We zitten ongeveer in de helft van de vakantie. Nu al.
Twee dagen heb je nodig om heen en weer te rijden en daartussen zitten maar 6 dagen. Heel efficiënt kun je dit niet noemen.
Als het van ons zou afhangen, zouden we er twee weken van maken, maar dan zouden de kinderen bijna nooit thuis zijn in de vakantie. Eerst de kampen, dan op reis met Els of Frank, dan met ons.
Na drie dagen maken bepaalde routines zich meester. Zo raken de hoeveelheden van de bakker min of meer afgestemd op de ochtendlijke honger en weten de kinderen stilaan dat ze met geborsteld haar aan tafel verwacht worden.
Vandaag is voor mij een dag van extremen: compleet buiten, maar ook 100% binnen mijn comfort zone.
Om te beginnen met het eerste: we gaan boomklimmen. Het is ondertussen mijn derde keer en ik weet nu al dat het fijnste aan het boomklimmen het moment zal zijn dat ik mijn ‘harnas’ opnieuw kan inleveren.
We hadden de kids de keuze gegeven tussen een dagje Walibi en een klimpark. Lars koos voor een derde optie: slapen. Bij gewone meerderheid werd echter beslist dat we vandaag zouden gaan boomklimmen.
Het is de minst warme dag van de week en dus de beste dag voor dit soort boomacrobatieën.
Parc en ciel, what’s in a name, ligt in Lacapelle-Biron. Het is verre van druk in het klimpark.
We stappen in ons harnas dat door een van de professionele boomklimmers wordt vastgeriemd. Daarna worden we een houten barak binnen gedreven voor een instructievideo in een gebrekkig Nederlands. Op beeld ziet het er allemaal eenvoudig uit, die instructeurs die fluks via een death ride naar beneden gaan: ze maken zich vast volgens de regels van de kunst, gaan lichtjes doorhangen en hangen voor dood aan de kabel (waarschijnlijk komt de term death ride daar vandaan). Daarna zetten ze zich perfect af en blijven heel de tijd in dezelfde plank-houding terwijl ze met een rotvaart naar beneden glijden. Omdat ze weten dat de meeste gewone stervelingen het einde van de death ride niet halen en ergens onderweg blijven hangen, leggen ze ook even uit hoe je in dat geval in omgekeerde richting jezelf verder moet trekken. Opnieuw hangen de modelinstructeurs erbij als een steigerhouten plank.
En dan nu de realiteit.
Zelfs het wandelen naar het testparcours dat een halve meter boven de grond hangt, blijkt al moeilijk. We lopen als mensen die in een revalidatietraject opnieuw moeten leren stappen. De riemen blijken te vast te zitten op plekken waar ze beter wat losser zouden hangen en omgekeerd. En dan moeten we nog beginnen.
Bij de eerste test death ride lijken Belinda en ik een groot stuk van de video vergeten te zijn, laat staan dat we hem in praktijk kunnen brengen. Het bevestigen van de kabels is zowat het enige dat volgens de regels van de kunst gebeurt, al de rest is kunst-en-vlieg-werk. Het lichtjes gaan doorhangen lukt geen van ons beiden, er zit niks anders op dan ons voorzichtig te laten vallen. Hierdoor zijn de vervolgstappen ook ineens niet meer uit te voeren. De plankhouding is bij ons een zenuwachtig soort watertrappelen in de lucht. Het ziet er niet uit. Gelukkig knallen we met voldoende snelheid op de groene mat, zodat we ons niet naar boven moeten trekken. Het is al gênant genoeg zo.
De kinderen staan ondertussen wortel te schieten, want ze willen aan het eerste echte traject beginnen.
We gaan voor het familietraject. En daar blijft het voor Belinda en mij ook bij. Op zich weet ik me nog redelijk te redden, maar ik kom er niet zonder kleerscheuren vanaf. Belinda staat doodsangsten uit en staat te trillen op haar benen wanneer ze het traject voortijdig verlaat.
De kids gaan verder met het traject dat eindigt met een death ride van 230 meter. Lars laat deze kelk aan hem voorbij gaan en volgt samen met ons de strapatsen van de anderen.
Robbe blijkt iets te groot voor het traject, Lune iets te klein. Rune en Finn hebben elk eigen techniek om hindernissen te passeren.
Bij een Tarzan-hindernis met liaan gaat het mis. Finn neemt een goede sprong maar raakt net niet aan de overkant. Hij blijft bengelen op 5 meter boven de grond. Een van de professionele boomklimmers snelt hem tegemoet, maar net op het moment dat hij aan het platform aankomt, weet Finn zich vast te klampen. Even later staat hij met zijn twee voeten op het platform.
Na de laatste hindernis, de lange death ride, vinden ook de kinderen het wel prima. De harnassen worden ingeleverd, de airco in de auto gaat aan, iedereen kruipt de douche in en daarna duikelen de kinderen in het zwembad.
