Om dit deel van de wijntrip voor te bereiden, vroeg ik m’n buurman André naar enkele must do’s. André organiseert jaarlijks champagnereizen die hij samen met zijn vrouw in detail voorbereidt.
Een recente ontdekking was Nicolas Peccavet, een champagneboertje in Vertus. In de notities die André bij het domein had gemaakt, stond ‘belleke trek doen en niet mailen of bellen, want hij neemt toch niet op’. Bij Peccavet zouden de champagnes reeds starten vanaf 12 euro.
Na het uitgebreide ontbijt op het terras waar de ochtendzon de temperatuur al ferm de hoogte in duwde, geven we de bestemming in. We zijn vertrokken voor een dag met maar liefst vier champagneboeren op het programma.
Nergens in de straat van bestemming is er een aankondigingsbord van de champagneboer te vinden. En ook van het eigenlijke adres, een gewone vrijstaande woning van dertien in een dozijn, valt op geen enkele manier af te leiden dat hier een champagnehuis gevestigd is.
De deurbel aan de straatkant zorgt niet voor de verhoopte reactie. Dan maar zelf de poort opendoen en nog eens proberen aan de deurbel van het huis zelf. Opnieuw geen reactie. Tot zover ‘belleke trek’. De buurvrouw die op dat moment buitenkomt, weet ook niet of Nicolas thuis is, maar verwijst door naar zijn ouders die iets verderop wonen.
We rijden het centrum van Vertus in op zoek naar ‘het huis naast de bakker’. Wat hebben die Fransen toch tegen straatnamen en huisnummers, vraag ik me af. De ouders blijken mensen van betere standing, dat valt in elk geval af te leiden van hun vorstelijke woning. Ze moeten ons teleur stellen: zoonlief is met vakantie. Champagne slurpen zit er niet in dus.
0 op 4. Niet echt een goed begin.
We besluiten om iedere champagneboer te bellen voor we er naartoe rijden en maar goed ook, want ook de tweede zit in vakantiemodus. Het gezin Bression vertrekt deze namiddag voor een paar dagen op reis, maar wil ons nog wel ontvangen.
Via kronkelige baantjes tussen de velden bereiken we een nieuwe woning met een eindeloos uitzicht op de weiden, velden en wijngaarden in de omgeving.
Een frisse jongedame met kort haar en korte broek ontvangt ons enthousiast en loopt ons voor naar het terras achter het huis. De tafel van 8 lijkt voor ons voorbestemd. Omdat ze niemand meer hadden verwacht, heeft ze niet alle champagnes koud staan en andere staan al een tijdje open blijkbaar want de opwaartse draaikolk die we gisteren nog mochten ervaren bij Camille Grellet is hier afgezwakt tot wat ondersteboven gemiezer.
De zaak is een familiebedrijf dat gerund wordt door Sébastien en zijn broer. Ze verwerken vooral druiven van wijngaarden die ze niet zelf bezitten.
De eerste champagnes van Bression Sébastien die we proeven hebben allemaal een hoge zurigheidsfactor wat niet mijn ding is. Maar smaken verschillen, want Sinneke en tante Leen vinden ze wel super lekker. En dat is maar goed ook, want anders zouden ze met al die champagne blijven zitten.
De Cuvée Millésimée en vooral de Cuvée des Anges zitten wel volledig in mijn smakenpallet. De laatste is een maaltijdchampagne die je ook bij een stevige comté of lekkere foie gras kan schenken. Het is een champagne die eik heeft gezien en dus gemaakt werd op de manier zoals dat initieel gebeurde in de champagne toen er nog geen sprake was van inox. Hij mag nog 3 à 4 jaar liggen, maar of hij dat gaat halen, valt te betwijfelen.
Sébastien raadt ons aan om te lunchen in hotel restaurant De La Place in Montmort Lucy, aan de voet van een prachtig champagnekasteel. Het weer is subtropisch en we zoeken ons een plekje op het terras. Dat is echter buiten de serveuse gerekend. De peervormige jongedame monstert ons naar binnen omdat ze zo meteen ‘nog Belgen’ verwacht voor de lunch. Vreemd, we zien geen bordjes met ‘gereserveerd’ staan op de terrastafels, maar we volgen de peer naar binnen. Het interieur is een combinatie van een café en een krantenwinkel, maar er staan nergens tafels. De jongedame wobbelt dwars door de zaak tot in de achterkamers die volstaan met kringloopwinkelmeubilair.
Moeten we hier eten?
De peer waggelt nog verder langs een ruimte die ingericht is als een soort van terras met goedkope plastic stoelen tot we uiteindelijk in een gigantische zaal komen die volledig is ingedekt alsof er elk moment een trouwfeest zou kunnen beginnen.
Wanneer we goed en wel zitten, passeert een groep Belgische senioren langs onze tafel. Het valt me op dat hoe ouder de voorbij strompelende heren zijn, hoe hoger hun broek komt. Bij de oudste van het gezelschap hangt de broekriem meer dan 10 centimeter boven zijn navel. Gelukkig dat mensen niet onsterfelijk zijn, anders zouden de mannelijke specimen op een bepaald moment in hun leven door hun ritssluiting moeten eten.
Even later volgt een tweede lichting oude Belgen waardoor de zaal bijna voor de helft gevuld is. Het geeft een idee van de omvang van de huwelijkszaal: hier kunnen gemakkelijk vijf bussen terecht voor de lunch: champagnetoerisme ten top.
Het eten is eenvoudig, maar best lekker. De passe-partout champagne erbij is redelijk flauw.
Dat kan niet gezegd worden van de champagnes van Yannick Prévoteau, de eerste champagneboer van de namiddag. Ze hebben dezelfde zurigheid als die van Sébastien Bression en gaan zelfs nog iets scherper. Ik begin te twijfelen aan mijn smaakpapillen, want de andere champagneslurpers aan onze tafel zijn wel overwegend enthousiast.
In tegenstelling tot vanochtend zijn ze hier wel voorbereid op bezoekers. Prévoteau heeft zonder meer de mooist ingerichte degustatieruimte die ik in de Champagne al gezien heb. Alle champagnes zijn perfect op temperatuur en er is ook gedacht foldertjes met typeringen van de champagnes en foodparingsmogelijkheden.
Het oogt allemaal een stuk commerciëler dan de kleine boertjes die we al bezocht hebben. Zelfs de prijslijst is slim bedacht. De prijzen staan per aantal flessen vermeld en zakken naarmate je meer flessen van dezelfde champagne koopt. Het verschil tussen de prijs van één fles en van diezelfde fles tussen 5 identieke flessen in een doos loopt op tot enkele euro’s. Terwijl iedereen denkt kwantumvoordeel te doen door meer flessen te kopen, creëren de champagneboeren eigenlijk alleen maar die illusie. De prijs op de bestelbon is immers de prijs per zes flessen. Als je er minder koopt, worden de flessen duurder. Het is een beetje als bellen naar Proximus met een klacht over je abonnement, vervolgens een duurder abonnement aangesmeerd krijgen en nadien oprecht geloven dat je voordeel gedaan hebt.
Terwijl de andere champagneslurpers afrekenen, bel ik alvast naar Boulard Bauquaire, een vaste stop die we morgen op de terugrit willen aandoen. Het is een huis met subliem lekker spul en deze mag dus niet ontbreken.
Als een donderslag bij heldere hemel blijkt het huis morgen uitzonderlijk niet open te zijn.
Merde!
We rijden enkele straten verder tot bij Louis Casters waar Sinne en tante Leen elk een aantal dozen bunkeren. Ik blijf in de auto zitten om te bellen naar Dhondt-Grellet om zeker te zijn dat ze ons straks kunnen ontvangen. Niemand neemt op.
Ook het andere domein van de namiddag en zelfs de goedlachse Bardy Chauffert zijn vandaag gesloten.
Wat is hier aan de hand?
Dit is toch geen uitzonderlijk weekend? Exact een jaar geleden waren we ook in de Champagne en toen konden we overal terecht. In Epernay is er een bierfestival dit weekend, maar om daarvoor de tent te sluiten, lijkt me sterk.
In het wilde weg binnenrijden bij champagneboertjes waar wel een bordje met ‘ouvert’ uithangt, lijkt me niet zinvol. We keren onverricht ter zake terug en gaan aan de apéro op het terras.
Terwijl Leentje de dames van het gezelschap maquilleert komt Sabrina even langs. Volgens haar heeft de gesloten deur van de champagnehuizen te maken met het weer. Het weer is uitzonderlijk goed geweest de voorbije weken, waardoor het werk in de wijngaarden ook naar voren geschoven is. Kleine wijnboeren hebben weinig volk in dienst en moeten dan kiezen tussen de wijngaard en de commerce. Bovendien is er stilaan een nieuwe generatie champagneboeren aan het komen die het champagnehuis van hun ouders overnemen, maar geen zin hebben om ook volledige weekends te werken.
Dommage.
We laten het niet aan ons hart komen en rijden naar La Banque, een eerder chicque brasserie in Epernay. Vorig jaar sloten we er ook de wijntrip af. Ook in het restaurant zijn ze blijkbaar verrast door het mooie weer want ze zijn met te weinig garçons om de tafels te bedienen. Onze wijn is niet koud en het eten niet warm genoeg.
Maar ook dit kan ons niet van de wijs brengen.
We genieten dan maar van onze laatste avond met bubbels op ons eigen terras.
(10 juni 2017)