Ons kent ons in Luxor

De minister van Cultuur moet er weer aan geloven vandaag. Ondanks de dreigende onherstelbare waterellende wordt de tempel van Esna aan zijn lot overgelaten. Al ongeveer anderhalve meter van de voet van de tempel is zo goed als onherroepelijk verloren. Prachtige zuilen met kleurrijke kapitelen zijn niettemin toch zo vriendelijk om even te poseren voor een mooie panoramafoto.

Het ontbijt dat op dit vroege ontbijt volgt, is een welkome basis voor een uitgerekte zomerzonnige voormiddag die gevuld wordt met luieren op het dek, pappen met zonnecreme, praten over reizen en andere koetjes en kalfjes. Het is de laatste keer dat we al zonnebadend door de prachtige Nijlvallei varen.

Mooi roodbruin, met een stijlvol wit zonnebrilletje, stappen we in de vroege namiddag de rammenlaan van de reusachtige tempel van Karnak op. ‘Tempel’ is eigenlijk geen correcte typering van het geheel. ‘Metropolis’ is een beter woord. In zijn hoogdagen huisvestte de Karnak-site 72.000 priesters. Ook nu weer is de minister van Cultuur schijnbaar ongemerkt aanwezig. Om de toeristen te plezieren en het flaneercomfort te vergroten, heeft hij kiezel en albast besteld bij een goede vriend om de open binnenruimten stofvrij te houden. Omdat albast zeer geliefd is bij de toeristen en de steentjes daarom als sneeuw voor de zon verdwijnen, is zijn vriend zeker van werk.

Vergeet de trappen van vergelijking van ‘groot’. De kunt de grandeur van de zuilengalerij en de obelisken niet beschrijven. De kleuren van de zuilen en architraven zijn er nog een beetje en geven het geheel net dat ietsje meer. Hoe moet dit er vroeger niet hebben uitgezien! De obelisk is er een van 30 meter, gemaakt en rechtop geplaatst in zeven maanden tijd in opdracht van sterke vrouw Hatjepsoet.

Met de zonsondergang in onze rug stappen we vervolgens het museum van Luxor binnen, in vergelijking met dat van Cairo, een voorbeeld van hoe Egyptische kunstwerken tentoongesteld moeten worden. Prachtige beelden, mooi verlicht in een moderne architectuur. Op iets meer dan een half uur zijn we het museum rond.

Het bezoek aan de juwelier is ‘van moeten’. Niettemin laat een groot aantal resigezellen zich gewillig verleiden om de nodige harde ponden, dollars of euro’s neer te tellen voor goudkleurige cartouches, kettinkjes en andere prullen.

(17 januari 2003)

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: