Orson Welles joeg in 1938 een ware paniekgolf door de Amerikaanse radiotoestellen met zijn hoorspel ‘War of the Worlds‘. Hij ensceneerde op een briljante manier de landing van gevaarlijk buitenaards leven op Amerikaans grondgebied. In tijden dat de radio zowat het enige informatiemedium was, kwam dit ‘nieuws’ als een dreun aan bij de bevolking. Volgens de radiolegende hebben verschillende mensen zich tijdens de uitzending van het leven beroofd. Liever dat dan te sterven door buitenaards tuig.
Luisterverhalen op de radio waren ooit wat soaps nu zijn op de televisie. Door de beeldcultuur zijn de hoorspelen volledig verdwenen van de radio.
Tot het Geluidshuis begon met een nieuwe reeks luisterverhalen voor klein en groot in de reeks Heerlijk Hoorspel. Een fijne keure aan Vlaamse BS’en (bekende stemmen) werd naar de studio gesleept om klassieke sprookjes, maar ook nieuwe verhalen in te blikken. Zelfs Jan Becaus doet een gastoptreden als verslaggever bij een huwelijk. Ondersteun de stemmen met een geweldige geluidsband en je krijgt Pixar voor je oren.
Rune en Finn zijn sinds enkele dagen verslingerd aan De Bremer Stadsmuzikanten, De Zevenmijlslaarzen en andere luisterverhalen die door hun headsets klinken. Tijdens het eerste deel van de reis zaten ze doelloos recht voor zich uit te kijken naar de kleine beeldschermpjes, maar nu er op die schermpjes niets meer te zien valt tijdens de luisterverhalen kijken ze opnieuw naar buiten wanneer we door het glooiende landschap rijden.
We zijn op weg naar Saint-Aulaye, een dorpje aan de Dronne, waar waterpret en boomklimmen de trefwoorden voor vandaag zullen worden, alleen weten de kinderen dat nog niet.
Ongeveer halfweg rijden we door Verteillac. Het dorpje is op maniakale wijze versierd met papieren slingers en bloemen uit papier-maché. Een traditie die bij ons in de regio ook wel in ere wordt gehouden als een koppel het 50 jaar met elkaar uithoudt, maar gelukkig voor de buurt beperkt het ‘roosjes vouwen’ zich dan tot het decoreren van enkele sierboompjes.
In Verteillac is het volledige dorp onder handen genomen door de crea-club. Van de spits van de kerktoren zijn lange blauwwitte linten gespannen naar de huizen en straten errond. Alle pleintjes, parkeerterreinen en wegen zijn overwoekerd door dezelfde snel groeiende papierplant die bloemen in alle mogelijke kleuren heeft. Ondanks de kleurenkitsch ziet het dorp er zeer feestelijk uit.
Sinds 1903 wordt elk jaar in een ander dorp de Félibrée gevierd, een ode aan de traditie van de troubadours die ook van stad tot stad rondtrokken en aan de Occitaanse taal. Dit jaar is Verteillac aan de beurt. Het kleine dorpje krijgt tijdens de zomermaanden tienduizenden extra kijklustigen over de vloer die komen genieten van defilés in oude klederdracht, grote maaltijden, spektakels en andere manifestaties.
De kinderen lijken even meer onder de indruk van de polychrome straten dan van het spannende verhaal in hun hoofdtelefoons.
In Saint-Aulaye is het zoeken naar Arbor Parc. Nergens in het dorp staat het recreatiedomein aangeduid. Dat voorspelt niet veel goeds. Ook Liesbeth vindt het park niet bij de nuttige plaatsen in haar lijstje. Het zal toch niet waar zijn.
Ik zoom de kaart van de gps uit om de Dronne te vinden en rij richting de dichtstbijzijnde plek op de rechteroever. Op twee straten van de Dronne hangt aan een verkeersbord een klein bordje met het logo van Arbor Parc. We zitten in elk geval juist, maar zijn er toch niet gerust in, want als we zo vlakbij zitten, zou de wegsignalisatie toch opvallender moeten zijn, niet?
Onze vrees blijkt onterecht. Het park bestaat, is zelfs open en ziet er nog goed uit ook.
Tijdens de zomervakantie van vorig jaar beleefden de kinderen een hoogdag toen we in Givry in de Bourgogne voor het eerst de bomen inklauterden om een touwenparcours te volgen, inclusief death rides van op tientallen meters boven de grond. Finn was toen nog net te jong om met de rest van het gezin de gevorderdenpiste te volgen, al ontbrak het hem niet aan lef in die tijd.
Deze keer mag hij wel alles meedoen. Ook al is Arbor Parc minder groot en spectaculair dan Acrogivry, de kinderen zijn in hun nopjes. Om moeke gerust te stellen: alles gebeurt veilig. Iedereen heeft een veiligheidsbeugel, een mousqueton, die gedurende het parcours niet los komt van de ligne de vie, de levenslijn.
Gelukkig maar, want Finn is op een bepaald moment iets te ijverig in het volgen van zijn oudere broer en smijt zich tussen twee bomen in de diepte.
Rune was vlot aan de overkant geraakt met zijn déval’cable, een soort van katrolgeleiding die je eenvoudig op de levenslijn haakt en waar je je veiligheidsbeugel in klikt als je naar beneden rolt. Finn was vergeten om ook de katrolgeleiding op de kabel te klikken.
Even later hangt hij zes meter boven de grond te bungelen, midden tussen twee bomen. De veiligheidsbeugel alleen is duidelijk net iets minder geleidend dan de katrolgeleiding. Dat is bij deze aangetoond.
Een van de medewerkers van het park die zit te lunchen, ziet boven zijn boterhammen ineens 30 kilo kind hangen op een weinig gebruikelijke plek en snelt ter hulp. Hij trekt veiligheidshandschoenen aan en klautert via een verkorte route omhoog. De man bevestigt een speciale beugel aan de levenslijn en laat zich afzakken tot bij Finn. Finn moet hem vasthouden terwijl de medewerker zich terug omhoog trekt.
De tweede poging lukt een stuk vlotter en ook de grote death ride is niet het minste probleem voor de kleinste Sleeuwaert.
De fastfoodlunch op het terras van de snackbar van de nabijgelegen camping hebben de klimmers wel verdiend. We installeren ons met een broodje kebab met frieten aan de rand van het overdekte terras met uitzicht op het zandstrand aan de Dronne.
Het weer versombert en de lucht kleurt dreigend donkerblauw. “Nog even en het regent,” zeg ik terwijl ik nog iets om te drinken haal. Mijn woorden zijn nog niet koud of de regen striemt uit de hemel.
Het weerhoudt Rune er niet van zelf te gaan zwemmen. Finn trekt ook zijn zwembroek aan, maar is minder overtuigd van het idee. Toch sterft hij liever dan aan Rune te moeten toegeven dat hij liever met pa en ma onder het afdak blijft zitten.
Beide kerels trekken heroïsch naar het frisse rivierwater en gaan voetje per voetje dieper in het nat. Aan Runes gezicht te zien, heeft ook hij de temperatuur van het water onderschat. Toch sterft ook hij nog liever dan aan Finn en aan zijn pa en ma te moeten vertellen dat hij de dip toch niet ziet zitten.
Mannen …
Rune waagt zich aan de oversteek. Op zich mag de 40 meter geen probleem zijn, maar het koele water en de lichte stroming maakt het er niet eenvoudiger op. Ook Finn zien we even later alleen nog met zijn hoofd boven water uitkomen, dapper op weg naar de rechteroever.
Beiden halen zonder moeite de andere kant en komen ook vlot terug.
Gelukkig voor de jongens stopt het stilaan met druppelen en komt de zon erdoor. Rune zwemt nog enkele keren naar de andere kant, maar Finn houdt het voor bekeken. Hij heeft zijn punt gemaakt: hij durft volledig in het water en geraakt heen en terug. Op het strand begint hij dammen te bouwen en even later volgt Rune zijn voorbeeld.
Uitgezwommen zijn ze nog niet. We zijn nog maar net terug in de gite of ze gaan opnieuw kopje onder. Die mannen gaan vannacht goed slapen, dat is zeker.
Vanavond eten we niet in ons huisje, maar in Nonac op de Marché des producteurs de Pays in Nonac, een dorpje vlakbij Blanzac.
Net buiten het dorp is een weiland vrijgehouden als parking. Ze verwachten duidelijk veel volk, want er staan ook grote open tenten waar al gauw zo’n 700 man kan zitten.
Al van ver zien we de rookpluimen van de barbecue de hoogte in gaan. De kerkmuren zijn af en toe volledig ingenomen door de wit satijnen sluier van de vuren.
Twee grote barbecues staan gloeiend heet en zijn klaar om de volledige veestapel van het dorp te laten sissen. Iets verder stookt een jonge boer continu grote blokken hout in een enorme kuip om af en toe met een riek verse houtskool bij op de barbecues te kunnen gooien. De temperatuur van de grills blijft zo constant, maar vooral zeer hoog. Het vlees schroeit snel en genadeloos dicht in enkele seconden tijd.
Ook wij hebben onze zinnen gezet op een lekker stukje vlees en gaan eerst naar de markt voor de nodige inkopen. Een marché des producteurs is in de eerste plaats een markt waar je alle lekkers uit de regio kunt kopen tegen de prijzen van het domein. Kost een geitenkaasje twee euro bij de boer, dan betaal je geen cent meer op de markt. Hetzelfde geldt voor het brood, het vlees van de slager en de wijnen van een cognac- en pineauboertje uit de buurt.
Wat zo’n marché echt de moeite maakt, is dat je je aankopen ook ter plekke kunt opeten, samen met je vrienden en je familie. Het vlees kun je zelf bakken of laten bakken op de grote barbecues, de roséwijn krijg je gekoeld mee en is dus op dronk en ook de wijngaardslakken worden vers voor je klaar gemaakt in grote pannen. Voor geen geld eet je lekker en veel. Heel veel.
Zelf twijfelen we eraan een groot stuk vlees te delen of elk een stuk te nemen. We kiezen voor het laatste. Hoe verder de avond vordert, hoe groter de stukken vlees op de barbecues worden, ook al zijn wij al lang volgegeten. Op de kop, de staart, de poten en de uier na, lijkt er soms een volledige koe op te liggen.
Grote vuren en hompen vlees trekken in hoofdzaak mannelijke toeschouwers aan. Dat is vanavond niet anders. Terwijl de vrouwen en kinderen onder de tenten de boel écht organiseren, slaan de mannen trots met hun vlakke hand op het nog niet gegrilde vlees en volgen er niet minder dan oerkreten met een Franse r als hun stuk rund is uitgesist. De holbewoners worden even later als ware helden ontvangen in de grot omdat ze vanavond een mammoet hebben gevangen.
(6 augustus 2014)
Geef een reactie