Terug naar fabrieksinstellingen

Met uitzondering van een vrijdagse snipperdag om een champagneweekend iets meer à l’aise te laten verlopen, is de komende week de eerste echte vakantieperiode van het jaar. Het leven van een kleine zelfstandige, zeg maar.

De vakantieweek die voor me ligt, ga ik volledig over me heen laten rollen. Met uitzondering van de notie dat we de regio Piemonte zullen aandoen, weet ik niet wat ons te wachten staat. Ik heb me niet verdiept in de adresjes die Belinda zorgvuldig heeft voorbereid, heb niets gelezen over de regio, over de wijnen.

Het gebeurde echter gisteren kort nadat ik m’n laptop dichtklapte: een leeg hoofd.

Waar anders zoals bij de betere deeltjesversneller gedachten ontstaan en accelereren, was er ineens niets meer dat geassocieerd kon worden met stress, oplossingen die per se bedacht moesten worden, vergadermarathons of andere energievreters.

Kwam het door de pastis die ik me inschonk, dat m’n geest in vakantiemodus ging?

Kwam het door de geestige conversaties met de kinderen tijdens de apero?

Kwam het door de barbecue die we ondanks de regenbuien toch lieten doorgaan, met het vuur buiten, de schuifdeuren open en de bakker en de eetlustigen lekker droog in de nieuwe keuken?

Of ben ik daarstraks gewoon iets te ver doorgeschoten met m’n wattenstaafje en heb ik mezelf per ongeluk terug op ‘fabrieksinstellingen’ gezet?

Geen idee.

Na de barbecue was de koffer in geen tijd gepakt en nog niet eens volledig.

Geen stress.

Zelfs het besef dat we niet naar mijn geliefde Frankrijk trekken, maar voor het eerst naar Italië, kan me niet uit m’n lood slaan.

Het is niet dat we net als Hannibal met een kudde olifanten eerst de Alpen over moeten en met die vooroordelen over de Italianen zal het ook wel niet zo’n vaart lopen. En als ze echt geen Engels zouden verstaan of als we geen ‘us time’ zouden overhouden, omdat we steeds bij ‘la mama’ op schoot moeten, dan vinden we er heus wel iets op.

Het ontbijt wordt vanmorgen verzorgd door bakkerij Martinus. Een van de laatste wapenfeiten voor de zaak jammer genoeg voorgoed de deuren sluit.

Met een curryrol en enkele koffiekoeken in de hand en een autobeker vol dampend hete koffie in de middenconsole, cruisen we naar het zuiden. De eindbestemming was ingevoerd, de route zou ons via Luxemburg over Duitsland en Zwitserland naar pastaland brengen. Toch volgens Google Maps die we gisteravond nog controleerden over de te nemen route.

Tot Luxemburg verloopt alles volgens plan, maar dan duiken we Frankrijk in via het lelijkste stuk van mijn tweede thuisland. De route richting Metz en Nancy heeft een troosteloosheid in zich waar het omgehakte park van Halle niet voor moet onderdoen.

Voor we het goed en wel beseffen, koerst de gps ons niet verder richting onze Duitse vrienden, maar los door de Elzas. Wie als Vlaming denkt te kampen met een identiteitscrisis – ben ik nu Vlaming, Belg of toch maar Europeaan? – is nog nooit in de Elzas geweest. De plaatsnamen op de bordjes langs de weg zijn een mélange van Frans en Duits, het gevolg van eeuwenlang de wisselbekerregio te zijn in het conflict tussen de Europese grootmachten.

Toch hebben ze zich er wel mentaal weten over te zetten, die Elzasiënzen. De dorpjes waar Liesbeth, onze GPS-stem, ons doorgidst omwille van onverwachte verkeersellende op de hoofdwegen liggen erbij zoals de gastvrije dames op de Chaussée d’Amour. Klaar om nog maar eens ingenomen te worden. Niet nog maar eens door de historische tegenstrever, dit keer wel door de toeristen. Alles ademt pittoresk, wijn en goed leven. Een regio waar we zeker eens onze terminus plannen, wanneer we geen meer zuidelijk gelegen doel ambiëren.

Ondertussen nadert de Zwitserse grens. Het meest neutrale land van Europa en mogelijk zelfs van de wereld kom je echter niet zomaar binnen. Voor het eerst in mijn leven nader ik een douanepost. Tot 1994 ben ik eigenlijk nooit echt het land uit geweest omdat de jaarlijkse vakantiebestemming van mijn ouders steevast in De Haan aan Zee lag. En daarna waren de douaneposten aan de landsgrenzen in verval geraakt door het opengrenzenbeleid.

Maar nu dus: een controlepost. Geen klamme handjes echter, want we hebben niets te declareren.

We worden willekeurig in twee fuiken geleid. In tegenstelling tot bij de kassa’s van de Colruyt zitten we vandaag in de snelle rij. De sticker van het wegenvignet die Belinda vooraf bij de Auto5 was gaan halen, is ons toegangsticket tot het zuiverste land van Europa en blijkbaar ook een anti-caravanmaatregel want in de komende honderden kilometers zien we niet één Nederlandse nummerplaat.

IMG_0580Zwitserland staat bekend voor zijn schone lucht. Niet vreemd als je bedenkt dat de bergen hier gevormd worden door opeengestapelde bomen. Ze liggen zo opeengepakt tegen de bergwanden dat ze vanop afstand lijken op mos. Het zijn er zo oneindig veel dat alle contouren vervagen.

Van het doorspiezen van hun bergen hebben de Zwitsers een nationale sport gemaakt. Ze begonnen eraan in de jaren 60 en in 1980 openden ze met veel bombarie de langste tunnel van Europa: de Gotthardtunnel. 17 kilometer lang maar liefst. En ze zijn er nog niet klaar mee want de komende jaren gaat de boor opnieuw in de berg voor een parallelle pijp.

Het contrast tussen de Alpen en de Povlakte kan niet groter zijn. Moest Jacques Brel z’n Italiaans iets beter zijn geweest dan zijn Vlaamsch, had hij waarschijnlijk Adamo indachtig de Povlakte bezongen als zijn vlakke land. Historisch gezien was de regio voor de Romeinen eeuwenlang een doorn in het oog, want aan deze kant van de Alpen waren de Galliërs lange tijd heer en meester.

Nu oogt de vlakte leeg en doods, toch als je ze vanop de autostrade gade slaat. De vruchtbare povlakte is een giga rijstveld geworden.

Pas wanneer je de tolwegen verlaat, begint de beschaving. En toch …

Het is ondertussen van in de Elzas geleden dat we nog een druif hebben gezien. En hoewel we onze zintuigen alvast kalibreren op de meest goddelijke wijnen van Italië, zien we er door de autoraampjes maar weinig van. Hoe maken die Italianen eigenlijk wijn? Toch niet van al die tonnen rijst uit de Povlakte?

Geen wijnrank te zien, honderden kilometers aan een stuk.

Net wanneer we met de moed der wanhoop een stevige ruk aan het stuur willen geven en spookrijdend richting Var willen verder zetten, duiken de eerste voorzichtig geometrisch afgeborstelde rijen wijnranken op. We zijn op 5 kilometer van de B&B. Van beproeving gesproken.

Vignale Monferrato, onze uitvalsbasis voor de komende dagen, torent gelukzalig uit boven de omliggende wijndomeinen.

IMG_0585

Het dorpje ligt er al een kleine eeuwigheid en de smalle steegjes zijn niet echt voorzien op de buitenlandse toeristen die via Waze de kortste, filevrije route volgen met hun veel te grote auto’s.

Elke keer we een steegje inrijden, waarschuwen de littekens van eerdere pogingen ons dat de draaicirkel altijd net iets te ruim blijkt voor de smalle straatjes waar met enige moeite een kleine Fiat in gedraaid raakt.

En als een oude Monferratees in zijn aftandse Fiat naar beneden dendert in een steil steegje waar je net je klimkabels hebt bevestigd om boven te geraken, kun je niet anders dan terug achteruit.

Het betere parkeergaragewerk brengt ons uiteindelijk zonder kleer- en andere scheuren tot bij onze gite, een relatief nieuwe B&B. Zo’n vier jaar geleden kocht een koppel deze oude boerderij bovenop een heuvel. Hij was een stadsmens uit Milaan, zij was thuis in deze regio. Na een tijdlang in Milaan gewoond te hebben, keerden ze naar haar geboortedorp terug. In anderhalf jaar tijd was de boerderij omgetoverd tot een groot huis met drie zeer smaakvol ingerichte gastenkamers met tongewelfjes van oude baksteen. Ben je wel voor wat antiek gesnuister, dan is La Casa nel Vento zeker je ding.

Het eerste vooroordeel dat bestaat over Italianen gaat al onmiddellijk de vuilbak in wanneer we rondgeleid worden: de man praat relatief goed Engels en is mee met zijn tijd. Prompt duwt hij een papiertje met de WiFi-code in mijn hand samen met de sleutel voor de automatische poort. Geen verblijf dus naast de koeien in een verlaten schuur van een oude spaghettivreter die met zo weinig mogelijk moeite wat bij wil verdienen.

IMG_0594Onze kamer heeft een eigen overdekt terras van meer dan 25 m² met zicht op de wijngaarden rondom.

Ook het zicht vanop het terras van het restaurant is vanavond de moeite. Dat kan natuurlijk niet anders als je je zaak Trattoria Panoramica Sarroc noemt.

Italianen hebben een rijke eetcultuur, in tegenstelling tot pakweg de Britten en de Nederlanders. Deze Bourgondische Vlaming is dan ook erg benieuwd naar ons eerste avondmaal in La Dolce Italia.

Eens we een plekje met zicht op de heuvels hebben gekregen, begint de ober van dienst al onmiddellijk sterk door ons de wijnkaart te offreren. Zo’n dag kilometers vreten, hydrateert een mens zodanig dat het zelfs anderen opvalt.

We starten met een flesje Prosecco. 16 euro voor het betere werk. Dat er geen ijsemmer bij werd geleverd kan drie boodschappen betekenen:

a) we hebben geen ijsemmer omdat iedereen hier per glas bestelt, gulzigaards!

b) jullie zien er zo uitgedroogd uit, dat we niet denken dat de Prosecco de kans zal krijgen warm te worden.

c) we serveren onze antipasti in zo’n rotvaart dat je geregeld zal moeten spoelen.

Bij de bubbels krijgen we een bokaaltje met knoflookolie waarin we met een houten prikker lokale zachte kaas mogen spiezen. Onmiddellijk verschijnt ook een mandje met overheerlijk vers brood. La dolce vita.

Wanneer we voor de tweede keer van ons glas lurken, schuift de ober een schoteltje overheerlijke charcuterie op tafel. Het gaat hier wel vooruit.

Als ik even later voor de eerste keer de glazen bijschenk, wordt het volgende hapje ingezet: een verse kaas met compote van gegrilde paprika.

Het is dus duidelijk optie c.

Op een moment dat je mentaal al een licht verzadigingsgevoel krijgt, komt de laatste antipasto op tafel. Een paprika uit de oven met een ansjovis-topping. De vorige hapjes zijn nog lang niet gezakt, laat staan dat ze verteerd zijn, ook al hebben we zelfs voor onze normen stevig gespoeld.

In plaats van zelf een keuze te maken uit de menukaart, hebben we de chef een selectie laten maken.

 

Deze slideshow vereist JavaScript.

Als primo krijgen we gnocci met kaassausje en een ravioli van ossenstaart. De Crivelli, een rode, frisse wijn past er perfect bij. Gegrilde polenta met ossenhaasfilet en wel erg droge rucola is onze secondo vanavond. Een minder goede casting in het geheel.

We sluiten af met chocolademelkcake gedrenkt in amaretto en uiteraard een espresso.

Iets over 10 keren we terug naar de gite.

rare2De opmerkzame lezer zal nu wel reageren met: ‘Hela, hola, 10 uur? Dan hebben jullie toch wel een tijdje daar gezeten. Was dat stukje over die ‘rotvaart’ dan niet weer schromelijk overdreven?’

Niet echt, beste opmerkzame lezer, de Italianen eten zo mogelijk nog later dan de Fransen. We hadden gereserveerd om 21 uur en zelfs toen wij doorgingen, kwamen er nog nieuwe klanten de zaak binnen voor hun eigen persoonlijke race.

Of zoals Obelix het in elke strip wel een keer zei: “Rare jongens, die Romeinen!”

(2 juni 2018)

 

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: