Hydrateren in Chateauneuf-du-Pape

We worden wakker in een zwembad. De nachtelijke hitte heeft ons elk 3 liter zweet gekost.

Het huis was gisteravond vreselijk warm omdat de eigenaars geen voorzorgen hadden kunnen treffen, ze hadden immers geen gasten meer verwacht.

De zomerse hitte in dit stukje Frankrijk dwingt mensen om te leven volgens het ritme van de dag. ’s Ochtends de luiken en ramen openzetten aan de achterkant van het huis en vooral alles dicht houden aan de voorkant omdat de ochtendzon al genadeloos op de bezette muren brandt. Tegen de middag ook achteraan alles afsluiten en pas ’s avonds, net voor je gaat slapen, alle ramen terug open zwieren om de ondertussen afgekoelde buitenlucht binnen te laten.

Een ritueel dat we zeer consequent zullen volgen de komende dagen, kwestie van niet verschrompeld terug te komen, ook al weten we ons voldoende te hydrateren met lokale vochten.

Gisteravond zijn we er door alle toestanden niet meer in geslaagd verse inkopen te doen. Dat moet dus vanochtend gebeuren. Hierdoor schuift alles nog een uur voorbij Paris Mean Time zodat zelfs een volbloed Fransman enig plaatsvervangend schaamrood op de wangen krijgt als hij ons onder de grote plataan ziet ‘ontbijten’ tot na 11 uur.

Vandaag doen we het rustig aan.

Gisteren in het Office du Tourisme griste ik nog een flyertje mee met alle marktjes in de omgeving. In Bagnols-sur-Cèze is er vanochtend een brocantemarktje. Nu ja, vanochtend. Het is al bijna middag als we aankomen. Sommige kraamhouders ruimen hun standje al op met in gedachte een frisse rosé als beloning voor hun urenlange uithouding op het gloeiendhete asfalt. De middagzon brandt genadeloos.

In het dorpje vinden we verkoeling in de schaduwrijke straatjes en aan de fontein op het centrale plein. Bagnols is vooral een centraal gelegen gemeente waar inwoners van alle omliggende dorpjes hun inkopen komen doen in grote winkelketens aan de rand. Het centrum is niet echt pittoresk en er hangt een op sommige plekken een vreselijke urinegeur. Na een korte wandeling houden we het daarom voor bekeken.

In Bollène duurt het welgeteld 10 seconden en Rune en Finn zitten in het zwembad. Het water is bijna 30 graden warm.

Ondertussen neem ik de wegenatlas erbij om ons reisprogramma aan te passen. Bollène ligt op zo’n 40 minuten ten oosten van Goudargues. Met de verandering van gite zijn ineens ook een aantal bezienswaardigheden weggevallen ten westen van Goudargues, maar zijn er ook heel wat nieuwe bijgekomen omdat we nu veel centraler zitten, vlakbij de Autoroute du Soleil.

Robert, de Nederlandse eigenaar, doet ons alvast heel wat suggesties. Geleidelijk aan krijgt een nieuwe weekindeling vorm.

De tip van de dag is Chateauneuf-du-Pape. Elk jaar is het wereldberoemde wijndorp een weekend lang in de ban van de middeleeuwen tijdens het Fête de la Véraison. Uiteindelijk dus toch geen rustdag vandaag.

Meer dan twee kilometer voor het dorpje staan er al auto’s in de berm geparkeerd. Het is bumperkleven naar het centrum. We volgen de pijltjes naar een parking aan het kasteel.

Wanneer we het portier dichtgooien, lijkt het alsof we in 2 seconden ingepakt worden met warme, vochtige doekjes zoals ze die uitdelen in wokrestaurants. De temperatuur stijgt ineens van 19 naar 34 graden.

Het eerste dat we horen in het dorpje is het geluid van doedelzakken en trommels. De luide sfeermuziek komt uit het kleine kerkje van Chateauneuf. Het zit stampvol en er hangt een uitgelaten sfeer. Niet omwille van een of andere verschijning, wel omdat de muzikanten er bij deze verschroeiende temperaturen de ziel uit hun ontbloot bovenlijf spelen.

Ook buiten de kerk hangt een uitbundige sfeer. Honderden figuranten zetten de toon: ridders, jonkvrouwen, bisschoppen, bedelaars en pestlijders doen expressief hun ding en laten zich met graagte fotograferen. Alles past binnen dezelfde setting. Niet zoals de straatartiesten op een gemiddelde Vlaamse braderij waar je steltenlopers tegenkomt, maar ook clowns, levende standbeelden en zelfs luidruchtige straaljagers uit bordkarton.

Het valt me op dat veel passanten rondlopen met een leeg wijnglas. Al snel wordt het me duidelijk dat dit weekend heel het dorp een grote open proeverij is van het beste dat de omgeving voortbrengt. Niet alleen kaasboeren en worstenverkopers laten er met plezier hun eigen kweek proeven, ook tientallen wijnboeren doen mee.

Het enige wat je moet doen, is je glas in een van de kraampjes binnensteken en zeggen welke Chateauneuf-du-Pape, Gigondas of Vacqueras je wilt proeven. Ook de wijndomeinen met een vaste locatie in het dorp geven present. Hun deuren staan gewoon open en je kunt er even goed het vloeibare goud uit de omgeving gaan degusteren.

Ik koop me ook een degusteerglas voor 3,5 euro. Op zich hoeft het niet want je kunt ook gerust zelf een glas meebrengen, maar wie had kunnen weten dat we op een betere versie van het Bierpassieweekend terecht zouden komen. Ook daar koop je een degusteerglas waarmee je langs de kraampjes van meer dan honderd brouwerijen kunt gaan, alleen moet je voor elk biertje betalen. Niet zo in Chateauneuf, zelfs niet voor wijnen die vlot boven de 30 euro per fles kosten.

In de wijnkramen zoeken de wijnboeren manieren om hun wijn in deze hitte op temperatuur te houden. Emmers ijs worden aangerukt en ook ventilators draaien overuren. De wijnvaatjes die op twee boerenknollen zijn vastgemaakt, waar je ook je glas kunt laten vullen, worden na 10 minuten om dezelfde reden vervangen.

De middeleeuws uitgedoste figuranten mogen het hebben. Als wij in onze polootjes en korte broek al een halve liter per uur uitzweten, wat moet het dan niet zijn in een ridderpak of een zwaar kleed? Maar het schijnt hen niet te deren. Vol overgave smijten ze zich in zwaardgevechten en steekspelen te paard, leren ze kinderen boogschieten of demonstreren ze hoe maliënkoldersmaken met kleine ringetjes.

Omstreeks 19 uur zoeken we een tafeltje op het terras van La Mule du Pape. Eten kunnen we nog niet, maar de verfrissende dranken die de attente en razendsnelle serveuses op tafel zetten, zijn alvast meer dan welkom. In geen tijd is de fles bruiswater erdoor net als de carafe d’eau.

Een half uur later bestellen we twee keer een menu Véraison (bruscetta tomaat en salade, sla van verse pasta en een crème caramel/salade de fruits) en twee keer een degustatieplank van de paus. Een schromelijke overschatting van ons culinair kunnen. Uitnodigende borden worden ingezet. De variatie aan tapa’s is enorm.

Finn trekt zijn neus drie centimeter hoger bij het zien van al die vreemde gerechtjes. Het is zeer moeilijk tafelen met hem omdat hij alleen wil eten wat hij kent en lust. De laatste tijd komt er nog een extra voorwaarde bij: hij wil alleen eten waar hij zin in heeft. Kinderpuberteit. Toch moet hij proeven van ons. De enige manier om zijn culinair portfolio uit te breiden.

Rune ziet deze viesneuzerij aan en overcompenseert om aan te tonen dat hij al wel tot de wereld van de grote mensen hoort. Hij neemt altijd eerst wat hij niet kent, om daarna zijn buik vol te eten met wat hij graag lust. Uiteindelijk komt het eindresultaat op hetzelfde neer: van alles is geproefd en ze hebben beiden goed gegeten.

Na het eten gaat het wijnproeven onverkort voort tot 21 uur. Dan sluiten de kraampjes een na een omdat ook de wijnboeren graag de optocht van de honderden figuranten door de stad willen meepikken als afsluiter van een hectisch maar fijn weekend. Om half 10 zien we de eerste toortsen verschijnen. Er weerklinkt muziek en de rijendikke passanten applaudisseren zich een ongeluk om de figuranten te danken voor de voorbije dagen.

Het is voorbij elven wanneer we opnieuw aan de gite arriveren. Robert en Thea willen direct weten wat we ervan vonden. We beloven nog even te komen buurten zodra de kinderen in hun bed liggen.

‘Nog even’ wordt uiteindelijk drie uur. Robert en Thea zijn zeer hartelijke mensen die in hun rijke leven al heel wat hebben gedaan en meegemaakt. Robert werkte ooit voor het internationaal gerechtshof in Den Haag, begon daarna met een grote camping in Nederland en is zich op het einde van zijn carrière gaan bezighouden met het verkopen van caravans en vastgoed. Thea heeft 18 jaar lang mee de camping gerund en is ook een duivel-doet-al die haar hand niet omdraait voor een kick meer of minder. Of hoe noem je anders de stunt om 1200 kilometer in 7,5 uur te rijden met snelheden boven de 300 km per uur op de Franse wegen omdat een andere Porsche-rijder haar uitdaagt.

Het zijn ook notoire wijnliefhebbers, dus de avond loopt zoet binnen met Gigondas en met een van de bourgognes die ik vorige week heb ingeslagen.

Tot twee uur buurten, heeft ook het voordeel dat de temperatuur eindelijk naar aangenamere slaapwaarden zakt.

Slaapwel iedereen.

(4 augustus 2014)

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: