De wijnchinees van Saint-Emilion

Het ochtendlijke blauw boven de wijngaarden rond Saint-Emilion is het eerste wat we zien als we de gordijnen van onze kamer opentrekken.

Beneden in de ontbijtruimte staat ons een naar Franse normen copieus buffet op te wachten. Naast croissants, brood en confituur ligt er ook kaas en lekkere hesp uitgestald.

Onze tafelgenoten zijn een Brits koppel dat op terugweg is van hun buitenverblijf in Spanje naar Engeland. Ze bereiden zich voor op de moeder der volksraadplegingen, een voor Europa cruciale stemdag met maar één vraag: moet de Brexit er komen of niet? Zonder dat we er ook maar enigszins op aansturen, begint de vrouw allerhande argumenten op te noemen en selectief stukken geschiedenisles op te hoesten alsof ze zelf even alles op een rijtje wil zetten om haar ja-stem te motiveren: het is genoeg geweest, de Brexit moet er komen. Haar man luistert aandachtig, maar knikt zorgvuldig mee op momenten dat zijn vrouw even een kleine twijfel laat uitschijnen en steun nodig heeft, vooral wanneer het gaat over de mogelijke gevolgen.

Praten over de grondvesten van de Europese Unie, de te snelle uitbreiding en de verschillende recente crisissen, het is eens iets anders dan praten over het weer.

De voorspellingen zien er overdag op dat vlak vandaag trouwens subliem uit. De temperatuur zal op onze tweede vakantiedag nog verder klimmen naar meer dan 28 graden, maar vanavond zal er waarschijnlijk gedonder van komen.

Na het ontbijt starten we onze vinologische werkzaamheden met een controle van de duizenden wijnranken rond het domein. We wandelen van onze chateau naar Saint-Emilion tussen de wijngaarden. De wijnboeren haken de takken van de ranken aan de metalen lijn tussen de paaltjes van elke rij en doen hier en daar wat snoeiwerk. Anderen rijden af en aan met hun vreemdsoortige tractoren die alleen in wijngebieden gebruikt worden.

De druiven aan de ranken stellen momenteel nog niets voor: het zijn nog babydruifjes die niet eens in hun peutertijd zijn terecht gekomen. Onwaarschijnlijk dat ze binnen drie maanden de basis zullen vormen voor exclusieve wijnen die de komende jaren in de talloze wijnboetieks in Saint-Emilion verkocht zullen worden.

Aan wijnzaken is er in Saint-Emilion geen gebrek. Overal kun je proeven en zaken doen, als je een beetje uitkijkt. De meeste wijnhandelaars bieden een proefpakket aan met drie wijnen voor een schappelijke prijs.

Wij ploffen na de wandeling neer op een terrasstoel in de hoop snel en goed gehydrateerd te worden en bestellen elk een 33’er bruiswater. Het bruiswater moet hier wel van subliem goede kwaliteit zijn, want de Saint-Emilioner die ons de rekening brengt van dit armoe-bacchanaal geeft zonder blozen de rekening van 9 euro erbij.

Saint-Emilion is zeer duur, toch wat drank betreft. Je zou denken dat in het middelpunt van de regio de lokale restaurateurs een inspanning zouden leveren om de bezoekers verliefd te laten worden op de wijnen zonder hen af te schrikken door een te hoge prijs, maar dan redeneer je, net als ik, te kort door de bocht. Een glas rode wijn, niet eens van een exclusief huis, vind je niet onder de 6 à 7 euro. Flessen starten niet onder minimaal het vijfvoud hiervan.

De maaltijden daarentegen zijn superdegelijk en spotgoedkoop. We genieten vanmiddag van een riante tapasschotel en een groot stuk foie gras mi-cuit in L’Absolu. Als drank houden we het bij enkele karaffen water, want vanmiddag staan er redelijk wat domeinen op het programma.

Wanneer we naar de gite terugwandelen, smelten we bijna weg. Tijd dus om tot de orde van de dag over te gaan en het degusteren aan te vatten.

Wijnproeven in Frankrijk is hard werken. Het begint met het vinden van de wijndomeinen zelf. Bij het eerste geplande wijndomein gaat het al mis. Hoezeer we ook rondrijden in en rond het gehucht dat aangegeven staat in de Guide Hachette, de vele pijlen met wijndomeinen naast de weg wijzen overal naartoe, maar niet naar de Chateau die we zoeken.

Op naar het tweede dan maar. Via een indrukwekkende oprijlaan bereiken we het plechtstatige domein waar een minikasteel uittorent boven de omliggende wijnvelden. We parkeren de auto op de parking en zoeken ons een weg naar de degustatieruimte. Tevergeefs. Even later komt een dame ons zeggen dat er niet geproefd kan worden zonder reservatie want anders kunnen ze zich er niet op organiseren. Vreemd, in alle andere regio’s is dit ogenschijnlijk geen probleem en maken de wijnboeren met plezier tijd voor je om je het beste van hun domein te laten degusteren, ook al staan ze er bij momenten alleen voor.

Bij het derde geplande domein, Chateau Les Vieux Maurins in Saint-Sulpice de Faleyrens, hebben we wel prijs. Wanneer we onze auto tot vlakbij de degustatieruimte rijden, staat een oosters type ons op te wachten in zijn miniveranda: een wijnchinees.

De man op leeftijd sjokkelt richting een hangar iets verderop, stopt een sleutel in een kastje en laat zo de elektrische rolluiken van de degustatieruimte omhoog glijden. Er is een toog voorzien en een degustatietafel. Een volledige muur wordt ingenomen door rekken met wijnflessen waarop kartonnen hoedjes hangen van de Guide Hachette. We zitten goed!

Of we enkele wijnen kunnen degusteren.

De man sjokkelt naar zijn magazijn en komt terug met een flesje van 37 cl. Één flesje.

“We hebben maar één wijn,” zegt de wijnchinees. En die andere dan, denk ik. Pas dan valt het me op dat het allemaal dezelfde namen zijn op de bordjes, en dat alleen de jaargangen verschillen. Maar dan nog, waarom maar één jaargang aanbieden als je even later van de oriëntaal te horen krijgt dat de wijnen per jaar nogal kunnen verschillen? Even later valt mijn oog op de prijslijst. Daarop staat nog een andere wijn, namelijk een die eik heeft gezien.

Of we die ook kunnen proeven?

Een ja of nee krijgen we niet, alleen de boodschap dat de wijn dezelfde is en dat de smaak iets verschilt omdat hij op houten vaten heeft gelegen.

Werkelijk? Daar waren we zelf nooit op gekomen.

Enfin, één wijntje dan maar. We krijgen twee vieze bolvormige glazen voorgeschoteld en hij zet er voor zichzelf ook eentje klaar. Niet dat er lippenstift of zo ophangt, maar de rand van de glazen is donker van kleur geworden en er hangen tranen op van een vorige onzorgvuldige spoelbeurt. Smakelijk is anders. Hij schenkt enkele druppels bordeauxkleurig vocht in elk glas en verwacht dat we met deze 3 millimeter uit ons dak gaan. In andere regio’s vullen de wijnboeren een glas tot de helft om er vervolgens mee te walsen en het daarna weer ruim te vullen. Pas dan heb je immers de geur van de wijn in het glas en voldoende mogelijkheid tot proeven. Bij de wijnchinees mag het duidelijk niets kosten.

De wijn op zich is niet verkeerd, maar het is anderzijds ook geen topper. Uit beleefdheid nemen we een karton mee, ons eerste karton in de Bordeaux.

Na de 1 op 3 in de Saint-Emilion is de Pomerol aan de beurt. Zorgvuldig werden twee adresjes vooraf geselecteerd uit het rijke aanbod van de Guide Hachette, maar uiteindelijk blijkt opnieuw het lokaliseren van de wijndomeinen een probleem. De voorbije jaren hadden we ook wel af en toe een domein dat onvindbaar bleek door de onnauwkeurige plaatsbepaling, maar wat we hier meemaken is ongezien.

Liesbeth weet geen blijf met de coördinaten van Chateau Pavillon Beauregard en stuurt ons richting Chateau Beauregard. Pas wanneer we goed en wel binnen staan en de eerste wijn op de prijslijst zien staan aan 57 euro beseffen we dat we echt verkeerd zitten.

En ook het tweede domein in Montagne is in de verste verte niet te vinden.

1 op 5 dus.

Op het moment dat ik redelijk misnoegd onverricht terzake naar ons domein wil terug rijden, komt Belinda met een subliem idee op de proppen: laat ons de Saint-Emilion opzoeken die we gisteravond gedronken hebben op restaurant.

Zo gezegd, zo gebeld en een minuut later ligt onze afspraak vast. Ik tik vervolgens Chateau Coutet in, maar Liesbeth geeft opnieuw niet thuis. Volgens mij is Liesbeth de mol.

Ze geeft wel een ‘lieu-dit-coutet’ aan. Ok, that will do.

De route die Liesbeth voorstelt, eindigt op een met steenpuin verharde zandweg. De vlag op het schermpje van de gps staat geplant tussen een vervallen schuur en een braakliggend stuk land. Geen Chateau te zien.

Redelijk gefrustreerd door de magere vangst van de dag rij ik de zandweg op. De weg wordt steeds smaller en lijkt te eindigen op een stenen muurtje. Net voor het natuurstenen muurtje draait de weg opzij om uiteindelijk uit te komen op de binnenplaats van een domein waarvan het hoofdgebouw in de verste verte niet lijkt op het chateau van de website van Chateau Coutet. Net op het moment dat we het middenplein oversteken komen (denken we) de eigenaars in een klein autootje aangereden. We zwaaien vriendelijk en zetten onze missie verder. Over minder dan 5 minuten moet er immers geproefd worden.

We arriveren net binnen de tijd. De zoveelste nazaat van het familiebedrijf dat nu al vier eeuwen biowijn produceert in Saint-Emilion ontvangt ons hartelijk. De glazen staan netjes uitgestald en zijn proper. Maar ook hier valt de beperkte hoeveelheid wijn op die we kunnen proeven in een glas. Één klein teugje en weg is de wijn.

Toch laten we ons de 2011, de 2012 en tot slot de 2010 welgevallen. We nemen uiteindelijk twee kartons mee en krijgen er nog een flesje 2010 bij als presentje.

Om half 7 staat er nog een rondleiding op het programma op ons eigen wijndomein van Franc Grace-Dieu. De man die de gites runt, is de gids van dienst. Omdat er nog andere gasten van over het water de tour volgen, is Engels de voertaal. Engels op zijn allo allo’s. We begrijpen bij momenten amper waar de brave man het over heeft ook al is het proces van wijn maken ons niet onbekend. De rondleiding eindigt in de fraaie degustatieruimte van het domein. Opnieuw worden kleine bolvormige glaasjes gevuld met druppels wijn als ware het diamanten. De wijn was opnieuw niet verkeerd, maar 20 euro voor ‘niet verkeerd’ is minstens de helft te veel.

Wanneer we ’s avonds in Saint-Emilion dineren maken we een tussentijdse balans op.

  1. In tegenstelling tot andere regio’s hebben de wijnboeren hier slechts één wijn, in het beste geval nog een variant op eik gelegen.
  2. Een wijnproeverij verloopt armetierig met weinig kans tot doorproeven.
  3. De wijnen zijn prijzig, maar springen er niet boven uit. Je betaalt de naam, of beter de regio, niet de kwaliteit.
  4. Omdat elke wijnboer maar één wijn heeft, kun je niet aan cherry picking doen.

Een andere conclusie die we reeds na een dag kunnen maken, is dat lunchen en dineren in deze regio zeer goedkoop is, tenminste als je een karaf water bij het eten bestelt in plaats van een lokaal druivenextract. De prijzen voor een glas wijn beginnen op 7 euro, wat onverantwoord veel is voor een gewone lunch. Noem ons wereldvreemd, maar is onze verwachting onterecht dat horecazaken net hier hun lokale specialiteiten zouden moeten promoten (met de steun van de wijnboeren zelf) om voor een totaalbeleving te zorgen? Nu worden er rosés uit de Provence en rode landwijntjes uit andere regio’s besteld omdat de lokale producten onbetaalbaar zijn voor velen.

We beseffen echter dat we de lokale horeca geen geweten kunnen schoppen en druipen af naar onze Chateau. Nog voor we goed en wel geparkeerd zijn, schuift het wolkendek onherroepelijk dicht. Nog geen vijf minuten later dondert de regen met bakken uit de lucht. Lichtflitsen en luid gedonder zorgen voor de finishing touch.

(6 juni 2016)

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: