Reconstructie van de feiten
Za 23.07 Na het diner nog even autoinspectie.
Toch een beetje schrik gekregen door de straffe verhalen van de jongedame van Champagnehuis Dhondt-Grellot. De kans dat er ingebroken wordt, is echter klein. De auto staat vlakbij het hotel op de hoofdweg van het dorp, recht over het gemeentehuis en de straat lijkt ook ’s nachts wel op een zonovergoten strand door de vele, felle straatverlichting.
0.36 Nog even het rolluik van de hotelkamer open trekken, just to be sure. De auto staat vredevol onder een van de felle gloeilampen in de straat.
Tussen 0.36 en 6.00 De achterruit en de linkerzijruit van de Audi worden stukgeslagen. Meer dan 30 kartons wijn worden uit de auto geroofd.
6.00 Een oudere dame die naast het hotel woont, merkt dat de ruiten zijn ingeslagen van de auto die voor haar deur geparkeerd staat, en belt de flikken.
8.05 Ik trek het rolluik open en zie op het eerste zicht niets aan de auto, omdat de ingeslagen ruiten niet zichtbaar zijn van in het hotel. Toch ga ik even dubbel checken, want er lijkt iets achter de auto te liggen. Wanneer ik even later vlak voor de auto sta, kan ik er volledig door kijken wat normaal niet kan met de geblindeerde ruiten.
De ruiten liggen in duizenden brokjes in en naast de auto. De zwarte dekens die over de witte wijndozen lagen om alles af te dekken, liggen bezaaid met glas.
Alles waar ze aan konden door de deuren, hebben ze meegepikt. Naast de rechterzijruit die niet werd ingeslagen, staan nog een tiental dozen die ze waarschijnlijk ook nog hadden meegenomen als ze ook die ruit hadden stuk geslagen. Mogelijk werden ze door iets afgeschrikt.
8.12 Swa, de enige resterende reispartner in de Champagnestreek, wordt op de hoogte gebracht.
8.15 De buurvrouw vertelt haar verhaal, maar heeft niets gezien. Ook de kleinkinderen die aan de straatkant sliepen, zijn niet wakker geworden vannacht. Ik bel naar de politie met de vraag om iemand langs te sturen. De ongeïnteresseerde flik aan de andere kant van de lijn, verwijst me door naar het commissariaat in Reims om aangifte te doen.
Het is zondag, hè mijnheer. We zijn onderbemand om langs te komen.
8.24 Het antwoordapparaat van de verzekering wordt gebeld. Want ook bij de Belgische verzekeringen is het zondag, hè mijnheer. Het toestel verwijst me door naar een nummer voor pechverhelping. Bij Touring krijg ik gelukkig wel een stem aan de lijn die geen elektrische stroom nodig heeft op deze vroege zondagochtend.
De stem geeft echter geen blijk van out of the box-denken en volgt de standaardprocedure die op het blad “Dit moet je antwoorden als er autoruiten zijn uitgemept op een zondag in de Champagnestreek” staat. De auto zal getakeld moeten worden. Ik kan best een kamer boeken voor een extra nacht want op zondag wordt niet getakeld. Exact dezelfde procedure die mijn zus moest ondergaan vorig jaar bij een autopanne in de Champagnestreek. (Wat is dat toch, daar ten zuiden van Reims?) Ze heeft dagen moeten wachten op haar auto en verloor hopen tijd. Van deze boer geen eieren, dus wordt de stem feestelijk bedankt voor dit non-advies. Ik los het zelf wel op.
8.30 Een gezellige drukte manifesteert zich aan de auto. Mensen op weg naar de bakker, blijven rond de auto staan en becommentariëren de toestand in ware Stattler en Waldorf-stijl, inclusief alle foute, grappig bedoelde opmerkingen.
‘Zet die dozen die ze niet meegepikt hebben maar bij ons in de gang (vette knipoog).’
‘Ha, die gasten zullen wel zat ergens in de gracht liggen. Was het goede wijn?’
Na de grollen, volgt de ernst: de buurtbewoners klagen over de stijgende criminaliteit in de regio. Autoinbraken gebeuren steeds meer. Men viseert vooral Belgische nummerplaten en slaat ruiten in, ook al is er van buitenaf niets bijzonders te zien aan de auto. Bourgondiër zijn, is gevaarlijk. Hollanders zullen dit niet al te gauw voor hebben.
8.37 Een kleine politiecombi komt voorbij gereden.
Is dat de versterking die de buurvrouw heeft opgeroepen om 6 uur? Nee, ze komen gewoon op dit moment voorbij gereden met twee agentes vooraan en een reserveflik op de achterbank.
Of ze even de vaststelling kunnen doen van de feiten om een rit naar Reims uit te sparen?
Nee, ze kunnen niets doen, want ze hebben geen tijd. De diepdroevige reserveflik op de achterbank knikt schaapachtig om de excuses van haar collega te ondersteunen. Ze doen zelfs niet de moeite om even uit te stappen of te bellen naar het commissariaat.
8.45 Swa en ik laden de resterende kartons over in zijn auto. De Volvo wordt vlak voor de glaspartij van de ontbijtzaal gezet. De auto houden we vanaf nu permanent in de gaten.
8.55 Even snel ontbijten, nu ja ontbijten. Boter smeren op een stuk baguette en een kop veel te flauwe koffie binnen spelen.
Vanochtend om 11 uur heb ik een bezoek aan een Champagneboer geregeld inclusief een rondleiding in de kelders. Omdat we de wijntrip niet willen afsluiten met een domper, beslissen we eerst aangifte te doen en daarna alsnog naar de Champagneboer te rijden.
9.05 In welgeteld 1 minuut ruimen we de kamers op. We geven de sleutel aan de man die de ontbijtzaal open houdt en waarschijnlijk uitgeput is van het prepareren van het copieuze ontbijt.
9.09 Net voor we naar Reims vertrekken, merk ik sigarettenpeuken op die bovenop de glasscherven liggen. Ik pluk ze voorzichtig uit het glas en deponeer ze in een lege verpakking van plastic flesjes.
9.27 Aankomst in het politiekantoor van Reims. Een politieklerk ontvangt ons even geïnteresseerd als een verdorde olijfboom. Rijbewijs overschrijven. Verder geen vragen stellen. Slachtoffers naar wachtruimte wijzen.
De punten voor sfeer en gezelligheid zullen we maar niet geven, zeker?
Wachten, wachten en nog eens wachten, is het enige dat ons rest. Ondertussen zitten zes agenten achter een glazen wand druk te gesticuleren terwijl ze ongetwijfeld over wereldproblemen aan het discussiëren zijn. Inderdaad, de Franse politie kampt met een bestaffingsprobleem op zondag. Als ze nu twee man extra hadden gehad, hadden ze twee kaartploegjes kunnen vormen en af en toe de bezetting laten variëren.
Ergelijk moet het zijn voor de mannen om hun twee collega’s voortdurend ‘aan het werk’ te zien: de olijfboom en een van de hulpjes van Louis de Funès die vanmorgen het kortste rietje trok en nu alle verklaringen moet noteren, terwijl de anderen de wereld verbeteren.
Echt vrolijk word je niet in de wachtruimte. De zaal wordt bevolkt door junks, vrouwelijke clochards en jongeren die klop hebben gehad en nu met heel hun peer group aanwezig zijn om klacht in te dienen.
9.50 Even de Champagneboer verwittigen dat we later zullen zijn en aan de olijfboom met voldoende ongenoegen vragen hoe lang dit feest nog gaat duren.
10.05 De politieklerk doet teken dat we eindelijk onze verklaring kunnen laten intikken in een van een bedrijf gerecycleerde computer uit de jaren 90.
Een verklaring doen in een Frans politiekantoor is een belevenis op zich. Ook al spel je je naam perfect zoals je dat in het Frans geleerd hebt op school, ze verstaan er geen bal van. Gezien de belangrijke afspraak achteraf en de tijd die genadeloos verkwist wordt, neem ik het klavier van de klerk over om de basis persoonsgegevens in te tikken. Geen geduld.
Om het precieze adres van de plaats van de misdaad op te sporen, heeft de klerk niets aan zijn computer. Die heeft geen internetverbinding. Ik vraag me zelfs af of het internet al bestond, toen dat type pc van de fabricageband rolde. Gelukkig heeft de man wel een smartphone ter grootte van een kleine flatscreen-tv in zijn broekzak zitten.
Waar we geweest zijn tijdens de wijntrip?
…
Niet in de Bourgogne, of wat? Ik kom uit de Bourgogne. Dáár hebben ze pas echt goede wijn.
Ja, vent, wrijf het er nog eens in, ja.
Terug naar de orde van de dag.
– Heb je iets aan de sigarettenpeuken die ik van tussen de glasscherven heb gehaald? Ze zitten in de auto. Wil ik ze gauw even gaan halen?
– Hoe heb je ze meegebracht?
– In een plastic verpakking van waterflesjes. Ik ben er niet met mijn handen aan geweest.
– Daar kunnen we niets mee doen. Plastic is nefast voor vingerafdrukken. Je moet dat in papier bewaren.
(Bericht aan mezelf: CSI programmeren op digicorder)
10.38 Einde van het verhoor. Opnieuw wachten in de wachtzaal, deze keer op de lokale Peter Sellers om op zoek te gaan naar vingerafdrukken.
10.45 Inspecteur Clouseau maakt zijn opwachting en kucht zich te pletter met al het poeder dat hij kwistig uitborstelt over de autolak. Hij vindt tussen de kruitdampen door geen sporen en geeft ons de raad om volgende keer best eerst de auto schoon te maken. Voor de volgende inbraak, bedoelt hij dus effectief, hè!
Waar hangt die verborgen camera ergens?
11.10 Lichtelijk gefrustreerd rijden we de parking van het commissariaat af op weg naar Cuis.
11.51 We arriveren een uur te laat bij Champagnehuis Camille Grellet.
“Maar wat is er gebeurd?!”
Het medeleven en de amicaliteit van de vrouw des huizes doet alle stress van ons afvallen en vult de gelaten leemte onmiddellijk. Ook de Champagneboer komt poolshoogte nemen.
“Die kapotte ramen lossen we zo meteen wel op. We gaan eerst even naar de wijnkelder”, spoort hij ons aan.
12.03 De man start de rondleiding die initieel voor vier personen was gereserveerd, maar nu door omstandigheden aan de helft gegeven wordt.
Hij laat het niet aan zijn hart komen en lijkt zich persoonlijk tot doel te stellen om onze gedachten volledig terug bij de zaak te krijgen in plaats van bij de fantoomwijn-pijn.
Het volledige productieproces doet de man uit de voeten. Met demonstratiewijnranken, kleine wagentjes, kleine en grote manden en allerlei kleine accessoires legt hij uit hoe het snoeien en plukken gebeurt. In de kelder legt hij uit hoe de wijn evolueert in de vaten, hoe de bubbels erbij komen, hoe het zaksel verwijderd wordt en uiteindelijk de flessen gekurkt en geëtiketteerd geraken.
13.08 De vrouw des huizes komt ons na een uurtje opzoeken in de kelder en nodigt ons uit voor een Champagnedegustatie.
Domein Camille Grellet heeft een brut réserve, een blanc de blancs en een rosé. Allemaal toppers die je voor de helft of zelfs een derde van een Coca Cola-Champagne kunt inbunkeren. Ze hanteren er nog steeds de prijzen die hun ouders destijds hebben bepaald.
Op het domein zijn ook vier gites die reeds volzet waren toen ik de wijntrip vastlegde. Dat zal me bij de volgende wijntrip niet meer gebeuren. Dit najaar mag Camille een reservatie verwachten. Zo staan de auto’s ’s nachts in elk geval veilig achter de grote poorten van het domein.
13.42 De wijnboer haalt enkele lege Champagnedozen boven en een grote rol Scotch-tape en begint ijverig de kapotte ruiten af te plakken. De man blijkt een talent te hebben voor dit soort herstellingen. Hij laat niets aan het toeval over en zorgt ervoor dat er nergens wind tussen kan.
14.11 Na meer dan 2 uur vertrekken we terug naar Zoersel. De wegen liggen er verlaten bij en dankzij het betere plakwerk van Camille hoeft de voet niet minder hard op het gaspedaal dan bij het heenrijden.
16.50 De Belgische grens komt in zicht. De remlichten van de auto’s voor me kleuren felrood. Het wachten kan beginnen, want we gaan weer voor een recordtijd nodeloos aanschuiven op Belgisch grondgebied.
18.20 Aankomst in Halle.
18.30 Verrassingsfeestje bij Swa met aangepaste wijnen van een vorige wijntrip.
23.00 Gezellig bubbelen met Els met een flesje Camille Grellet, de man die ondanks alle ellende van de voormiddag onze dag heeft goedgemaakt.
(1 juni 2014)
Geef een reactie