Van fake naar authentiek in 12 uur tijd

Rune en Finn lopen al een dikke week hoogzwanger van wat er vandaag op het programma  staat: een bezoek aan Walibi nabij Agen. Een dag vol avontuur en massa’s waterattracties, dat kan niet anders dan een hit worden, aldus de website van het pretpark.

Toch raad ik aan dat mijnheer Walibi eens bij zijn Vlaamse collega’s G. Verhulst en H. Bourlon op stage gaat.

Rune blijkt ineens twee centimeter te klein voor attracties waarin hij zich in België ondertussen al een jaar de longen uit het lijf roept. Geen Vliegende Hollander dus en ook geen achtbaan. Tranen en droevige gezichten horen niet thuis in een pretpark, mijnheer Walibi, tenzij wanneer kinderen, ondanks de waarschuwende woorden van hun ouders, in hun uitbundigheid onderuit gaan als ze te snel van de ene attractie naar de andere rennen. Tranen en pruillippen zijn ook niet ver weg, mijnheer Walibi, als verschillende attracties niet blijken te werken of er onbemand en desolaat bijliggen. Geen vliegtuigjes dus, geen stoeltjesmolen en, ramp o ramp, ook geen boomstammen.

Toen ik twee jaar geleden voor het eerst mee naar Plopsaland ging, was ik op het einde van de dag zo mogelijk nog enthousiaster dan de kinderen, niet omwille van het pakje van Mega Mindy of de handshake met Piet Piraat. Wel omdat Plopsaland een pretpark is waar alles op punt staat: geen lange wachtrijen (toch niet die keren toen wij er waren), Studio 100-muziek van alle tv-figuren die in een klassieke uitvoering als muzak door de boxen in heel het park weerklinkt, prachtig geënsceneerde sprookjesdorpen en avonturengrotten, en ga zo maar door. Over alles hebben Samson en co nagedacht. De prijs is er wel naar, maar wat je krijgt in De Panne, daar ben je voor hetzelfde geld per kind na een uur mee rond op een kermis waar helemaal niks te beleven valt.

In Walibi heeft men nieuwe figuurtjes gemarketingd om de pretparkfamilie nieuw leven in te blazen: enkele hippe muzikanten die ook in levende lijve in het park rondlopen en zelfs rondrijden op een soort van quads, want zoals ik al zei: ze zijn hip. Ze hebben een even hip Engelstalig nummertje als kenwijsje, een popnummertje dat de eerste keer fris klinkt, maar na een tijdje begint te vervelen en zelfs gaat storen. Toch hoor je het overal. Bij elke attractie, maar ook tussen attracties in wanneer de hippe figuurtjes per quad aan een van de vele podiums aankomen, onmiddellijk een plastic gitaar erbij nemen en voor de elfendertigste keer het nummertje playbacken. In de 4D-cinema (met rook, extra lichteffecten en wind in de zaal) is zelfs een film van een kwartier rond het nummertje gebouwd.

Wat me nog het meest stoort is de dodelijke inefficiëntie van het personeel dat de attracties bemant en bejuffrouwt. Alle attracties hebben een aparte in- en uitgang en hebben een plaats waar de volgende wachtenden alvast kunnen gaan staan zodat ze onmiddellijk kunnen instappen wanneer de rest is uitgestapt, alleen: deze nochtans beveiligde wachtplaats wordt niet gebruikt. Voor elke rit wordt zo vijf minuten tijd verloren met het aantal mogelijke passagiers te tellen, ze rustig een plaatsje te laten zoeken, de veiligheidsbeugel te controleren, vast te stellen dat sommige wagentjes nog leeg zijn omwille van een verkeerde telling, opnieuw naar het begin van de wachtrij te lopen om alsnog twee tot zes extra mensen toe te laten. Wat is nu 5 minuten zul je denken? Wel voor een ritje dat zelf maar iets meer dan een minuut duurt is dat beestig veel. Als ze de wachtenden al een plaatsje laten zoeken tijdens de rit en het uitstappen van de vorige gillers, verliest men per rit 3 minuten minder. Is de rit te kort om dit alles te regelen, geen probleem: laat de mensen dan twee ritjes na elkaar maken, dan krijgt iedereen waar voor zijn tijd (en tijd is geld). Maar nogmaals, mijnheer Walibi, Gert en Hans zullen je dat allemaal in detail uitleggen.

Toch is het niet alleen kommer en kwel: de kinderen genieten net als wij van een prachtige zeeleeuwenshow en er zijn attracties die wel open zijn en geen wachttijd vragen.

Mijn maag keert vier keer rond haar as, net als de rest trouwens, wanneer ik samen met Rune in een grote hals-over-kop-molen zit waarvan alles lijkt los te zitten zodat je in alle richtingen kunt draaien en keren. ‘Nog een keer’ roept Rune en dus gaat zijn ouwe mee voor 8 maagomwentelingen op minder dan 5 minuten.

Er zijn waterspelletjes waarbij je elkaar en de toeschouwers kunt natspuiten. Mama kijkt met gretige pretoogjes wanneer ik samen met de kinderen voorbijkom met de waterspuitboot, want ook de toeschouwers kunnen terugspuiten. Iedereen kletsnat, dus.

Als we de tranen en pruillippen niet meetellen, blijkt uiteindelijk de dag voor de kinderen te zijn verlopen zoals ze vooraf hadden gehoopt en zelfs beter, dankzij de zeeleeuwen en de coole drinkbeker die ze allebei mee naar huis nemen. Missie geslaagd dus.

Iedereen is moe bij aankomst in de gite. We eten iets eenvoudigs en hebben niet direct grote plannen, behalve dan een wandelingetje naar de dorpskern van Thézac op de melodie van Paul Severs. Aan het eerste kruispunt merken we echter een bordje op dat Les Paysanneries niet in het landbouwdorpje plaatsvinden, maar zo’n 3 kilometer verderop.

Gezien het gevorderde uur volgen we de pijltjes verder met de auto. De hemel wordt ingenomen door grootse wolkenformaties waar de avondlijke zon kaarsrechte strepen door trekt.

Midden in de velden merken we een grote parking op. Daar is het te doen.

Net zoals gisteren in Dausse staan er lange tafels met daarrond het beste van het beste dat lokaal geproduceerd wordt in verschillende kraampjes. Een andere wijnbuur biedt er zijn rosé zelfs aan tegen 3 euro per fles. En het is zeer lekkere ‘vrouwenwijn’, volgens Els, en zij kan het weten want Els is…

De sfeer is zo mogelijk nog gemoedelijker dan gisteren, het weer is een stuk beter en wat we aan kleinigheden nog nuttigen, smaakt zoals het hoort. Tussen de meloenpartjes en een geweldige appeltaart door keuvelen we met enkele locals over de politiek in België, de vastgoedprijzen bij ons en hier, en andere romantische onderwerpen. We worden gecomplimenteerd met ons Frans, wat ook fijn om horen is gezien mijn koeterwaals. Ondertussen gaan de sfeerlichtjes aan boven de tafels, maar net onder de boomkruinen wat het plaatje echt schilderachtig maakt. Rune en Finn maken een tochtje op een ezel, een gràtis tochtje, mijnheer Walibi, en niet zoals daarstraks nog een bij te betalen tochtje zoals in jouw park.

Dit soort bijeenkomsten doen me iets: mensen te zien genieten van lekker eten en drinken en van elkaar, begeleid door fijne achtergrondmuziek van een live groepje accordeonisten. Els en ik  dromen hardop van iets soortgelijks in Halle. ‘Halle proeft’ in navolging van ‘Halle zingt’, lijkt ons echt wel iets.

Een van onze buren aan tafel wordt door zijn vrouw naar de kassa gemaand. Om 22 uur begint immers ‘het spektakel’.

Of we ook komen kijken?

Ok dan, maar gezien de reeds lange dag vermoeden we dat Rune en Finn het niet al te lang zullen uithouden. Toch kopen we kaartjes en nemen we plaats op een grote tribune midden tussen de weiden en de bossen. Maar liefst 65 figuranten in authentieke kostuums, waaronder Luk, onze buurjongen, hebben een rol in dit grootse toneelstuk. Ze beelden het verloop van een dag op het platteland uit zoals die zo’n 100 jaar geleden pleegde te verlopen.

Rune en Finn kijken gefascineerd naar de schaapsherder met de redelijk actieve herdershond, naar de dronken postbode, naar het span stieren dat een oud werktuig voorttrekt. Er is zoveel te zien en te beleven dat het inderdaad een ‘spektakel’ is.

(3 augustus 2011)

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: