’s Ochtends wekt de regen ons uit onze slaap. Hoogst ongebruikelijk zo in de morgen, maar dan hebben we dat ook eens meegemaakt.
Omdat we volharden in de vakantiesfeer zetten we de parasol open om ons tegen het smossige weer te beschermen. De cirkel lijkt rond: smossig vertrekken naar la douce France en al even druilerig terugkeren. Het lijkt alsof de weergoden ons duidelijk willen maken dat onze tijd gekomen is. Weg uit dit paradijs!
Maar dat is buiten de wonderlijke regio gerekend waar we in vertoeven. Regen komt hier zeer snel maar is al even snel weer weg, net als de voortdurende vetes die Rune en Finn kunnen uitvechten. De ene minuut spelen ze broederlijk samen, een ogenblik later staan Romelus en Remus tegenover elkaar.
Terwijl mama de reisuitzet bij elkaar zoekt zodat ik die even later samen met de 25 kartons wijn en de 25 liter wijn in bibe kan opvouwen in de C8, trek ik met Rune en Finn naar het laatste wijndomein uit de buurt. De wijnboer van de vrouwenwijn waar Els zo verlekkerd op is, woont immers vlabij. Ik tel 36 euro neer voor 12 flessen. God, wat ga ik het hier missen!
Tegen dat de reisspullen in de auto zitten, haalt de zon de bovenhand. Ze trekt de thermometer al snel naar een aangename 28 graden. Niet slecht om de vakantie af te sluiten.
Zoals beloofd trekken we naar het grote meer vlakbij onze gite om de shock met de lange autorit van morgen nog iets groter te maken. Rune microgolfovent al een hele tijd over een tochtje op het meer per waterfiets. We trappen ons suf op de vergane-glorie-trappers van het meertje en schrikken enkele eenden op met ons eindeloze getrap.
Daarna genieten pa en ma rustig op een bankje na van de voorbije twee weken, terwijl de kinderen Romelus-en-Remus spelen aan de waterlijn. De tijd is voorbij gevlogen. Het lijkt wel of we ondertussen een half jaar weg zijn, en toch zijn het maar twee weken.
Twee verschillende vakantiebestemmingen combineren is op zich een zegen omdat je zo twee compleet verschillende werelden in één vakantie hebt. Anderzijds was de reden waarom we de twee regio’s combineerden in één vakantie compleet onterecht: er is immers meer dan voldoende te doen in de Loire en in de Lot-et-Garonne om er een volwaardige vakantie van twee weken, zelfs twee maanden aan te besteden.
Na een slaatje in de gite (want de ijskast moet nu echt wel leeg) trekken we naar het stadje waar we onze tweede vakantieweek begonnen: Tournon d’Agenais. Het bastidestadje is bevolkt door middeleeuwse figuren: kasteelheren, ridders, jonkvrouwen en narren. Ze zorgen voor een gezellige sfeer op het kleine plein. Zelfs de serveuses van de verschillende restaurantjes en bistrootjes zijn getooid in een middeleeuws plunje.
Rune en Finn worden uitgedaagd om in riddertenue elkaar te lijf te gaan. Finn gaat hier volgaarne op in, maar moet, ondanks redelijk wat uithalen naar Rune, toch het onderspit delven: zijn zwaard gaat genadeloos tegen de vlakte. Zoals het elk herengevecht betaamt, worden zowel heer Romelus als heer Remus tot ridder geslagen. Een fris ijsje is hun beloning.
’s Avonds zet ik me op ons terras voor de laatste keer aan de laptop voor het schrijven van een deel van het reisverslag, geaccompagneerd door een heerlijke rosé uit de Loire.
Ik zal het missen dit leven, ik kijk alvast uit naar de zomer van 2012.
(5 augustus 2011)
Geef een reactie