De dag voor Allerheiligen. Halloween.
Sinds een aantal jaren heeft het Amerikaanse ‘trick or treat’-feest vaste grond over de plas gevonden. In navolging van Valentijn hebben middenstanders met het feest nu ook een prima overbrugging van het doodse (excusez le mot) tussenseizoen tussen de start van het schooljaar en de komst van de goedheiligman.
Ook de Halloweenwandeling van de ouderraad van Pierenbos was vorige week weer een groot succes. Meer dan 300, veelal geschminkte, deelnemers wandelden door het griezelbos in het gemeentepark. De kostuums en de schmink van de Halloweenwandeling hebben we mee in de bagage gestopt, niet om de Saint-Gillers de stuipen mee op het lijf te jagen tijdens de markt, maar omdat we vandaag naar Magic Park Land gaan, een pretpark in Martigues. Het is in de vakantie van Toussaint open en in de dagen voor 1 november zijn er speciale Halloweendagen. Wie dan verkleed komt, krijgt een verrassing.
Els is dan ook druk in de weer vanochtend met het prepareren van een lunchpakket (het betere werk: omelet met champignons en ui tussen boterhammen) en het schminken van de jongens. De vampier en de zombie poseren nog even op het terras voor we vertrekken. Het weer is somber, de ochtendzon is broos. Op zich niet erg. Vandaag is het de beste dag van de vakantie voor wat miezeriger weer. Halloween onder een stralende zon is zoals Kerst vieren in het zuidelijk halfrond. Met een kerstpak op de surfplank. Veel idioter moet het niet worden.
Magic Park Land ligt op de A55 Fos-Martigues afrit Carry le Rouet. Verder staan er geen adresspecificaties op de website. Vreemd maar niet uitzonderlijk, want wie ervaring heeft met wijnproeven in Frankrijk weet dat wijnhuizen vaak alleen met de straat of met de naam van het gehucht staan aangeduid in de Guide Hachette. Dat ook pretparken op die manier te zoeken zijn, is nieuw voor me.
De gps vindt Magic Park Land niet als reisbestemming wanneer we willen vertrekken, dus gaan we voor ‘Martigues’. We zien het ginder wel.
De weg naar het park is somber. De eerste regen van de vakantie spettert op de voorruit, terwijl we door troosteloze gebieden rijden. Actieve en vervallen industrie- en havengebieden wisselen sociale woningblokken af. Op de radio alleen maar gemekker van presentatiegeiten en vlotte rammelaars.
Martigues blijkt eindeloos groot als je op zoek bent naar een welbepaalde afrit. Maar ook aan Martigues komt uiteindelijk een eind. Nog steeds geen afrit Carry le Rouet.
Het pretpark bellen dan maar? Of in de gps zoeken naar de naam van de afrit zelf? We besluiten aan de kant te gaan, tot de gps ineens Carry le Rouet als volgende afrit aangeeft.
Enfin, goed, we hebben het gevonden. We nemen de afslag en staan quasi onmiddellijk voor een splitsing. In de meeste Ketnet-reeksen als ‘De kleine Einsteins‘ of ‘Mickey Mouse Clubhuis‘ vraagt op zo’n moment een van de figuurtjes luidop aan de jonge kijkers welke weg ze best kunnen volgen: de rode (en dan klinkt een somber deuntje en verschijnt allerlei onheil in beeld) of de blauwe (en dan klinkt een prachtig stukje Vivaldi of zo en staat er net geen pijl met de boodschap ‘deze weg moet je hebben’). De jonge kijkertjes weten er wel hun weg mee en zelfs al weigeren ze manifest enig constructief gedrag, dan nog roept zo’n figuurtje nadien euforisch: goed gedaan! Waarschijnlijk hebben De kleine Einsteins Finn op die manier bevestigd in het dwars liggen. De wetenschap zal hier later duidelijkheid in brengen.
Wij komen er minder makkelijk vanaf. Geen pijlen, geen borden, geen Vivaldi en geen irritant stemmetje. Zelfs de gps-mevrouw blijft nu opvallend stil. Anders had ze al lang gezegd dat we links of rechts moesten ‘drijden’. Onze gps-mevrouw heeft namelijk een spraakgebrek.
Op goed geluk volgen we bij de splitsing de juiste weg, want iets verderop zien we een eerste bord dat gewag maakt van het bestaan van het park, een existentieel bord dus. We zitten goed, dat is het belangrijkst.
Aan de overkant van de weg zien we een verlaten kinderpark met veelkleurige attracties, maar dat kan het niet zijn, want we hebben de tickets op voorhand besteld en dubbel gecheckt dat het park wel effectief open is. Op die manier zijn we immers ook te weten gekomen dat de kinderen best verkleed konden komen.
Ver kan het echter niet meer zijn. De volgende afrit geeft ‘Magic Park Land’ aan en leidt ons in een beweging over de autoweg heen tot vlak voor de gesloten deur van het verlaten kinderpark dat we net voorbij reden.
Een uur rijden door het meest mistroostige gebied sinds het Berlijn dat ik tijdens de laatste schooluitstap met Sint-Jan in 1994 aantrof toen het nog in hoofdzaak bestond uit donkergrijs beton. Een uur, en dan voor een gesloten poort staan.
In heel het park geen beweging te zien. Helemaal niets. Het is Nagasaki, the day after. Alleen in een rode familiewagen die ook op de brede oprijlaan staat, zien we op de achterbank beweging. Twee geschminkte kinderen stellen er ongetwijfeld exact dezelfde vragen aan hun ouders, zoals Rune en Finn ons aan een goedbedoeld kruisverhoor onderwerpen: Is het pretpark niet open? Waarom is het niet open? Is het straks ook nog gesloten? Wat gaan we dan nu doen?
Evenveel vragen in de rode auto als bij ons. Toch kun je niet kwaad zijn op de kinderen want ze zitten er opgeschilderd net zo heel aandoenlijk bij. Alleen een streepje dramatische Mozart ontbreekt bij het beeld om de setting echt compleet te maken.
Gelukkig heb ik het nummer van het pretpark genoteerd om een antwoord te krijgen op de vele vragen van de achterbank. Een vrouw neemt op.
Dat we voor de deur staan. Désolé, monsieur, maar door het regenweer is het park niet open vandaag. (Regen? Welke regen? Er valt geen drup!)
Dat het toch niet kan dat door een beetje regen een park dichtblijft. Toch wel, monsieur, dat zijn de instructies van le président. (In de veronderstelling dat ze niet Hollande bedoelt, maar wel de eigenaar van het park, kan ik hem alleen maar een gesprek met ene Gert Verhulst aanraden die zijn parken in het midden van onze Siberische winters open houdt samen met de volledige Ketnet-ploeg.)
Dat we een uur hebben gereden. Dat is zeer jammer. Vanwaar bent u gekomen? (Alsof dat iets uitmaakt!)
Dat we de tickets vooraf gekocht hebben en nu dus wel serieus gechareld zijn. Nee hoor, monsieur, u kunt morgen opnieuw langskomen. (En overmorgen, en zaterdag en waarom niet de komende 200 dagen tot het weer iets of wat zomer is!)
Dat we wel zullen bellen om de rit uit te sparen, mocht er weer toevalligerwijs een reden zijn om het park niet te openen. Een gevallen blad op de schuif af of zo. Stel je voor.
En dat we, indien een bezoek morgen niet kan doorgaan, erop staan dat ons geld wordt terugbetaald. Mais, monsieur, dat is helemaal niet het beleid van le président. (Hij weer. Luister effe dametje, als het zijn beleid niet is, zal het zijn beleid worden.)
Het park is dicht en blijft dicht. En morgen bellen we vooraf. Dat zijn zowat de enige zekerheden na het gesprek.
Tijdens de terugtocht is de sfeer in de auto ver te zoeken. Tv’tjes aan met de Pink Panther en voor de rest een zwijgrit naar… Ja, naar waar?
De attracties van de gps leren ons dat er een bowlingbaan in Arles is. Wij daar naartoe. De bowling van Arles ligt op een groot bedrijventerrein met de bekende grote ketens.
Ondanks het spraakgebrek is de gps-dame duidelijk in haar instructies. Toch is er geen bowling te vinden wanneer de boodschap ‘U heeft uw bestemming bereikt’ klinkt. Wel een joekel van een Intermarché, die, zo later blijkt, de bowling heeft opgeslokt.
Desillusie nummer twee. Geen bowling. De opties raken stilaan uitgeput.
Na het bezoek aan Magic Park Land zouden we een fastfoodstop houden in een of andere M of Q. Om het verlies van potentiële pret te compenseren, schuiven we reeds voor de lunch bij een hamburgerketen aan. Met een vampier en een zombie informeren naar Big Mac, is best wel geestig. Zonder er zich van bewust te zijn, hebben de kids vandaag toch enkele mensen laten schrikken.
Regen zien we de rest van de dag niet meer. Het wordt zelfs aangenamer dan gisteren. 18 graden en een stuk minder wind.
We besluiten de Abdij van Montmajour te bezoeken, en voor je zegt dat dat toch geen alternatief is voor een pretpark, I know. Maar zoals gezegd, de opties raken uitgeput.
Thuis ontschminken we de kinderen wel eerst want in een oord waar geloof ooit zo belangrijk was, gluurt bijgeloof om de hoek. We zouden niet willen dat iemand een ‘attakske’
zou krijgen wanneer ineens Rune de zombie voor zijn neus staat.
De abdij die meermaals door Van Gogh op doek werd vereeuwigd, is de moeite waard om te bezoeken. Van op de toren heb je een weids zicht op Arles en omgeving. Momenteel is de abdij niet meer in gebruik door geestelijken. Er vinden tentoonstellingen plaats en ook wij hadden het geluk om het vlijtig gefreubel van een glasblazer te mogen aanschouwen. Hoezee, hoezee! Snel vergeten, die onzin, en nu over naar reclame.
Vlak voor zonsondergang stoppen we bij de Molen van Daudet, opnieuw een van de sites die Van Gogh heeft vereeuwigd. De molen staat ietwat verlaten, maar is nog steeds charmant, zeker in het oranjegele licht van de ondergaande zon.
In de gite is het tapas-tijd. Al het heerlijks dat we op marktjes hebben gekocht, gecombineerd met de betere witte wijn uit de regio. Daar doen we het voor. Een geslaagd einde van een dag die voor de rest redelijk tenenkrullend verliep. We kijken alvast uit naar morgen wanneer we met een joekel van een lookgeur in Magic Park Land zullen rondlopen.
(31 oktober 2013)
Geef een reactie