Maar, zoals gezegd, is het vandaag niet alleen kommer en kwel, we gaan ook naar onze eerste marché gourmand van deze vakantie. Volledig binnen mijn comfortzone.
We rijden naar Pujols, het dorpje dat we vanop ons terras elke avond mooi verlicht zien liggen op een heuvelrand.
8 jaar geleden woonde ik op 20 kilometer hiervandaan mijn allereerste marché gourmand mee in Dausse. Op dat ogenblik is de vonk overgeslagen en is mijn fascinatie voor proeverijen met lokale producten ontstaan.
In die zomer, acht jaar geleden, ontstond de idee om ooit eens een keer zoiets in Halle te organiseren. Een naam bedenken, duurde niet lang: Halle Proeft werd boven de doopvont gehouden.
In 2015 vond de eerste editie plaats. We hoopten op 500 aanwezigen, het werden er drie keer zoveel. Op de vierde editie kwamen er meer dan 4000 proeflustigen naar het dorpsplein van Halle. Organisatoren van events in Zandhoven en Schilde belden ons vooraf om te vragen wanneer we een volgende editie Halle Proeft gingen organiseren zodat ze uit ons vaarwater konden blijven. Na een tijd trok het event namelijk ook heel wat mensen van andere gemeenten aan. Iets wat niet onze initiële bedoeling was, we wilden graag de Hallenaars verenigen rond lekkere proevertjes die zoveel mogelijk lokaal geproduceerd werden.
Een event dat steeds groter wordt, vraagt ook hoe langer hoe meer tijdsinvestering en verantwoordelijkheid. We moesten ons als organisatie daarom afvragen of we dit in de toekomst nog kunnen en willen blijven opbrengen. Daarvoor wilden we dit jaar een sabbatjaar inrichten om daarna eventueel kleinschaliger door te starten. De standhouders vonden het jammer dat er dit jaar geen editie zou komen en vroegen ons of ze zelf iets soortgelijks mochten organiseren. Uiteraard, kan dat. En zo ontstond dit jaar Halle Zomert, een event waar we zelf, als bezoeker deze keer, veel plezier aan hebben beleefd.
Als toerist in eigen dorp je zo’n 1000 kilometer zuidelijker wanen. Fantastisch gewoon.
Halle is een event rijker, eentje waar ik elk jaar met volle teugen van ga genieten.
Ook in het kleine Pujols verwachten ze precies aardig wat volk vandaag. Auto’s worden omgeleid naar een grote parking aan de voet van het dorp. Er zijn parkeerwachters om iedereen snel op een vrije plek te krijgen.
Aan de rand van de parking staan verschillende kramen en eettafels opgesteld. Een muzikaal duo is bezig meteen een try-out.
We trekken het dorpje in en passeren langs rijen met banken. Ze worden stilaan ingenomen door locals die hun tafelkleedje en aangepast servies mee hebben. Hoe kleurrijker hoe beter, blijkbaar.
Hoewel het marktje om zeven uur begon, is het iets na zeven al bijzonder druk in het centrum. De kraampjes draaien al op volle toeren. Wanneer we onze eerste verkenningstocht hebben gedaan, blijken alle tafels bezet.
We keren daarom terug naar de banken aan de voet van het dorp. Terwijl Rune en ik de tafel bezet houden, gaan de anderen eten halen. Wanneer ze terug zijn, wisselen we.
Via de omwalling van de dorpskern bereiken we het centrale plein waarop de meeste kraampjes staan. Het is er ondertussen over de koppen lopen.
Ik proef snel even een rosé aan een kraam en neem een flesje mee voor bij het eten. Het kost me welgeteld zes euro.
Of ze ook bekertjes hebben?
Nee, dat mag niet meer. We hebben nu recyclageglazen van dikker plastic. Het werkt met een waarborgsysteem.
Het blijken kleine kabouterbekertjes te zijn op een voetje. Niet direct handig om mee te nemen samen met een fles wijn en vier bordjes. De bekertjes dan maar in mijn broekzak, de wijn onder de arm en in elke hand een bordje.
We lopen via de parallelle zijstraten terug naar de voet van het dorpje. Ook daar staan banken en tafels die ondertussen ingenomen zijn.
Tegen dat we terug aan tafel zijn, is het eten lauw tot zelfs koud en is de rosé koel in plaats van koud.
Pujols Proeft blijkt te groot geworden om de massa aan te kunnen. Waarschijnlijk daarom is er aan de voet van het dorp een verlengstuk van de marché gekomen. Dat is op zich wel gezellig, met een zangeres en een bassist die allerlei covers spelen, maar de echte couleur locale mis je zo echt wel.
Een gouden tip dus als je ooit zelf zo’n Frans marktje wil bezoeken: kom op tijd, liefst zelfs te vroeg en claim een tafel. Dat kan het makkelijkst door een fleurig tafellaken over de tafel te draperen. Breng ook je eigen wijnglazen mee, tenzij je een kabouter bent.
(7 augustus 2019)
Geef een reactie