Vannacht zijn we overgegaan van zomeruur op winteruur. Een uur langer slapen. Rune denkt daar echter anders over en is al om 4 uur klaarwakker. Gelukkig is er de iPad en een pak boeken om de jongen stil te houden.
Het inslaan van wat eten, wilde gisteravond niet echt lukken, dus trekken we vanochtend opnieuw naar Saint-Gilles. Het is er markt. Tussen twee platanenrijen staan tientallen kraampjes met alles wat een Zoersels vakantiegezin nodig heeft. De markt trekt heel wat volk en is dan ook vooral dé wekelijkse ontmoetingsplek voor de Saint-Gillers.
Het is ondertussen bijna middag. In de grote antieke kast vinden we de uitzet die de voorbije decennia vlijtig bijeen werd gespaard door de eigenaars. Oud keukengerei zoals een weckpot, allerhande potjes en pannetjes met felrode bloemetjesmotieven, te veel gevaatwaste glazen die nu melkglasachtig ogen, purperkleurige glazen (!) borden en botte messen. Toch staat er ook hier en daar wat materiaal tussen van na de Val van de Berlijnse Muur. Het duurt dus even voor de tafel gedekt geraakt en dan nog zijn sommige keukenattributen onvindbaar, zoals een deftig broodmes. Echt wel noodzakelijk als je een baguette op een appetijtelijke manier wil verdelen. Met de botte keukenmessen is er geen beginnen aan, snijden lukt niet, drukken ook niet.
We champagnebrunchen met lokale specialiteiten als geitenkaas, paté van stier en worst met kastanjes op ons terras dat fijn verlicht en verwarmd wordt door laatzomerse zonnestralen. Het enige geluid is het gekwek van enkele watervogels en het gekwaak van de huisdieren van de mas.
De tuin zit vol kikkers, geen lelijke wratterige padden zoals ze bij ons geregeld binnen rond huppen, maar van die mooie groene met een gele rand. De beestjes zijn extreem beweeglijk en springen zonder moeite een halve meter in elke richting. De veralgde zwemkom is hun biotoop. Door een technische panne ligt het zwemparadijs er al een tijd bruingroen bij. Vreemd genoeg vinden Rune en Finn het niet erg dat ze niet kunnen zwemmen, ze zijn te veel gebiologeerd door de unieke fauna in en rond het zwembad en lopen daarom voortdurend met het fototoestel rond als een volleerde Dirk Draulans.
Terwijl de zon de temperatuur vlot richting 25 graden trekt en het zelfs heet wordt op ons terras horen we opeens gerommel in een emmer. De eigenares begint aan de olijvenpluk van de bomen in de tuin. Al snel staan Rune en Finn mee te plukken. In geen tijd heeft ze enkele emmers vol die ze naar de coöperatieve zal brengen. Binnenkort heeft ze weer olijfolie uit eigen streek. Ook met druiven gebeurt hetzelfde in zowat heel Frankrijk. Wie te veel wijnranken heeft staan om de druiven zelf te consumeren in een fruitsla, maar te weinig om zich wijnboer te noemen, brengt zijn druiven naar de coöperatieve die er volleerde wijnmeesters op zet om er lokale godendrank van te maken. In ruil voor de donatie in natura krijgt elke participant een deel van de opbrengst. Veel moeilijker moet het leven eigenlijk niet zijn, toch?
Arles, de stad van Van Gogh, ligt er verlaten bij vanmiddag. Het is er rustig kuieren. Slechts één bus Japanners kruist onze weg ter hoogte van het amfitheater, net op het moment dat ik mijn huisgenoten en geliefde fotomodellen oproep voor een gekkebekkenfoto. Daar gaat bij terugkomst in Fukushima-Oost nog serieus mee gelachen worden denk ik, want iedereen was vlijtig aan het flitsen en filmen.
Rune en Finn zijn ondertussen the worst nightmare van de duiven die ook op een gezapige zondagmiddag ter hoogte van de Saint-Trophime hadden gerekend. Ze spurten als losgeslagen honden achter de vliegende vlooienbakken. Met een korte wandeling langs de Rhône en een glas op een terras proberen we de kids te kalmeren, want even later zullen we een optreden van een ‘magicien’ bijwonen in het hospitaal waar Van Gogh verbleef nadat hij een stuk van zijn oor had gesneden.
De ‘magicien’ blijkt uiteindelijk een ‘mentaliste’ te zijn, een soort van Gili, iemand die het dus vooral van taal en mentale misleiding moet hebben. Een optreden van meer dan een uur in het Frans met weinig visuele afleiding lijkt ons voor de jongens net iets te hoog gegrepen. We passen dus onze plannen aan en rijden door naar de kust.
In Les Saintes-Maries-de-la-Mer is het relatief druk voor de tijd van het jaar. Er is heel wat volk op het strand, vol in bewondering voor de natuurkracht. De zee beukt zwaar in op de kustlijn, het water staat op sommige plaatsen tot bijna aan de kunstmatig aangelegde rotswand die het plaatsje moet beschermen tegen extreem hoog water.
We wandelen langs de vloedlijn wanneer we in de straten van het dorpje paarden zien galopperen. Er klinkt muziek op de achtergrond. Net vandaag blijkt het dorpje in de ban van de stierenrennen. Onder begeleiding van getrainde ruiters worden stieren door de straten van Les Saintes-Marie-de-la-Mer gejaagd. Met een rotvaart passeren de beesten. Ze komen vervaarlijk dicht bij de toeschouwers. Een ruiter zet een tandje bij en geeft zijn paard de sporen. Gensters schieten van de hoeven als het metaal het asfalt raakt.
Het is mijn derde keer dat ik het dorpje bezoek en nu pas valt me voor het eerst de moderne arena naast de kustlijn op van waaruit de stieren de menigte in worden gedreven. Een spektakel dat echt een omweg verdient.
Door de wintertijd valt de nacht vroeger dan gebruikelijk. Rond zes uur gaat de straatverlichting aan, maar de restaurants zijn dan nog lang niet open, toch niet voor hongerige toeristen. Om zes uur eet het keukenpersoneel. Wij doen ons te goed aan een bordje tapas op een terras, terwijl we kaartjes schrijven naar het thuisfront.
De voorspelde storm thuis, leidt tot Schadenfreude bij de kinderen. Ze kunnen het niet laten om het er eens goed in te wrijven dat het hier wel lekker weer is. Geniet van de storm!
We eten lekker en spotgoedkoop in een eenvoudig restaurantje in het dorp: Le Camargue. Drie gangen nemen we en we zijn inclusief wijn nog geen 80 euro kwijt. Toch zijn we, naast twee andere tafels de enige gasten. Komt het door de tijd van het jaar of door het overaanbod aan eetgelegenheden in dit hypertoeristische badplaatsje?
Rond half negen rijden we op de tast terug naar ons huisje vlakbij Arles. Dikke pakken mist hebben de Camargue ingenomen. Op sommige plaatsen zien we geen meter voor ons uit. We rijden net op de bodem van een melkzee.
(27 oktober 2013)
Geef een reactie