We zijn vanmorgen alleen in de ontbijtruimte. De oudere Detol-man is vervangen door een even attente jongedame die ons een uitgebreide ontbijtkaart toestopt.
Ik ga voor een zeer smakelijk gepocheerd eitje met zalm op een toast en een warme salade met lokale specialiteiten. Het valt ons op dat voor de tweede ochtend op rij de koffie zeer lekker is. Sinds we een koffietoestel in onze keuken hebben die de koffiebonen maalt, zijn we beginnen experimenteren met koffiesmaken en is ons smakenpallet verbreed. De lat is hierdoor ook hoger komen te liggen, zoals eerder al gebeurde bij wijn.
Op de flatscreen zien we Guy Verhofstadt (een van de Brexit-onderhandelaars voor Europa) een ferme sneer geven naar Nigel Farage, een van de belangrijkste voorstanders van de Brexit, toch in de tijd dat die er electoraal beter van kon worden. Verhofstadt vergeleek Farage met Field Marshal Haig uit Blackadder, omdat Farage net als Haig veilig in zijn kantoortje zit, terwijl zijn mensen in de kou en de regen aan het lopen zijn.
De Brexit zit in de loopgraven en de Britten zinken zelf steeds verder weg in de zompige geulen. Benieuwd wanneer we de laatste blob horen.
Mister Detol had gisteren voor ons een lunchpakket genoteerd. Wanneer we uitchecken krijgen we 4 sandwiches met kaas en bacon mee.
Overleden Egyptenaren kregen duizenden jaren geleden ook al spullen en etenswaren mee zodat ze verder konden in het hiernamaals. Gisteren zijn we elk drie keer gestorven tijdens onze eerste hike en vandaag zal het er niet beter op worden.
Eens we straks de taxi verlaten, staan we er alleen voor op de weg van Curtlestown Wood naar Roundwood, en dat op de Koninginnetocht van de wandelvakantie.
De vier pakjes zilverpapier die we aan de balie krijgen, steken we zorgvuldig weg als laatste teken van leven.
Voor de derde dag op rij is het mooi weer. Geen four seasons in one day, zoals ze het weer in Ierland vaak beschrijven.
De lucht is staalblauw en contrasteert met de hoog opgeschoten gele bremstruiken. Al van in het begin van de wandeling lopen we op verlaten wegen met een zicht op de vallei.
Het wordt nog mooier wanneer we langs de Glencree River wandelen. Op slechts enkele honderden meters verandert het Ardennen-landschap in een omgeving zoals je die kent uit de eerste Jurassic Park-film op het ogenblik dat de eerste diplodocus in beeld komt. Ik geef toe dat je een redelijk fotografisch geheugen nodig hebt om je dit in te beelden.
De zon is stevig van de partij vandaag. De hiking-jas die ik speciaal voor deze trip heb gekocht, en thuis al ontdaan had van zijn warme voering, klem ik voor de tweede dag op rij achter de riempjes van de trekkersrugzak om in polo verder te stappen.
De klim naar de eerste bergtop is stevig. Alles doet pijn bij Belinda. Ze wil echter niet stoppen omdat ze vreest dat er dan verzuring optreedt wat het nog zwaarder zou maken. Bij mij valt de pijn op zich wel mee, maar ik trap voortdurend op m’n adem en moet af en toe rusten.
We besluiten elk op ons eigen tempo verder te gaan.
De omgeving verandert opnieuw en wordt een stuk bosrijker. De wandelpaden worden smaller, steiler en rotsiger.
Halfweg de klim kijken we uit op de Powerscourt Waterfall, met z’n 121 meter de hoogste van Ierland.
Ongeveer een half uur later bereiken we het hoogste punt van het eerste deel van de wandeling. We kijken uit op de vallei van de Dargle River die enkele honderden meters lager stroomt.
Het vervolg van het wandelpad lijkt loodrecht naar de rivier te lopen. En aan de rechteroever zien we het wandelpad bijna in spiegelbeeld tegen de wand van de vallei liggen.
Belinda ziet op tegen de steile afdaling en ik hoop dat er onderweg naar boven zuurstofflessen klaar staan aan de andere kant. What comes down, must go up.
Op de brug over de Dargle, kijk ik hoe de wolken schaduwen werpen op de wanden van de vallei. Het valt me op hoe stil het hier is. Behalve het geluid van het stromende water in de rotsige rivierbedding hoor je hier niets. De ultieme rust. Alle dagdagelijkse stress is ver weg.
Belinda is ondertussen als volleerde berggeit al redelijk ver opgeschoten in de beklimming van de andere valleiwand.
Wanneer ik zo’n kwartier later ook boven kom, steekt ze een propje zilverpapier in haar rugzak en maakt ze aanstalten om verder te gaan. Haar eerste sandwich heeft duidelijk de nodige energie gegeven.
Daar ben ik nog lang niet.
Terwijl ik mijn eerste energieshot opeet, neem ik de eindeloze omgeving in me op.
De bergruggen lijken vanop deze hoogte in elkaar over te gaan. De meeste liggen er kaal bij door de lage begroeiing. Met een beetje verbeelding zie je hier een aflevering van Game of Thrones voor je ogen afspelen waarbij Daenerys Targaryen op een van haar draken de bergrug komt over gevlogen en een deel ervan in lichterlaaie zet.
Enfin, genoeg gefantaseerd. We moeten verder.
En het vervolg van de weg gaat bergop, alleen maar bergop.
Hoewel we ons in een gebergte bevinden, lijkt onze wandelroute bezaaid met luchtspiegelingen. Als je naar de bergrug kijkt die je aan het beklimmen bent, lijkt het alsof je na enkele honderden meters de top zult bereiken, maar telkens je daar bent, volgt er nog een stuk van een paar honderd meter, en daarna weer een.
Een optische desillusie dus.
Net wanneer je denkt dat het er nooit meer van zal komen, komt er geen zoveelste fata morgana, maar heb je uiteindelijk dan toch de rug van Djouce Mountain bereikt.
Waar ik gisteren af en toe de indruk had dat we in de Ardennen aan het wandelen waren, alleen dan wel in een iets groter formaat, is de omgeving vandaag compleet anders en helemaal wat je van Ierland verwacht.
Het zicht op de Ierse zee is fantastisch. Bij mooi weer kun je de bergen van Wales zien vanop deze plek.
Ook op de rug van Djouce Mountain is de stilte oorverdovend, op het geblaf van enkele verre honden en het gehijg van ondergetekende na.
Iets verderop lassen we een korte break in voor onze tweede sandwich. We kijken uit op de meren waar we straks naartoe zullen wandelen.
De wandelroute loopt verder over oude dwarsliggers die na hun jaren dienst bij de Ierse spoorwegen een tweede leven hebben gekregen in het veengebied waar we door trekken. Het moet een immens werk geweest zijn om van deze zware balken een kilometers lange wandelbrug te maken op de soms steile hellingen.
Terwijl we enkele kilometers verder even uitblazen, gooi ik een blik op de routebeschrijving.
“It took me 3,5 hours to get here” staat er als goed bedoelde indicatie van de wandeltijd, terwijl wij al meer dan 5,5 uur aan het knallen zijn.
Wat is eigenlijk het tegenovergestelde van ‘peptalk’?
Aan de herdenkingssteen voor JB Malone, de man die de Wicklow Way het eerst heeft beschreven, is de routebeschrijving niet duidelijk meer. We vragen aan een voorbijganger hoe we tot in Roundwood kunnen wandelen.
Dat was volgens haar heel eenvoudig: het wandelpad volgen tot we aan een geasfalteerde weg komen en dan links. Het zou een goede 3 kilometer zijn tot Roundwood waar we de eigenaars van de B&B moeten bellen om ons op te pikken.
De 3 kilometer blijkt volgens Google Maps 5 kilometer te zijn.
Wanneer we ongeveer halverwege zijn, stopt een rood autootje en vraagt een vrolijke Ier ‘You’re all OK, guys? Where are you heading?’
Belinda heeft al een tijdje last van haar spieren en ik zie er ook niet bepaald fris meer uit. De tuinman, die net van zijn werk komt, ziet duidelijk dat het beste van de soep is en biedt ons een lift aan richting Roundwood.
En de Pinewood Lodge stuurt kort nadien een auto om ons van het dorpje tot aan het afgelegen gastenverblijf te brengen waar enkele loslopende schapen ons verwelkomen.
Als we deze kilometers ook nog effectief hadden moeten doen, had er morgen van wandelen niets meer in huis gekomen. Ons dagtotaal staat op 22,5 kilometer met een totale klim van liefst 231 verdiepingen.
Gelukkig moeten we vanavond niet ver meer. We eten in de B&B en krijgen een driegangenmenu voorgeschoteld met een Chileense merlot erbij.
Ik voel me gloeien, zelfs nog voor ik van de merlot gedronken heb.
Vandaag hebben we veel zon gepakt. De oortjes van mijn zonnebril lijken wit in mijn verbrande huid gelaserd.
We zijn niet alleen in het gastenverblijf. Aan de andere tafel zitten twee Amerikanen die vader en zoon blijken te zijn. Ze hebben deze week hun jaarlijks ‘mannenuitje’.
De sfeer van de eetruimte in de B&B is heel huiselijk: houten meubeltjes, borden met een bloemetjesmotief zoals vroeger bij ons in de jaren 70 en als achtergrondmuziek een supermarktversie van Lord of the Dance.
Helemaal uitgevlakt, zoals dat hoort bij supermarktmuziek.
Het duurt hierdoor een tijdje eer we door hebben dat hetzelfde viooldeuntje steeds opnieuw passeert.
We nemen de merlot mee naar de kamer.
Terwijl we met de voetjes omhoog de laatste afleveringen van Studio Tarara streamen, wordt er gestemd in het Britse parlement dat nu de macht lijkt te hebben overgenomen van de regering.
‘The noes have it’: zo kondigt speaker John Bercow de resultaten van de 8 stemmingen aan. 8 keer stemt het parlement tegen voorstellen van verschillende parlementsleden. Niemand weet nog hoe het verder moet.
De Britten zinken weer wat verder weg in het veen en er is geen wandelpad waar ze zich aan vast kunnen klampen.
Geef een reactie