 en de Viré Clessé 2017, zijn echter wel heel soepel en rijk. Nu ja, duur? 9,5 en 10,5 euro, dat valt wel mee, toch voor een smaak die heel anders is dan wat we momenteel in onze kelder hebben liggen.
We nemen twee doosjes mee. Het hadden er voor die prijs gerust meer kunnen zijn, maar de rationaliteit haalde bij de bestelling uiteindelijk de overhand op de potentie.



Wanneer we terug rijden, sturen we een annulatie naar wijnmaker Michel Sarrazin in Jambles waar we vanmiddag nog een afspraak hebben.
We gaan geen risico meer lopen met de auto. Momenteel rijden we immers met een bijna lege dieseltank. Er moet dus getankt worden en ook dat betekent extra gewicht. We besluiten dat we morgen meerdere keren kleinere hoeveelheden gaan tanken in de terugrit.
Lunchen doen we in Bloc 7 in Saint-Gengoux-le-National. Terwijl we aperitieven zien we onze buren genieten van rijkelijk verzorgde hamburgers. We gaan zelf dan ook maar voor het betere burgerwerk en bestellen ‘le black’ en ‘le mountain’, zonder twijfel mee van de beste burgers die we ooit gegeten hebben.

Omdat we deze week amper aan wandelen toe zijn gekomen, besluiten we richting Montagny-lès-Buxy te rijden. Daar kun je een uitgepijlde wandeling maken van een vijftal kilometer door de wijngaarden. We parkeren de auto aan het kerkhof en wandelen naar het hoogste punt van het gehucht. Het uitzicht is eindeloos.







De rijen met wijnranken liggen strak gedrapeerd over de heuvels als lange, pisnatte haren op de schedel van een bejaarde man die, om zijn vergankelijkheid te maskeren, de resterende haren rond zijn ene oor, over zijn kale knikker heen, naar zijn andere oor kamt. Het ziet er niet uit op een oude mensenschedel, maar de soepele lijnen over de glooiende heuvelruggen zijn een ware streling voor het oog. De blauwe lucht met grote witte wolkenslagroomtoefen maakt het plaatje compleet.
De wandeling door de wijngaarden is best stevig. Er zitten een aantal steile klims tussen en omdat er nergens schaduw is, brandt de zon fel.
Toch genieten we van de pracht van de wijngaarden: de babydruifjes, de oude stenen muurtjes die iedereen al overleefd hebben, de enkele solitaire bomen die goedkeurend een oogje in het zeil lijken te houden over de groene omgeving.
We eten opnieuw in Café de la Gare vanavond en bestellen een assiette Italienne, een uitgebreide plank met lekkers. Als brood serveren ze in stukken gesneden pizzabodem. Doorgaans vind ik pizzabodems te dik en weinig smaak hebben. Deze stukken pizzabodem zijn echter verfijnd, licht gekruid en super lekker bij al die Italiaanse delicatessen. Chapeau.




Aan ons tafeltje op het terras maken we een eerste tussentijdse balans op van de Bourgogne. Het is een prachtige streek met ook heel veel cultuur, herinner ik me van vroeger, maar of we hier zullen kunnen aarden, is nog maar de vraag. De wijn is niet onmiddellijk onze meug. Er zal dus nog veel geproefd moeten worden. We weten ook niet hoe deze groene regio er buiten de zomermaanden uitziet. Voor hetzelfde geld is het een doffe, sombere boel. We besluiten de komende jaren geregeld een bezoek te brengen aan de regio, op verschillende momenten van het jaar. De Bourgogne heeft het voordeel vlakbij te liggen en dat schept dus perspectief. Maar echt zeker zijn we nog niet.

(29 juli 2021)
Geef een reactie