Het mag stilaan een traditie heten. In het najaar trekken we er nog enkele dagen tussenuit om de eerste portie werkstress na de zomervakantie van ons af te schudden en, met een beetje geluk, de laatste restanten van de zon en de été indien te consumeren. Groningen (Nederland) en Arhus (Denemarken) lieten ons de voorbije twee jaar op dat laatste vlak serieus in de kou staan, letterlijk dan. We vroren net niet uit onze schoenen, ondanks het dubbele paar winterkousen.
Uiteraard hadden we beter moeten weten en niet richting poolcirkel moeten trekken. Geen nazomer, zelfs geen begin van een herfst, maar polaire waarden. De reutelende Groningers en kokhalzende Denen kregen we er gratis bij. De gemiddelde ijsbeer articuleert vlotter dan deze twee minderheidsgroepen.
Een last minute cruise op de Middellandse Zee was de eerste optie.
Wie denkt dat Walter Capiau en Nicole en Hugo nog steeds het hoogtepunt vormen van dit soort reizen, zit er serieus naast. Cruises zijn big business. Cruiseschepen zijn varende luxeparadijzen van 18 verdiepingen met per 3 gasten een personeelslid. In het begin van de jaren 2000 vaarden we al eens een week rond Cuba met de Voyager of the Seas, op dat moment het grootste cruiseschip ter wereld, met 8 eigen radiostations aan boord en 3 eigen tv-zenders, een eigen krant, een schouwburg groter dan de Arenberg, een gigantische ijspiste van ontzilt zeewater, tien restaurants en een buffet van 300 meter. Op een week tijd deden we Jamaica en de Kaaimaneilanden aan, maar ook Mexico en Florida. Een jaar later regen we de ene citytrip aan de andere in de Middellandse Zee van Barcelona over Cannes, Pisa, Firenze, Rome, Napels, Athene en Efese naar Venetië. Een hele dag cultuur opsnuiven om elke avond terug aan boord te gaan in je vertrouwde kajuit. Even jezelf opfrissen en daarna voetjes onder tafel, terwijl Piet Piraat koers zet naar een nieuw avontuur. Na een verkwikkende nachtrust en een evenwichtig ontbijt ben je weer helemaal klaar voor een nieuwe dag.
Cruises zijn, in tegenstelling tot wat doorgaans gedacht wordt, zeer betaalbaar, toch zeker als je rekening houdt met wat je ervoor terug krijgt. Een kleine rekensom leert dat de gemiddelde gepensioneerde er beter aan doet zijn huis te verkopen om met de winst levenslang op cruise te gaan in volle luxe. In plaats van samen alleen achter te blijven in een veel te groot huis, als de kinderen het huis uit zijn, de wereld gaan verkennen in all inclusive waar kreeft, escargots en kikkerbillen tot het huismenu horen als je gaat eten met de kapitein. En wanneer het echt helemaal de slechte richting uit gaat met de klimaatopwarming, zit je ten minste op een boot in plaats van op een of andere ondergelopen polder in het Waasland.
Enfin, een cruise dus.
Alle cruiseliners hebben schitterende aanbiedingen voor het najaar, alleen zitten ze allemaal met wachtlijsten. Iedereen wil kreeft, een bijna persoonlijke assistent en een volle spaarkaart met citytrips. We vissen dus achter het net en nemen ons voor om alvast ons herfstuitje van volgend jaar te boeken.
Optie 2 is een trip naar de evenaar, of toch op z’n minst in die richting.
Wie al eerder op mijn reisblog vertoefde, weet dat ik zo’n 600 à 1200 kilometer te noordelijk ben geboren. Mijn wieg had ergens in Beaune moeten staan, of in de Lot-et-Garonne of de Var. Eigenlijk ben ik een Fransman die de taal onvoldoende machtig is en zich dan maar behelpt in de taal van Bart de Wever.
Dat we ooit vast of los-vast naar Frankrijk trekken, staat nu al vast, wanneer is nog niet duidelijk. Een oude boerderij of zo kopen, verbouwen en inrichten met een aantal gites. Een naïeve droom van menig televisioneel uitgebuit koppel in een Vijf-reality, maar bittere ernst voor ondergetekende.
Een volgens de argumentatieleer compleet irrelevant tegenargument dat mijn eega sporadisch pleegt te opperen is het vermoeden dat Frankrijk in het buitenseizoen doods is. Er is weinig sociaal leven als de toeristen terug arbeider of bediende zijn geworden en zich terugplooien op de details van elke dag.
Het weer in de herfst- en wintermaanden moet niet onderdoen voor onze wisselvalligheid waar Frank en Sabine niet mee overweg kunnen, dus daarvoor moet je ook al niet verhuizen.
Hoe lang gaat het wel niet duren voor we iet of wat de taal beheersen?
Wat met de kinderen en kleinkinderen? Gaan we die ooit nog terugzien of nemen we ze mee en verplichten we ze ook tot baguetten in plaats van een klein grof gesneden?
Groot was dan ook mijn verbazing en tevens mijn bewondering dat Els geheel uit zichzelf het voorstel in de zelfhulpgroep gooide om dit najaar, voor de tweede keer dit jaar, richting Frankrijk te trekken met het gezin.
Hebben we deze ene vakantie nog nodig om definitief de klik te maken? Of blijft het gewoon bij een uitje in de herfst?
(najaar 2013)
Geef een reactie