21 juli. Nationale feestdag. Exact 4 jaar geleden zong Leterme zich de onsterfelijkheid in door de Marseillaise in te zetten vlak voor hij naar het Te Deum ging. Sindsdien verkeert ons Belgenlandje in een crisis die gisteren zelfs de koning op zijn 21 juli-toespraak tot lichaamstaal wist te bewegen waarvan niemand had kunnen vermoeden dat de oude man er nog toe in staat zou zijn. Vanuit zijn kasteel zorgde hij 4 jaar na Leterme opnieuw voor schitterende tv.
Een mens wordt er moe van en begint zelfs stilaan apathisch tegenover onze politieke klasse te staan. Het geloof in de politiek zit op een dieptepunt. Ratingbureaus trekken ondertussen met permanente rode stift dikke strepen door de financiële plannen van steeds meer Europese landen. Ministers (van lopende zaken) blijven ondertussen mooie ideeën lanceren, hoewel ze eigenlijk weten dat er noch budget, noch de politieke wil, laat staan de politieke bevoegdheid voor bestaat om ze ook maar voor de helft te realiseren. Opeens zien regeringen het licht (uitgaan) na Fukushima. Spelende kinderen worden als ‘overlast’ beschouwd. Ik kan zo nog wel even doorgaan. Je wordt er niet vrolijk van, maar het lijkt de ver-van-mijn-bed-show en dus berust ik in de gedachte dat er gelukkig twee weken radio-, tv- en internetstilte voor de deur staan.
Met Leterme in het achterhoofd trekken we naar la douce France, voor de vierde keer op rij.
Na de Provence, de Languedoc en de Var is nu een dubbele bestemming ons doel: in de eerste week een gite in de Loirestreek in een oud klooster, in de tweede week een gite in een grote vierkantshoeve in de Lot-et-Garonne. In beide regio’s hebben ze, bij toeval, schitterende wijn.
De eerste gite is pas beschikbaar vanaf zaterdag, maar om bovenvermelde redenen lijkt het ons nuttig om reeds vroeger het land, of wat ervan overschiet, te verlaten.
Met de koning in het achterhoofd nestelen we ons voor twee nachten in een achttiende-eeuws kasteel, in een chambre d’hôte in Tavers, vlakbij Orléans, voor we aan onze eigenlijke vakantie beginnen.
Het weer is er alvast Belgisch bij aankomst. Geen drash nationale, maar wel het eeuwige noch vis noch vlees-weer waar we in België nu al drie weken genoeg van hebben. Gesmos, koud, af en toe een opklaring, dan weer wat warmer.
Toch klagen we allerminst. Het ontvangst is hartelijk en de twee suites zijn adembenemend, zowel van grootte als qua luxe en dat voor 40 euro meer dan een ordinaire Formule 1 voor 4 personen. Hier kom je echt tot rust.
Na een korte verkenning van de grote tuin rond ons chateau, trekken we naar Beaugency, een oud stadje vlakbij, waar het heerlijk vertoeven is. Bij zonnig, zomers weer moet dit echt de max zijn. De smalle straatjes, de oude natuurstenen huisjes, de restanten van een roemrijk verleden, de weelderige bloemen aan de gevels, de ambiance aan de Loire waar het uitgeregende strand ongetwijfeld the place to be wordt voor alle omliggende gemeenten.
Wat ons ook goed bevalt, is ons diner in ‘L‘idée’. Voor de prijs van een gewone bistro krijg je er net dat ietsje meer. Ook aan de kinderen is gedacht. Niet dat er zoveel keus is voor de kleine soort (ofwel is het vis, ofwel is het vlees), het eten is zeer lekker en redelijk onverwacht als kindermenu. Doorgaans is het kippetje friet of hamburger friet om onze noorderburen te paaien wanneer zij met hun minderjarig gevolg zuidwaarts keren. Hier staat er echter steak met aardappeltjes en knolselder op het menu, rijkelijk maar niet overdadig voorzien van een subliem lekkere saus.
Finn, en in mindere mate ook Rune, verdrinkt thuis onder goedkeurend toezicht van pa en ma steevast sommige delen van zijn bord in de ketchup, zolang hij maar van alles iets eet. Hopelijk leren ze stilaan de dosis rode drap te verminderen, zodat geleidelijk aan de ware smaak naar boven komt. Althans, dat is de idee.
Ketchup en mayonaise zijn al helemaal niet te vinden in ‘L’idée’, wel dus een heerlijke saus die uitnodigt om alles op te eten wat er op je bord ligt en ook het broodmandje (enfin, dan toch de inhoud ervan) moet eraan geloven, alleen maar door toedoen van Rune en Finn.
In de moderne badkamer gaan de kinderen daarna op zijn René Frogers drie keer uitgebreid in bad. Niet veel later vallen de luikjes van de kids dicht en stort ik me op de nieuwste editie van Het Belgisch labyrint van Geert van Istendael.
(21 juli 2011)
Geef een reactie