De rode telefoon van Batman in de Cognac

Over de Brexit hadden we het deze week al aan de ontbijttafel met een Brits koppel, vandaag gaat het over Donald Trump, terwijl we een croissantje bestrijken met de zelfgemaakte jam van Vanessa. Onze tafelgenoten van vanmorgen zijn twee Amerikaanse dames op leeftijd, allebei pro-Hillary. Ze vragen zich vooral af hoe Europa denkt over Trump en over het e-mailschandaal van Hillary. En hoe voelen wij ons nu met al die vluchtelingen en hoe reageren onze kinderen op de aanslagen, is er geen groeiende haat tegenover moslims? Bij tijden lijkt het alsof we ondervraagd worden door de CIA, zo indringend zitten de dames ons aan te kijken. Anderzijds zijn ze oprecht bezorgd.

Terwijl wij aan ons tweede broodje beginnen, stellen we ze gerust dat de wereld echt nog niet de soep indraait, zelfs in België niet, maar dat we ons wel zorgen maken over de verkiezingen in Amerika. Een wereld met Trump aan het roer gaat sowieso anders draaien, enerzijds omwille van domme dingen die hij zou kunnen aanvangen, anderzijds omwille van zijn keuze om Amerika voorop te plaatsen en minder aandacht te schenken aan wat er wereldwijd gebeurt. Op vier jaar tijd kan dat de grote natie serieus achteruit zetten bij internationale crisissen.

Gewoon maar even om aan te geven, beste lezers, dat een wijntrip niet alleen hard werken is, maar bij tijden ook veel weg heeft van De Zevende Dag met internationale gasten.

Gelukkig vallen de dames even later in een vinologische plooi wanneer ze ons inschakelen als tolk. Mijn leerkrachten Frans en Engels van Sint-Jan van weleer lachen zich bij deze waarschijnlijk half kreupel: Tom, jij … een tolk?

Toch, toch, ik heb het er niet slecht vanaf gebracht, al zeg ik het zelf. De dames willen twee chateaus bezoeken, hoe chiquer hoe liever met liefst een uitgebreid bezoek aan de kelders. En tien minuten later liggen de bezoekjes vast.

Wij bezoeken geen Bordeaux-domeinen meer vandaag, want vandaag staat La Cité du Vinop het programma, een ‘wijnpretpark’, zo wordt het althans getypeerd, dat maar vorige week zijn deuren opende. Hollande is er zelfs een bordeauxkleurig lintje komen doorknippen.

Het gebouw ziet eruit als een grote stijlvolle wijnkaraf en staat vlak naast de Gironde, net buiten de oude binnenstad.

Wie bij een ‘wijnpretpark’ denkt aan boomstammetjes die eindigen in een grote plas beaujolais, of een achtbaan in de vorm van een kurkentrekker, moet ik ontgoochelen.

La Cité du Vin is meer een soort van Technopolis, maar dan over alles wat met wijn te maken heeft.

De kaartjes bestelde ik vooraf online. Per half uur kunnen er 40 bezoekers binnen. Is dit om grote drukte te vermijden of omdat de organisatie nog verre van gerodeerd is, dat laat ik even in het midden.

We worden in elk geval koninklijk ontvangen. Alsof een nieuwe regering klaar staat om de eed af te leggen en wacht tot de vorst even tijd heeft gevonden om de excellenties sterkte toe te wensen, staat een leger fraai ogende jongelui ons op te wachten. Iedere medewerker is uitgedost in een fijn bordeauxgeruit hemdje om de stemming er al vanaf de draaideur in te krijgen.

Niet alleen aan de ontvangstbalie, maar ook enkele meters verder in de inkomhal, en nog wat verder door, ook op de tweede verdieping en bij elke stand staan er bordeauxkleurige mensjes. En het meervoud staat er wel degelijk opzettelijk: de medewerkers staan telkens minstens in duo, maar weten zelf eigenlijk niet hoe alles precies werkt.

We krijgen een audiogids toegestopt, niet zo een bakelieten exemplaar met een mouchen oortelefoon eraan die meer niet werkt dan wel, maar een soort van smartphone met een hightech-headset die ook de omgevingsgeluiden nog doorlaat op plaatsen waar dat nodig is en met een scanner om op alle punten met een boogjes-icoon extra info op te roepen in de juiste taal.

Hoe de audioguide ingesteld moet worden, is voor een van de twee bordeauxkleurige hulpjes een raadsel. Gelukkig weet zijn collega het wel. We krijgen de headsets opgezet en worden gedropt in een grote interactieve ruimte. Ook al staan er twee bordeauxkleurige hemdjes in de buurt van de inkom, uitleg krijgen we niet. Dan gaan we zelf maar op ontdekking. We scannen een boogjes-icoon en krijgen bij een scherm een gortdroge Schooltv-uitleg over de verschillende manieren waarop wijnstokken kunnen groeien.

De schermen zijn weliswaar geschikt tegen een soort van druivelaar en een filmpje duurt maar kort, maar toch zijn we niet in het minst geneigd om elk tv’tje af te gaan, want op die manier is er, snel gerekend, een uur voorbij en heb je gewoon naar een aflevering van Schooltv zitten kijken.

Veel fijner zijn de projecties in grote houten wijnflesdecors die je kunt sturen door met je hand het geprojecteerde scherm aan te raken. Ook hier zijn de filmpjes kort, maar er is tenminste een fun-factor, wat je toch van een wijnpretpark mag verwachten.

De geurstolpen die je kunt activeren door op een soort toeter te knijpen, geven redelijk realistische geuren af. Ideaal om je neus te testen.

Voor de rest zijn er heel veel digitale ensceneringen in het pretpark aanwezig. Scenes die worden nagespeeld met historische figuren, vertellers die een korte geschiedenis van Bordeaux doorlopen in aangepaste klederdracht, enz. De dialoogjes zijn redelijk flauw en bieden weinig meerwaarde, tenminste: voor ons als buitenlander werken komen ze niet over, mede door de Hollandse stem in onze hightech-oortjes. Ik beeld me in dat je verhalen van het Geluidshuis ook niet zomaar kunt vertalen en laten inspreken door de lokale Jan Becaus in het Hollands, Duits, Engels of Chinees zonder zowat alle charme te verliezen.

De bordeauxkleurige hemdjes komen we overal tegen en heel af en toe neemt er eentje het initiatief om naar ons toe te komen om ons te helpen. Dat we het icoontje anders moeten scannen, (draaiend met onze smartphonescanner) nee wacht, ok, het was toch goed. Veel plezier nog.

Het moet gezegd dat de samenstellers van de permanente tentoonstelling in La Cité kosten noch moeite hebben gespaard en buiten de eigen navel van de Franse wijnindustrie hebben gekeken. Zo zijn er interactieve interviews met wijnbouwers van over heel de wereld en zijn er indrukwekkende luchtbeelden van wijngebieden in elk continent.

Wie effectief de moeite doet om alle interactieve settings te doorlopen en de filmpjes uit te kijken, is zonder twijfel een volledige dag bezig en gaat daarna een pak slimmer en zonder twijfel als beter mens naar huis.

We doneren de audiogids bij de 3 (!) bordeauxkleurige collega’s van de bordeauxkleurige audiogidsoverhandigers. Twee meter verder staat er weer een bordeauxkleurige medewerker die ziet dat we de audiogidsen kwijt zijn, maar niets doet behalve ons zien passeren. Gelukkig moeten we allebei nog even naar de wc en kon de man ons verder helpen, zo is zijn dag niet volledig nutteloos geweest.

Dat een medewerker niet weet wat het logische vervolg is van het bezoek aan de interactieve opstelling, is op zich al redelijk problematisch. Dat hij niet de minste moeite doet om schuifelende bezoekers verder te helpen wanneer ze overduidelijk blijk geven dat ze even niet weten wat de volgende halte in het pretpark is, is hemeltergend.

We dwalen wat rond op de gelijkvloerse en de eerste verdieping, maar merken dat er niet veel meer te doen valt. Er zijn verschillende degustatieruimtes die er troosteloos bij liggen, er is een prachtige cilindervormige wijnshop die heel wat parels bevat, maar anderzijds ook maar 5 minuten duurt om te bezoeken, en de vele andere ruimtes op de verdiepingen zijn gesloten of er is niets te zien.

Het zal waarschijnlijk aan de recente opening liggen, maar de navigatie is duidelijk een werkpunt.

We stappen in de lift naar de 8ste verdieping en komen uit in een grote degustatieruimte met zicht op Bordeaux en de Gironde. Now we’re talkin’!

Aan de lange toog staan er weer vier legioenen bordeauxkleurige mensjes klaar om de bezoekers van dienst te zijn. Enfin, ‘van dienst’? Omdat niemand actie onderneemt, vragen we uiteindelijk zelf of we een glaasje kunnen drinken en wat de prijzen zijn. Even klinken op het nieuwe museum, 8 hoog in de wolken met zicht op Bordeaux lijkt ons immers een fijn tijdverdrijf.

Een van de bordeaux’tjes legt ons het concept uit: in de toegangsprijs is één glaasje wijn inbegrepen. We kunnen kiezen uit 20 wijnen. Elk legioen heeft dezelfde 20 wijnen klaar staan om de bezoekers snel te kunnen helpen.

Of we ze vooraf ook kunnen proeven?

Aan de blik van de dame achter de stijlvolle toog is onmiddellijk op te merken dat ze zelf niet echt ‘into wine’ is en ook het concept van het museum dat opgebouwd is rond alle sensaties van wijn niet begrepen heeft. Enfin, het is niet de fout van het bordeaux’tje natuurlijk, maar een verkeerde inschatting van de inrichters van het museum. Wat een idee om mensen puur op basis van etiket te laten kiezen uit 20 wijnen uit verschillende landen!

Omdat we ondertussen ver voorbij de middag zijn, lijkt het ons goed om nog even te lunchen in de taverne op het gelijkvloers voor we naar de Cognac rijden.

Alle tafels zijn bezet of liggen nog in puin van de vorige gasten. Op zich ook hier weer geen gebrek aan bordeaux’tjes, maar de service loopt voor geen meter. Bezoekers gaan door bij gebrek aan plaats en komen zelf tot aan de toog om hun gerechten te halen of te betalen omdat de diensters achterblijven.

We zetten ons aan een rommelig tafeltje. De dienster brengt ons de menukaart en de wijnkaart. Ik kies voor een Georgische wijn, Belinda gaat voor Bordeaux. We zien even later twee glazen wit op de toog staan. 10 minuten later staan ze er nog tot de serveuse ze naast elkaar op onze tafel komt zetten zonder aan te geven welk glas welke wijn bevat, er is geen brood en ook de karaf water die we gevraagd hebben, moet nog in de Gironde gevuld worden. Wanneer we het bordeaux’tje terug aan tafel vragen, weet ze gelukkig de juiste witte wijn onmiddellijk te benoemen, al zou het even goed een zelfverzekerde gok geweest kunnen zijn.

De lunch op zich is behoorlijk en best betaalbaar. Het kader is schitterend en mits de nodige coaching van enkele mensen met horeca-ervaring valt er zeker een toplocatie van te maken die ook toegankelijk is voor mensen die het museum zelf niet bezoeken.

Tijdens het wachten op mijn Georgiër, heb ik voldoende tijd om alvast even te bellen naar de cognacboer die ons reeds twee jaar van godendrank voorziet, een cognac ‘hors d’âge’ waarvan de oudste wijn die erin verwerkt is, dateert van 1965.

Geen antwoord.

Gelukkig dat de wijnen een tijdje op de toog staan te chambreren, zodat ik nog eens kan proberen.

Geen antwoord.

Een lichte paniek maakt zich meester. Ook van in de auto op weg naar de Cognac probeer ik een aantal keer om de man te bereiken.

Geen antwoord.

We besluiten tegen beter weten in naar het domein te rijden in de hoop de man er alsnog te treffen. Tevergeefs, alleen een druk blaffende hond en een gesloten poort.

Ik probeer nog eens te bellen, maar ook dat haalt niets uit.

Naar ons volgende verblijfsadres dan maar.

Olivier en Tinne baten sinds drie jaar Les Mirandes uit in Montmoreau-Saint-Cybard. Na een huwelijksreis via tientallen b&b’s in Frankrijk en een vijfjarig verblijf in Washington met de twee kinderen, stootte het koppel op een prachtig domein in de Charente. In totaal kunnen er 22 gasten verblijven. Hun cliënteel bestaat voor 95% uit Vlamingen die het geweldig toeven vinden op het oneindige landgoed.

Het verschil tussen Fransen die chambres d’hôtes runnen en Belgen is de oprechte hartelijkheid. Nog voor we de bagage uit de auto kunnen halen, vraagt Olivier of we geen zin hebben in een aperitiefje. Een pineau, lekker fris, het ideale aperootje als je vanop het grote terras uitkijkt op de vallei waar geen einde aan komt. Ook Tinne komt er gezellig bij zitten.

Om de twee dagen voorzien Olivier en Tinne ook een diner op het domein voor de gasten van de chambres, maar ook de mensen van hun gites sluiten er graag bij aan. Het is gezellig vertoeven aan de lange houten tafel waar 14 mensen kunnen genieten van het lekkers van de streek. Daar staat het koppel op: alles wat ze aanbieden moet uit de buurt komen. Een heel gezond principe met een geringe ecologische voetafdruk.

Op avonden dat ze zelf niet koken voor de gasten, doen ze er alles aan dat ook die avonden tot in de puntjes kunnen verlopen. Ze adviseren ons een van hun favoriete eetplekken in de buurt en Olivier zorgt zelfs voor de reservering.

Net voor we de bagage uit de auto halen, probeer ik nog een laatste keer te bellen naar de cognacboer. Als bij wonder hoor ik na drie beltonen ‘allo?’ aan de andere kant van de lijn. Of we nog konden langskomen vanavond? ‘Pas de soucis, monsieur.’

Twintig minuten later staan we terug op domein Les Grandes Jouberteries in Péreuil. De man is hartelijk en biedt ons een cognac aan om te degusteren ook al hebben we niet echt tijd, want een half uur later worden we in het restaurant verwacht. We nemen elk een andere cognac zodat we kunnen vergelijken.

In totaal nemen we 15 flessen ‘hors d’âge’ mee en 3 Napoleon. Meer oude cognac heeft de man niet meer gebotteld staan omdat hij recent op een wijnbeurs had gestaan en de oude cognac als zoete broodjes verkocht had. Wat wil je? Een dergelijke godendrank voor 38 euro? Hij drukt ons geruststellend op het hart dat hij nog voldoende op vat heeft zitten voor de komende jaren.

We krijgen zijn gsm-nummer mee om communicatieproblemen in de toekomst te vermijden en hem altijd te pakken te krijgen als we in nood zitten. De rode telefoon met die ene knop uit de Batman-comics dus.

Met een beetje vertraging arriveren we in Villebois-Lavalette, een klein dorpje dat reeds van ver boven het landschap uitsteekt. De tiende-eeuwse vesting oogt een beetje als Carcassonne in miniformaat. Liesbeth leidt ons naar een pleintje dat volledig is ingenomen door een enorme markthal die er al staat sinds 1665. Het houtwerk is zondermeer imposant: huizenhoog in verschillende niveaus met gigantische dwarsbalken. Ben je in de Charente, dan moet je hier zeker even passeren.

In een uithoek van de markthal staan er enkele tafeltjes, voor de rest is het plein verlaten en ook de straten liggen er verlaten bij.

We nemen plaats aan ons tafeltje en horen rondom ons meer Nederlands dan Frans. Naast ons zit een koppel dat een gite heeft bij Olivier en Tinne. Hun gerechtjes van Le Lavalettezien er alvast veelbelovend uit. Belinda gaat voor een hoofdgerecht en een dessert, ik kan moeilijk kiezen en neem het driegangenmenu. Mijn ogen blijken echter te groot, want na het hoofdgerecht annuleer ik m’n dessert.

Het Bourgondische leven blijkt zelfs voor mij grenzen te hebben.

(9 juni 2016)

Advertentie

Een gedachte over “De rode telefoon van Batman in de Cognac

Voeg uw reactie toe

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: