Gezien het late uur van aankomst gisteravond, blijven we langer dan voorzien in ons bed liggen. Het programma van vandaag zal ingekort moeten worden.
Ik kijk nog even op internet wat écht de moeite is, zodat er vanmiddag ook nog zwembadtijd voor de kinderen overblijft, en ik kom uit bij Château de Bonaguil nabij Fumel. Een oud dertiende-eeuws kasteel dat in de daarop volgende eeuwen verder werd uitgebreid zodat het nu groots uittorent boven de bosrijke omgeving.
Het wordt het laatste uitstapje van de vakantie want in één moeite heb ik ook het volledige programma van morgen geschrapt, zodat we rustig de tijd hebben om in te pakken en nog eens met de kinderen naar het grote meer van Montaigu-de-Quercy te trekken.
We zijn begonnen in een pittoresk kasteeltje (Château de Guignes) en eindigen nu ook onze vakantie in een kasteel, een indrukwekkende burcht bovenop een groot rotsmassief.
We struinen rond in de diepe kelders tussen de rotswanden, we klimmen tot het hoogste punt om te genieten van het weidse uitzicht. De akoestiek van kleine kamertjes, maar ook van de waterput testen we op z’n Paul Severs.
Na een lange middaglunch (niet omwille van het aantal gangen, wel omwille van de trage bediening) en het proeven en inkopen van de laatste twee kartons Cahors, is het pooltime.
Een zwemmer ben ik niet en zal ik nooit worden. Dat Rune en Finn waterkiekens zijn, hebben ze volledig van Els overgeërfd. Vandaag ben ik echter overstag gegaan en ben ik na redelijk permanent zeurderig verzoek van Rune (te vergelijken met het gezoem van een oude microgolfoven) mee het water in gegaan.
Onze Nederlandse buren waren er ook.
Tussen de soms wel lange verhalen van de Nederlandse buurman door (te vergelijken met het gezoem van een oude magnetron) kom ik toch nog aan ploeteren toe.
Ter compensatie gooi ik ’s avonds een extra handje ‘geburenkruid’ op de barbecue.
(4 augustus 2011)
Geef een reactie