Zondag rustdag. En dat mag redelijk letterlijk genomen worden. Uitslapen en in de late ochtend al zigzaggend op zoek gaan naar een brood, dat is zowat het enige productieve dat we betekenen voor de lokale bevolking.
De rest van de dag kleurt zich met het verkennen van de met babydruifjes bedekte heuvels rond ons huisje, het opfrissen van de Franse woordenschat van Rune en het in gang steken van de barbecue.
Omdat de appartementjes nagelnieuw zijn, ontbreken hier en daar nog enkele zaken die standaard bij een vakantie horen; een barbecue bijvoorbeeld. Gelukkig had ik vooraf nog even geïnformeerd naar het al dan niet aanwezig zijn van een ‘braaiplek’ en had Els een portable barbecue gekocht. Stel je er op zich niet te veel van voor: een pot van ongeveer 25 cm diameter die in een handige met ritssluiting voorziene groene fluotas past. Enige sceptische bedenkingen waren me voor de afreis naar Frankrijk niet geheel vreemd en ik had me al snel de bedenking gemaakt: als het niet lukt dan kopen we ons het goedkoopste barbecuestel in de lokale Gamma en laten we het daarna achter als sponsoring in natura.
Mijn scepsis was echter compleet onterecht: met de hulp van het pompje waarmee we anders plastic dolfijnen, zwembanden en ander zwembadgedoe leven inblazen lukt het wonderwel om ook het barbecuepotje gloeiend heet te krijgen. Nippend aan een goed glas rosé met op de achtergrond de groene heuvelrug bekleed met wijnranken is de bescheiden barbecue een gelukzalige culinaire feestelijkheid.
Het duurt dan ook niet lang voor we bezoek hebben. De Nederlandse buurman komt even informeren of onze ‘wifi’ wél werkt, want de zijne ‘doet het niet’. Van het een komt het ander en al snel wordt het vaatje roséwijn gedecimeerd. Het lijkt de Groninger wel te bevallen.
(30 mei 2010)
Geef een reactie