De airco op onze kamer heeft veel weg van de Airbus A380 die op 150 kilometer hiervandaan werd samengesteld. Het ding produceert decibels die je binnenshuis niet voor mogelijk houdt.
Vannacht was het kiezen tussen ronkende vliegtuigmotoren die voor verkoeling zorgen of de eerste nacht zonder airco sinds begin mei. We kozen voor het tweede en zetten de ventilator in de kamer als tweede keus aan.
Een bijzonder goede keuze, zo blijkt. Het is voorbij tien uur wanneer we wakker worden.
Belinda en ik gaan inkopen doen in de Leclerc, een soort van mini shopping center waar je tijdens het winkelen ook ineens een reis kunt boeken. Je vindt er werkelijk alles en dan ook nog eens in verschillende merken, versies en uitvoeringen.
We lopen verloren tussen de eindeloze gangen, maar slagen er toch in om ons boodschappenlijstje af te werken. Met twee maxi-karren vol eten en drinken voor de komende dagen, duikbrillen voor iedereen, sfeerlampjes voor op het terras, een extra verlengkabel (just in case), citronellakaarsen en andere prullaria gaan we in een van de vele aanschuifrijen aan de kassa’s staan. Slechts een derde van de kassa’s is bevrouwd, het gaat dus voor geen meter vooruit, vooral omdat iedereen met van die gigakarren staat aan te schuiven die zo mogelijk nog voller zitten dan de onze.
Wanneer het uiteindelijk onze beurt is, houden we ons hart vast voor de rekening. Die ligt gelukkig een stuk lager dan wat we hadden ingeschat.
Het terras waar de eettafel staat, ligt pal op het zuiden en dus in de gloeiende hitte van een stevige zomerzon. We plaatsen de parasol zo dat iedereen aan tafel in een streep schaduw kan eten. Zo is het net te doen. De temperatuur zit op de middag al een stuk boven de 30 graden.
Na het eten duiken de kinderen opnieuw het water in.
Ze spelen ‘Marco Polo’, een variant van tikkertje maar dan met de ogen dicht. Het spel werd genoemd naar de ontdekkingsreiziger die in zijn tijd ook nooit precies wist waar hij naartoe zou varen.
Terwijl we voortdurend ‘Marco’ en ‘Polo’ horen roepen in het zwembad nestelen we ons onder een boom die een brede schaduw werpt op een van de vele zithoeken van de tuin. Belinda met haar e-book, ik met mijn reisverslag.
Turend naar de enorme tuin vraag ik me af wat tegenwoordig de prijzen zijn van de huizen en de gronden in deze regio. Een kleine tien jaar geleden heb ik een tijd lang immosites in de gaten gehouden op zoek naar unieke locaties in dit stukje Frankrijk. Tegenover die tijd zijn de prijzen gestegen, maar je kunt hier nog steeds een mooi huis kopen op een serieus stuk grond, inclusief zwembad, voor de prijs van een stukje bouwgrond bij ons.
Ik droom hardop van een leven in Frankrijk en liefst in deze regio. De regio van de Middellandse Zee, mijn eerste voorkeur, zal over een jaar of tien niet meer te harden zijn omwille van de hitte en andere weerextremen. Ze gaat ook ten onder aan het buitensporige toerisme.
De regio van de Lot-et-Garonne kleurt groen en biedt heel wat kansen. Hier heeft het toerisme zijn littekens nog niet nagelaten. Dat zorgt, voorlopig nog, voor relatief lage prijzen op de immomarkt.
Huizen met hectaren grond koop je hier nog voor enkele honderdduizenden euro’s. Wil je exclusiever en bijvoorbeeld een oud klooster kopen waarin volledig uitgeruste gites tot 150 m2 (!) zijn ondergebracht naast een zeer ruim hoofdgebouw en enkele bijgebouwen, dan tel je zo’n 600.000 euro neer.
Een leven in Frankrijk, hoe vaak heb ik er al niet aan gedacht?
De vraag is vooral: wanneer is het het goede moment?
Gewoon verhuizen om hier te komen werken, lijkt me weinig meerwaarde te bieden. Dan is het beter eerst de schapen op het droge te hebben, zodat niks op zich meer hoeft en extra inkomsten uit een aantal gites mooi meegenomen zijn.
Verhuizen voor de kinderen hun studies hebben afgerond en op hun eigen benen staan, kan natuurlijk ook niet. Anderzijds moeten we ook niet wachten tot we oud en versleten zijn.
Het zondagmiddaggepieker eindigt abrupt wanneer Belinda met de Mölkky opduikt en de kinderen, die ondertussen allemaal op hun gsm zitten te turen, aanspoort om mee te doen.
Als we thuis zijn, zitten ze natuurlijk ook op hun gsm, alleen is het daar veel minder zichtbaar, omdat ze zich terugtrekken op hun kamer, in de chillroom of ergens buitenshuis als ze gaan ‘hangen’ met hun vrienden.
Tijdens het stokken gooien, valt op hoezeer ze vergroeid zijn met hun gsm. Lune en Robbe kunnen hun aandacht niet bij het spel houden, dus moeten de gsm’s aan de kant.
Even later tijdens de barbecue valt de wind. De bladeren hangen stokstijf aan de bomen.
Hoe sterk de kinderen ook in hun eigen wereld zitten, ze hangen wel enorm aan elkaar. De discussies en tweestrijdjes lijken meer een manier om met elkaar in interactie te gaan dan dat ze effectief hun gelijk willen halen.
Er is ook een veel grotere openheid naar ons toe dan ik zelf ooit heb gehad naar mijn ouders. Toen ik ongeveer hun leeftijd had, speelde ik af en toe ook wel eens ‘waarheid, durven of doen?’, maar dat was ver weg van volwassenen. Nu vragen de kinderen aan tafel of we mee doen. Lars leest de vragen voor van de truth or dare-app en iedereen doet mee. Zalig toch?
Het wordt stilaan donker. Tijd om de sfeerlichtjes aan te steken die ik vanmiddag aan de parasol vast heb gehangen. Ze geven te weinig licht om een krant te lezen, maar bij gebrek aan een krant is dat verre van erg, het zijn per slot van rekening sfeerlichtjes.
Geef een reactie