Voor het eerst deze reis ontbijten we buiten: het heeft niet geregend en de temperatuur klimt gezwind naar hogere waarden.
De zon zet de wijngaard van de buurman in een feeëriek ochtendlicht. Ook op de petanquebaan lijkt een spotje te staan, zodat het lichtbruin van de arena-van-het-volk boven het pasgemaaide grasveld lijkt te zweven en uitnodigt om bespeeld te worden.
Alleen een pastis ontbreekt wanneer we omstreeks 10 uur aan het jeu-de-boulen zijn.
De rest van de voormiddag parkeren we ons op een tuinstoel met een boek. Ik begin in ‘Brief aan mijn kleinkinderen‘ van Hugo de Ridder, een openhartig boek waarin De Ridder een round-up maakt van de voorbije decennia en vooruitblikt naar de wereld die Bram, Kelly en zijn andere kleinkinderen overerven van de oudere generatie. Hij noemt ze de ‘overvraagde generatie’. Het gesigneerde boek kreeg ik recent van Bram en Kelly op de barbecue van de ouderraad waar Hugo de Ridder ook kort aanwezig was.
De Ridder slaat in de meeste van zijn analyses de nagel op de kop en is meer dan een toeschouwer, of erger: een commentator of editorialist. Hij is oprecht begaan met wat er zoal in de wereld gebeurt en stelt zich vragen die verder reiken dat het dagdagelijkse gewoel in de Wetstraat. Hij doet ook voorstellen in plaats van gemakkelijkheidshalve aan de kant te blijven staan orakelen. Een van zijn voorstellen is de erfenissprong: kinderen die nu erven zijn meestal zelf al bijna pensioengerechtigd en hebben een erfenis meestal niet nodig. Waarom niet de erfenis overdragen aan de ‘overvraagde generatie’ of zelfs aan hun kinderen die er wel nuttig gebruik van zouden kunnen maken? Ik hou van zijn manier van politieke journalistiek bedrijven: niet inhakken op alles en iedereen, maar kritisch zijn, proactief en meedenkend.
De namiddagactiviteit staat haaks op het doorbladeren van reislectuur in een luie zetel.
Acro Givry is het grootste klim- en klauterpark van Europa met meer dan 20 avontuurlijke parcours in de bomen. Niet dat het breed geafficheerd staat in de omgeving of dat er zelfs maar duidelijke wegwijzers naar het park te vinden zijn, want het duurt wel even voor we via een veld en een bosweg ter plekke geraken.
Veilig in een harnas en met een helm op hun hoofd beginnen Rune en Finn met de eenvoudige pistes waarbij ze vastgeklikt worden op een metalen kabel die ze gedurende het volledige parcours kunnen blijven volgen, zonder zelf de beugels te moeten verplaatsen. Hun honger naar meer uitdaging komt al snel boven. Rune mag gezien zijn leeftijd en grootte al enkele straffere trajecten afleggen dan Finn, maar liefst zou hij al ineens de zwarte piste nemen.
Uiteindelijk hangen we meer dan 5 uur in de touwen en dat mag je vrij letterlijk nemen. De kinderen krijgen er niet genoeg van en ook wij amuseren ons meer dan kostelijk.
De strafste stunt die Els en ik deze namiddag uithalen is een parcours van 700 meter lang met piekhoogtes van 22 meter en een death ride van 250 meter. Als je zo hoog boven de grond op iets te beweeglijke balkjes moet lopen, weliswaar veilig vastgemaakt aan een ‘life line’ (het woord alleen al!), dan weet je dat je leeft. En als je je op de juiste manier vastklikt, blijft dat ook zo.
Als we ’s avonds na het eten aanstalten maken om de tafel af te ruimen, beginnen enkele spieren zich te manifesteren, waarvan we het bestaan niet eens durfden te vermoeden.
(30 juli 2013)
Geef een reactie