Op het zonneterras wordt vanmorgen druk gespeculeerd over de mogelijke coalitievormingen op Vlaams en federaal vlak. In het druilerige België liggen de kaarten evident voor wie durft, maar moeilijk voor wie plat politiek de strategie de bovenhand laat halen.
Op een kleine tien minuten zijn wij er alvast uit. Wat die Zuid-Franse sfeer, die azuurblauwe achtergrond en die nieuwe hoed, die echt wel nodig is vanmorgen ter bescherming tegen de brandende zonnestralen, al niet kunnen doen.
We staan op het punt De Wever en Co. te bellen met de suggestie hier ook een huisje te huren, ver weg van de pers en midden in de juiste atmosfeer. We zijn bereid enkele kartons Val de Gilly te sponsoren, op voorwaarde dat ze er uit komen op een week tijd. Lukt het niet dan kopen we het domein over op kosten van de Belgische staat.
Deal?
Natacha, Johan en hun dochter komen persoonlijk afscheid nemen wanneer we vertrekken richting Provence.
Als tussenstop tikken we Domaine de la Fouquette in. Het ligt op de Route de Gonfaron in Les Mayons. Een huisnummer staat niet vermeld in de Guide Hachette, maar dat komt wel meer voor in Frankrijk.
De verhakkelde vrouwenstem met een spraakgebrek gidst me naar de Route de Gonfaron. Het domein is echter niet te vinden. Na een tiental kilometer kom ik uit in Gonfaron zelf, maar ik ben ondertussen het domein niet tegen gekomen. Ook de andere auto’s wiens gps hen blijkbaar naar een andere plek heeft geleid, zijn nog steeds niet ter plaatse.
Plots valt mijn oog op een wegwijzer naar het domein. En ook iets verder kom ik er een tegen. Ik besluit de wegwijzers dan maar te volgen, ook al wijzen zij naar een compleet andere richting dan de Route de Gonfaron.
Deze streek is prachtig om door te rijden, zelfs wanneer je frustratie steeds groter wordt omdat je het adres niet vindt dat je zoekt. Ik heb ondertussen in Frankrijk al menig uur verloren door een gebrek aan precieze adressen. Begin hier maar eens als nieuwe facteur je post te sorteren op een nieuwe route. Niet moeilijk dat die mannen hier allemaal met autootjes rondrijden tijdens hun queeste naar de juiste brievenbus. Het kost La Poste jaarlijks een kleine oliestaat aan brandstof denk ik om die paar brieven rond te dragen die in dit e-mailtijdperk nog ergens in een bus gedropt moeten worden.
Tien kilometer lang is er geen bordje meer te zien van het domein. Het voelt zeer onwennig aan niet te weten waar je uiteindelijk zult uitkomen en of je überhaupt nog wel op de juiste baan zit. Ik passeer een schildpaddenboerderij en enkele andere wijndomeinen en zie plots een enorm bord van het domein opduiken, inclusief enkele emblemen die aangeven dat de wijn van De La Fouquette ook in de Guide Hachette staat. De gps geeft echter een compleet andere naam aan dan Route de Gonfaron.
Bon, we zijn er. Dat is het belangrijkste. Het domein maakt biowijn, zoals dat steeds meer in de regio begint te gebeuren. Hierdoor krijg je soms enorm grote smaakverschillen tussen verschillende wijnjaren omdat ze nog enorm evolueren in de fles, en niet altijd in de goede richting. Uiteindelijk neem ik geen rode wijn mee omdat je niet weet wat je zult krijgen als je hem iemand presenteert. Ik ga wel voor een verfrissende rosé met een lichte pompelmoestoets die deze zomer op het terras zeker in de smaak zal vallen. Vanaf volgend jaar staat ook deze rosé in de Guide Hachette, weet de proefdame ons te vertellen.
Onze volgende stop is Avignon, de pausenstad. Na 170 kilometer parkeren we de auto onder het grote plein vlak voor het Palais des Papes.
Het plein trekt heel wat toeristen aan, zelfs in deze iets kalmere toeristische periode. De lokale straatartiesten vinden er dan ook een zeer gewillig en aandachtig publiek. Vanop het terras waar we lunchen, pikken we het optreden van een sopraan mee die met enkele minder bekende aria’s het volledige plein inpakt, ondersteund door een begeleiding op iPod. Elke artiest heeft blijkbaar een tijdslot. Na een half uur zit de volgende ongeduldig te wachten aan de rand van het plein om het van haar over te nemen.
Het paleis doen we niet. Er moet immers nog wijn geproefd worden en de uren die je bij de paus verliest, ben je onherroepelijk kwijt. We lopen nog wel even langs de Pont d’Avignon die vooral bekend is van de oorworm die je eraan overhoudt als het nummer ook maar een keer geneuried wordt. Voor de rest stelt de brug niets voor, je kunt ze zelfs niet gebruiken om de andere oever te bereiken.
Voor we naar de gite keren, willen we nog even langs het domein van Christophe Coste in Saze. Het domein ligt er verlaten bij: paletten met lege wijnflessen, metalen kratten vol oude wijnranken, grote citerns met weet ik wat voor goedje in, rolluiken die halfstok hangen. Het ziet er niet direct feestelijk uit, ondanks de lovende woorden van de wijngids. Er lijkt op het eerste zicht geen levende ziel te bekennen, tot we uiteindelijk de man des huizes zien. Sinds kort kan er niet meer geproefd worden op het domein, maar in een soort Maison des Vins verderop.
Een Maison des Vins dat we met zijn routebeschrijving niet vinden en ook de mevrouw van de gps kan geen hulp bieden omdat de locatie nog niet opgenomen is in haar favorietenlijst.
Mijn instinct brengt me echter al gauw naar het Maison des Vins in de buurt van Laudun, waar we voor het eerst onze Frankrijkvakantie doorbrachten en verliefd zijn geworden op het land.
Na al die jaren staat nog steeds dezelfde bonhomme in de zaak die niet liever doet dan zijn klanten te entertainen en het beste van de regio wil laten proeven.
We krijgen verschillende witte wijnen, rosés en rode wijnen voorgeschoteld, telkens uit een ander glas. De ene wijn is nog niet ingeschonken of hij is al bezig met de volgende topper klaar te maken voor degustatie. Niet om ons snel buiten te krijgen, integendeel, wel om snel referentiepunten te hebben om de smaak van de klanten correct in te schatten en nog enkele andere flessen open te trekken. Ondanks het ver gevorderde aankomstuur maakt hij ruimschoots tijd voor ons en begint hij al gauw (en hier mogen we ondertussen van een traditie spreken) over de politiek in Europa, de verkiezingen van vorig weekend, het rare land dat België heet en nog andere thema’s waar hij statements over lanceert om reacties uit te lokken tijdens het proeven. Het is eens iets anders dan een eindeloze beschrijving te krijgen van heuvelruggen waar wijnranken tegen staan die zoveel dagen zon hebben gekregen, wijnen die zijn samengesteld uit zoveel procent van die druif en zoveel procent van een andere en andere weetjes die waarschijnlijk wél interessant zijn voor mensen die ons liefhebbersniveau overstijgen.
Naast verdeler van lokale wijnen, is de man ook verkoper van lokale producten zoals saucisson en hesp, tapenades, honing, mosterd en ander lekkers. We kiezen alvast wat vlees uit het ruime aanbod om straks als knabbeltje te dienen bij een goed glas wijn.
Terwijl de man onze bestelling klaar zet, valt mijn oog op twee bibes van hetzelfde domein waar ik net witte wijn van geproefd en besteld heb. De wijn is niet identiek, maar is volgens hem prijs/kwaliteitgewijs echt zeer goed: 17 euro per vaatje van 5 liter.
‘Leg ze maar bij op de kar’, zegt de man.
Bij het afrekenen, telt hij de vaatjes niet mee. Cadeautje van de zaak. Ook de fingerfood van vanavond wordt niet in rekening gebracht. In totaal een attentie van 60 euro.
Nadat we de auto van Swa hebben volgeladen, snijden we op de parking op een van de decoratieve wijntonnen de hesp aan om alvast even voor te proeven. Nog geen minuut nadat het mes zich voor het eerst in het vlees heeft geplant, gaat de schuifdeur van de winkel open.
Willen jullie geen flesje wijn erbij? Wacht, ik haal iets!
(Zalige man)
We slalommen richting Mont Ventoux en moeten onderweg geregeld uitkijken voor wielertoeristen en andere gekken die op een groot uitgevallen skateboard de binnenbochten nemen bij het afdalen. Levensgevaarlijk! Sport, bedoel ik dan.
L’Acacia en Provence, het huis waar we overnachten ligt in La Roque-Alric, een prachtig klein dorpje. We krijgen de volledige eerste verdieping voor ons vieren: twee volledig uitgeruste appartementen met elk een eigen keuken, aparte slaapplaatsen. In elk appartement twee aparte douches en een wc, volledig ingericht in lokale stijl met een stevige scheut nostalgie zonder dat de term ‘rustiek’ van toepassing is. De lavabo in mijn appartement is een oude, lange voederbak in natuursteen die afloopt naar een kant en het water doet uitkomen in de douche die op zich zeer basic is, maar perfect past in het geheel.
De eigenares van al dit fraais is de Nederlandse Joanna. In een vorig leven was ze journalist en restaurantuitbater.
We schuiven met plezier onze voeten onder tafel op het terras met een prachtig zicht op de groene heuvelruggen die een afwisseling zijn van wijngaarden, bossen en lage struiken.
Joanna bereidt in een wip een heerlijke driegangenmaaltijd met lokale producten, begeleid met wijnen uit de buurt. De borden zijn voorverwarmd, over de schikking is duidelijk nagedacht en de kleuren en smaken spatten van het bord. Deze dame weet indruk te maken in alle eenvoud.
We sluiten af in het appartement van Jef en Wim met fingerfood, ook al hebben we niet direct honger, en met wijn, want we hebben wel dorst.
(28 mei 2014)
Geef een reactie