Wanneer de elektrische rolluiken ’s ochtends omhoog rollen, valt fel zonlicht de kamer binnen. In geen tijd wordt het volledige interieur door de ambitieuze zon meegetrokken die duidelijk plannen heeft vandaag. Terwijl ik mijn tanden stond te poetsen, heeft ze reeds alle wolken weggebrand, behalve een kleintje net boven een heuvelrug. Waarschijnlijk als stille suggestie dat haar werkdag al eerder was begonnen dan die van mij.
Na een verkwikkende douche verschijn ik fluks op het ontbijt dat op het zonneterras wordt bediend. Ook Wim is stipt van de partij. Van de twee anderen geen spoor. Volgens Wim zijn ze nog enkele uurtjes verder gegaan met het proeven en herproeven van de Sanglière die Swa gisteren had ingekocht. Dat zijn natuurlijk enorm verzachtende omstandigheden in een gezelschap van amateur-oenologen.
Even later verschijnen ze ten tonele en beginnen we aan het ontbijt. Het aantal liters koffie dat genuttigd wordt, moet niet gek veel onderdoen voor de liters rode liquiden waar gisteren de avond mee werd afgesloten. Blijkbaar hadden de heren nog een tweede vaatje geproefd en herproefd nadat de jongsten van het gezelschap de dag hadden afgesloten. Gewoon om zeker te zijn.
Een uitgebreid buffetje staat ons binnen op te wachten: verschillende soorten brood, allerhande beleg, vers gesneden fruit, yoghurt en alles waar je thuis niet direct de tijd voor vindt in de week om de dag goed mee te starten. Toch niet om er rustig van te genieten wanneer je van nachtstand overgaat in dagstand.
Op het zonneterras kan dat uiteraard wel. Johan komt als volleerde gastheer geregeld langs aan tafel met koffie, fruitsap en vers gebakken roerei met spek. Ondertussen zuigen we de atmosfeer van de azuurkust op. Het zicht is even weids maar toch anders dan gisterenavond. De baai lijkt professioneel belicht zoals de gemiddelde Miss België tijdens een of andere badpakkenspecial in even azuurblauw water.
Op het etiketje van de placemat staat het merk gedrukt: ‘Tout simplement”. Inderdaad, beter kan ik het niet verwoorden.
Tijdens de rit naar Fréjus zijn De Strangers weer van de partij en ook zij zitten vanmorgen in Zuid-Franse modus. Zonder iets aan de volgorde van de nummers op de cd te doen, klinken er wel 8 liedjes waarvan het origineel van Franse makelij is. De nummers op de verzamelcd’s staan in chronologische volgorde wat aangeeft dat in de jaren 70 en 80 het Franse chanson ook op onze zenders veel prominenter aanwezig was. Op af en toe wat Arno en natuurlijk de onvermijdbare Stromae lijkt het Frans voorgoed geschrapt van de hedendaagse playlists.
Het bisschoppelijk paleis van Fréjus poseert gewillig voor de straalblauwe lucht waardoor de oranjekleurige stenen van het veertiende-eeuwse gebouw fel contrasteren met de achtergrond.
Het paleis is tegenwoordig ook zonder gids te bezichtigen waardoor je tempo kunt maken en niet hoeft te wachten tot de heer of dame in kwestie uitgeouwehoerd is over een of ander postuurke. Je hoeft ook niet te wachten tot alle bezoekers slaafs achter de gids een hoekje om zijn gegaan om een foto te trekken waar geen Japanners op staan met een veel te grote zonnebril, fluo sportpak, obligate zonnepet of paraplu.
Rust, daar gaat het om.
Het paleis stond in vroeger tijden ook al gedeeltelijk open voor de stedelingen. Zij vergaapten zich sinds de veertiende eeuw ongetwijfeld ook aan de honderden veelkleurige tafereeltjes die op de larikshouten balken waren geschilderd en tot op de dag van vandaag redelijk goed bewaard zijn gebleven. Naast religieuze taferelen werden vooral bestialiteiten geschilderd: vreemdsoortige wezens met lange nekken, nonnetjes met wieltjes, kopvoeters, enz.
De rest van het paleis is minder indrukwekkend, al krijgen we toch ook even een licht bisschoppelijk gevoel als we in een klein kamertje het raam aan de kant van het plein openzwieren en lichtpauselijk zedig handschuddend onze zegen uitspreken over de stad en de wereld.
Na een dubbele espresso op het plein voor het paleis, rijden we richting Grimaud. Als je een aantal keer in de Var bent geweest, weet je dat het bijna heel de dag bumperkleven is van Sainte Maxime tot St.-Tropez. Dat is ook vandaag niet anders. Sterker nog: de gps geeft zelfs al zware vertragingen aan voor Sainte Maxime.
We kiezen daarom voor de tolweg en eens de afrit genomen, slalommen we door het Massif des Maures. Deze regio ken ik ondertussen zeer goed. In 2010 waren we met het gezin in Le Plan de la Tour op vakantie in een gehucht met zicht op de enorme heuvels en twee jaar geleden was ik hier opnieuw tijdens de eerste wijntrip.
In de Déjà Vu (hoe toepasselijk), een bistro op het pleintje voor het gemeentehuis van Le Plan de la Tour zoeken we de schaduw op onder een van de enorme platanen die samen met een klatterend fonteintje en de gekleurde huisjes met houten luikjes het pleintje uit elk fotoboek doen springen.
Twee jaar geleden aten we al een keer op het terras van deze zaak. Een enorme côte de boeuf was toen het diner waar we met steeds weer vocht opwekkende speekselklieren aan terug dachten in de dagen die erop volgden. Perfect gebakken vlees met een zelfbereide roquefortsaus, maar ook met champignon- en pepersaus.
Deze keer gaan we voor boeuf met foie gras en truffel, met een prima truffelsaus als glijmiddel.
Het eerste wijndomein dat we aandoen is dat van Val de Gilly in Grimaud. Een domein dat ik sinds 2010 iedereen aanraad die in de regio op vakantie gaat.
We worden ontvangen door een frisse jonge verschijning die nog maar enkele maanden de proeverijen in goede banen leidt, want hoe afgelegen het domein ook moge liggen, het is een af- en aanrijden van toeristen en lokale liefhebbers om de godendrank te komen degusteren. Een min of meer vaste kracht in de degustatieruimte is dus geen overbodige luxe, wil je niet voortdurend van je wijnbouwwerk gehouden worden, want wijn moet nu eenmaal ook gemaakt worden.
De prijzen zijn lichtjes mee geëvolueerd sinds onze eerste wijntrip maar zijn nog steeds te laag voor de kwaliteit in de fles. Zoals steeds proeven we alles wat er te proeven valt, een redelijk evidente proeftechniek voor iemand die in het leven staat met de idee dat het leven niet ‘of … of …’ is maar ‘en … en …’.
Als je wit, rosé en rood proeft, doe je dat steevast in deze volgorde. Meestal gaat bij het proeven per type naast de kwaliteit ook de prijs omhoog. Toch is het cruciaal om vooral je eigen smaak te laten primeren en niet te gaan voor wat ‘duurder is en dus beter’. Zo heeft Val de Gilly als duurste rode wijn (9,6 euro, sic) eentje die maandenlang eiken vat heeft gezien. Op zich best wel lekker, maar de wijn er net onder is niet alleen 2,5 euro goedkoper, hij heeft in mijn ogen nog meer groeipotentieel, wat door de proefdame niet werd tegengesproken.
Omdat we nog iets of wat van festiviteiten van plan zijn het komende jaar bestel ik 22 dozen en ook de anderen bestellen ruim voldoende. De achterbank van de Audi gaat plat en een eerste volledige laag wordt ingeladen.
Om het degusteren van de wijn nog iets meer lokaal cachet te geven, koop ik ook 6 wijnglazen die naar verluidt onbreekbaar zijn. Gezien mijn bestelling, krijg ik een extra doosje glazen cadeau en voor vanavond schenkt de eigenares, die ondertussen mee is komen inladen, nog drie flesjes rosé van het huis.
Wil je ze graag in een doosje?
Graag.
Even later komt ze terug met een karton van zes omdat ze haar plakbandroller nergens kan vinden.
Je krijgt ze alle zes cadeau.
Op naar St.-Tropez. De mondaine badplaats kun je bezwaarlijk een stad noemen. ‘Stadje’ is eigenlijk ook nog iets te ruim bemeten qua typering. St.-Tropez is een dorp, een heel rijk dorp waar iedereen gezien wil worden.
Als je de haven van op afstand bekijkt, valt een flink stuk van de in verval geraakte huizen weg, omdat een of andere meerdewaardezoeker er zijn sloep voor heeft geparkeerd. Huizen die elk toch wel enkele etages tellen. De jachten liggen er bakboord tegen stuurboord, de ene nog opzichtiger dan de andere en allemaal ingeschreven in de Kaaimaneilanden, een van de bekendste belastingparadijzen. De grotere jongens hebben een hele equipe aan personeel mee om met het ding te varen, de keuken een keer te gebruiken en ook dat zwembad aan boord proper te houden als de eigenaars er even geen zin in hebben.
Eigenaars van dergelijke drijvende eilanden leven in hun eigen ecosysteem en hebben zelden uitstaans met de rest van de wereld. Heel sporadisch komen ze eens van boord om met een scooter wat rond te toeren op de dijk terwijl ze genieten van de vele ogen die hen vanop de naar de dijk gekeerde zeteltjes aankijken.
Hebben we het gemaakt of niet?
Na The Sky is the Limit, de decadente realityreeks op Vier over rijke stinkerds, verwachten we minstens Harry en Olga voorbij te zien lopen vanop een van de terrasjes. Tevergeefs.
We concentreren ons dan maar op de espresso waarvan elke drup 1 oude Belgische frank kost. Belachelijk duur, maar uiteindelijk kost een dagje Planckendael ook al gauw enkele tientallen euro’s en daar kun je op zo’n korte tijd onmogelijk zoveel te zwaar uitgedoste, bronstige, kokette en andere rare diersoorten aanschouwen.
Bij het voorbereiden van de wijntrip heb ik ook enkele wijndomeinen geselecteerd in de buurt van St.-Tropez. We toetsen het eerste domein in en de gps geeft een dikke 10 kilometer aan. Hoppa, wij weg.
Toch voor een meter of 50, want net buiten het parkeerplein staat alles muurvast. Vijf minuten lang is er zelfs geen beweging merkbaar zover je kunt kijken in de file langs de azuurblauwe kustlijn. Alternatieve routes geven aan dat we minstens de eerste 5 kilometer de colonne moeten volgen en dan via haarspeldbochten landinwaarts wel een kans zouden maken. Alleen tikt de klok op dat moment vier keer sneller dan normaal. De tijd verglijdt en de geplande aankomsttijd nadert 18 uur, het heilige uur waarop de meeste wijnboeren het laten degusteren voor bekeken houden en zich samen met hun madamme voor de tv gooien om naar de Franse Jeroen Meus te kijken.
Het tweede domein valt sowieso af, dat is duidelijk. Even later zien we ook onze laatste hoop op een lekkere proeverij bij het eerste domein wegvallen.
Onbegrijpelijk dat een badplaats die zich zó wil profileren als the place to be, zo slecht bereikbaar is. Dat gasten omwille van de drukte niet aan hun noodzakelijke proefsessie toekomen, is ronduit misdadig. Maar daar trekken ze zich in St.-Tropez natuurlijk niks van aan. Zij komen per boot en sturen hun hulpje wel per scooter om een aantal flesjes rosé.
Gelukkig hou ik aan St.-Tropez nog een nieuwe hoed over die perfect past en beter mistral-proof is dan de andere.
Met deze gedachte en een karton Val de Gilly, komen we de avond wel door nadat we eerst opnieuw voortreffelijk hebben gegeten in Mer du Mer.
(27 mei 2014)
Geef een reactie