Zure meuk

Het is half 10 wanneer we aan de ontbijttafel verschijnen met een héél klein beetje honger.

Marco maakt ons een roereitje klaar met enkele pomodoro als contorno. Één toastje erbij en dat is ons ontbijt. De cakejes op het ontbijtbuffet ruiken nog naar de oven maar blijven onaangeroerd.

Als we niet opletten eindigen we nog als Carluccio.

De dag ziet er nog grijs uit, maar als we de buienradar mogen geloven gaan we richting zonovergoten.

Met de extra kartons van Costa dei Platani erbij zit de koffer propvol. Er kan werkelijk geen fles meer bij. Als we een hobbel in de weg iets te bruusk nemen, horen we af en toe flessen klinken. Wat een zalig geluid, alsof de verschillende nieuwe vinologische vondsten elkaar alvast willen leren kennen en niet uitgepraat geraken.

Plotseling bedenk ik me dat de Zwitsers geen deel uitmaken van de Europese Unie en dat het wel eens delicaat zou kunnen worden om met zoveel wijn de Zwitserse grens over te willen steken. Doemscenario’s doemen op. Een torenhoge boete omdat we veel te veel druivensap het land door willen smokkelen. Ellenlange vertragingen en bureaucratische toestanden met zegels, vignetten en lokale Jomme Dox’en. Of, en dat is echt het meest desastreuze scenario, het moeten achterlaten van een groot deel van de oogst.

Dramatische beelden branden zich op mijn netvlies van achtergelaten dozen die tegen een vergeelde muur aan de Zwitserse grens nog net de koffer van onze auto zien dichtslaan waar nog maar enkele flesjes inzitten. Het afscheid valt de flesjes zwaar, net nu ze elkaar zo goed hebben leren kennen, klinkend in de kofferbak, en bijna familie zijn geworden. Wanneer ik achterom kijk via de zijspiegel zie ik een Zwitserse douanier bruusk een karton opentrekken en daarna een fles die nog veel te jong is om gedronken te worden. Lichtrode druppels meanderen via zijn mondhoek naar beneden tot ze in zijn onverzorgde baard terecht komen, terwijl hij de arme fles klotsend doorgeeft aan zijn dikke collega, die op zijn beurt de fles aan zijn speklippen zet.

Dit mag nooit gebeuren!

We rijden over Frankrijk terug naar huis, dat is bij deze beslist.

Mentaal in rust, arriveren we in Alba, een provinciestadje dat min of meer op onze route naar Barolo ligt.

Het wolkendek trekt stilaan open en dan ziet een stad er à la minute een stuk vrolijker uit.

Albi is een bruisend stadje met erg veel winkeltjes en terrasjes. Om de drie winkels kun je er netzakken kopen in alle mogelijke smaken en kleuren, net als ijsjes trouwens. De grote ketens van onze winkelstraten zijn er echter niet te vinden, waarschijnlijk een protectionistisch kantje van de Italianen.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Hou je van kerken? Ook dan is Alba de moeite.

Net als zijn naamtegenhanger in de Gaillac, bestaat de kathedraal van Alba net als die van Albi volledig uit baksteen. Een bijzonder zicht als je de bekende Franse kathedralen gewend bent. Ere wie ere toekomt, het interieur van de Franse baksteenkathedraal is vele malen indrukwekkender dan dat van Alba.

Toch zijn er in Alba ook bijzondere kerkgevels en interieurs te ontdekken die je niet zou verwachten. Wat dacht je van een slordig op elkaar gemetste bakstenen gevel met daarachter een barok interieur waar jazz muziek klinkt?

Van al het gestruin, krijgt een mens dorst en stilaan ook een beetje honger. Onze eigen versie van La grande bouffe indachtig, besluiten we om het bij één gang te houden in de Ape winebar waar we ons aan de voet van de kathedraal een tafeltje hebben gezocht.

IMG_0813We bestellen een grote bol burrata met daarin verschillende kleine bolletjes mozzarella. Enkele groentjes en wat streepjes balsamico maken het geheel af.

Na de lunch gaan we aan het werk. Van m’n goede Nederlandse vriend Jan Anton kreeg ik de tip om zeker eens langs te gaan bij Il Bricco in Treiso. Het domein ligt prachtig tussen de heuvelruggen en van in de proefruimte heb je een fenomenaal zicht op de omgeving, ook al is de hemel ondertussen terug een stuk grijzer geworden.

De jongedame die ons kennis laat maken met het uitgebreide gamma spaart koste noch moeite. Telkens we een nieuwe wijn proeven, krijgen we een nieuw glas. Ze zet waterglazen voor ons klaar, een hoog glas met soepstengels en een mooi bordje salami.

Net voor ze de eerste wijn inschenkt, zegt ze dat we haar gerust mogen vragen om te stoppen, als we vinden dat ze te veel vertelt. Ze weet van zichzelf dat ze gepassioneerd kan blijven doorjeppen over de wijnen en dat proeverijen daardoor wel eens serieus kunnen uitlopen.

Op zich toch wel een unicum dat er een soort van virtuele stop-knop wordt voorzien om haar in haar woordenzee te onderbreken, goed wetende dat vrouwen volgens wetenschappelijk onderzoek drie keer meer woordjes gebruiken op een dag dan mannen.

IMG_0823

We duwen echter geen enkele keer op de knop. Ze vertelt boeiend en gepassioneerd over de druiven, de productie, de naamgeving en nog zo veel meer. De wijnkaart is handgeschreven en de wijnetiketten waren tot voor kort even ambachtelijk omdat la mamma ze zelf tekende.

De eerste wijnen die we proeven, een rosé, een Barbera d’Alba en een Nebbiolo, kunnen me wel bekoren, maar wanneer we aan de Barbaresco beginnen, loopt het mis.

Op zich is de geur niet verkeerd, maar wanneer ik een eerste slok neem, springen de zuren alle richtingen uit. Het vreemde is dat Belinda hem net veel zachter vindt dan de Nebbiolo. Ze is fan van Barbaresco en zeker ook van de van Bricco di Treiso.

We vertellen de jongedame dat we op weg zijn naar de Barolo. Een gevoelig punt, want er heerst al decennialang een strijd tussen Barbaresco en Barolo. Barbaresco is volgens haar ‘sneller op dronk en zachter en soepeler’ dan de Barolo die veel langer bewaard kan worden.

In de wijngids die Belinda vooraf had gekocht typeert de auteur de Barolo als een mannelijke wijn: stevig en robuust. De Barbaresco is volgens haar een vrouwelijke wijn: soepeler en eleganter.

Soepeler en eleganter?

In mijn mond annexeren de zuren mijn smaakpapillen. Ik proef niks meer.

Wijn proeven en lusten, is iets heel persoonlijks. Doorgaans delen Belinda en ik dezelfde wijnsmaken, maar niet als het over de Barbaresco’s en Barolo’s van deze wereld gaat.

Ook de jongedame wordt steeds lyrischer bij het inschenken van de wijnen. Hoe mooier de typeringen van de jongedame worden, hoe meer crescendo de prijzen evolueren en hoe meer ik het zonde van het geld vind. Bijna 30 euro voor zure meuk? Ik denk het niet. We houden het bij drie kartons: de rosé, de Nebbiolo en de volgens Belinda heerlijke ‘instap Barbaresco’ van 18 euro.  Ik zal me thuis wel focussen op de eerste twee wijnen waar mijn tandglazuur niet onmiddellijk van afschilfert wanneer ik een teug neem.

De jongedame doet ons hartelijk uitgeleide. Als een volleerde groundcontrol-medewerker op het tarmac navigeert ze ons perfect tussen alle hindernissen wanneer we achteruit taxiën richting de poort van het domein. Ook la mamma komt nog even wuiven. Wat een lieve mensen!

IMG_0840Liesbeth stuurt ons een klein uurtje later pal het centrum van Barolo in. Zo centraal ligt onze volgende uitvalsbasis: Casa Svizzera. Vlak boven een van de vele enoteca’s van Barolo. Terwijl ik de auto parkeer op een openbare parking aan de voet van de trappen naast de wijnwinkel, wijst de eigenaar Belinda de weg naar de kamer. Hij woont al heel zijn leven op dezelfde plek en is opgegroeid in het huis dat vroeger nog een coöperatief geweest is.

De kamer is verzorgd en modern ingericht. Van op het smalle terras hebben we een zicht op de openbare parkeerplek waar ik net de auto onder een boom heb gezet. Met alle wijn in de koffer, ben ik er toch niet gerust in. Jammer genoeg ben ik ervaringsdeskundige op het vlak van het ongewild sponsoren van dorstig tuig.

Onze eetplek van vanavond is de Osteria la Cantinella, gelegen naast de openbare parking. Hoewel de miezer in de lucht hangt, eten we buiten op het overdekte terras.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Het menu tradition is bijzonder lekker en weer kraakvers. Ook de Barbera d’Asti van Elio Altare die we er voor net geen 20 euro bij nemen is top.

Dat de kwaliteit van de wijnen in deze regio erop vooruitgegaan is sinds de jaren 70 is in grote mate te danken aan Elio Altare. De jonge wijnboer was in die tijd op bezoek geweest in de Bourgogne waar ze op een veel modernere en selectieve manier aan wijnbouw deden. Op dat moment spoten de Italianen nog royaal bestrijdingsmiddelen over de fruitbomen die toen nog tussen de wijngaarden stonden. Na hoogoplopende discussies met zijn vader haalde Elio de kettingzaag boven om alle vers bespoten fruitbomen om te zagen en even later hakte hij alle oude half verrotte wijnvaten stuk om ze later te vervangen door nieuwe moderne Franse barriques. Hij werd onterfd, maar na de dood van zijn vader keerde hij wel terug naar het domein.

Viva Elio!

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: