Vanmorgen staat de eerste en enige activiteit op het programma van onze short trip: een bezoekje aan Efese.
Voor we de huurauto instappen doen we ons te goed aan een zonovergoten ontbijtje. Op de kop af 20 graden is het. Geen overdreven luxe. Van een all-inclusive zou je toch iets ambitieuzere temperaturen verwachten. Het live gebakken omeletje maakt echter veel goed. Zoals steeds vergrijpen we ons aan iets te veel gangen. We besluiten alvast de weegschaal bij thuiskomst voor enkele weken op non-actief te zetten zodat het beestje ons nog herkent wanneer we er voor de eerste keer terug op gaan staan.
Het is de derde keer dat ik Efese bezoek. Een eerste keer tijdens een solo roadtrip doorheen Turkije, keurig verpakt in een door een touroperator aangeboden formule. De tweede keer was samen met Els, toen we Kusadasi aandeden als een van de stopplaatsen tijdens een cruise op de Middellandse Zee, zonder Nicole en Hugo weliswaar.
Beide bezoeken waren in het analoge tijdperk, toch wat fotografie betreft. Het was een tijd waarin je zeer zorgvuldig omsprong met de veel te dure fotorolletjes en dito ontwikkeling van die dingen. Het was een tijd waarin de gemiddelde toerist met een 60-tal foto’s terugkeerde naar huis, alle 60 zorgvuldig geposeerd en gekadreerd en toch bleken er achteraf maar 10 echt toonbaar wegens onder- of overbelicht, wazig of rode ogen. In die tijd kon je immers nog niets digitaal retoucheren.
Met Finn als model voor een fotosessie in een uniek Efesiaans kader is digitale fotografie geen overdreven luxe. We hadden ons anders blauw betaald aan de twee foto’s die we kunnen recupereren van de fotosessie tussen de oude overblijfselen. Finn, volledig uitgedost in lentefeest-outfit, is zeer fotogeniek met zonnebril, maar zonder is hij de frustratie van elk amateurfotograaf.
We waren overigens niet alleen in Efese. Druk fotograferende Japanners en MSC-Amerikanen bezoeken de oude site via de display op hun digitale camera. Dat ze hierbij elkaar voortdurend voor de voeten en de lens lopen, schijnt niet te hinderen.
Uitgaande van hun ongetwijfeld grote expertise op fotografisch vlak geven we voor de oude bibliotheek van Efese onze camera aan een groepje Japanners om ons gezinnetje te vereeuwigen. Dat de al niet op lengte geselecteerde Japanse op een bepaald moment door haar knieën gaat om de foto te maken, had ons al moeten doen vermoeden dat de foto niet zou worden wat we ervan verwachten. En inderdaad: het fraaie familieportret is een perfect voorbeeld van kikkerperspectief, maar van de oude bibliotheek op de achtergrond is er geen steen meer te zien.
Met de Fiat keren we terug naar het hotel om een overdosis cultuur te vermijden. Gelukkig staat het buffet ons op te wachten. Met uitzondering van enkele dagsuggesties is het exact hetzelfde als de dag ervoor. Geen nood want een mens krijgt toch nooit alles geproefd, toch niet tijdens zo’n kort verblijf.
Na enkele gangen is het tijd voor een afsluitend ijsje. Mama en papa zitten reeds in siësta-modus dus is het aan de kids om hun beste Duits of Engels boven te halen. Rune is bijzonder leergierig en wil weten hoe je precies iets bestelt, terwijl Finn ondertussen in zijn hoofd naar een nummer uit een of andere Disneyfilm aan het luisteren is. Aandacht nihil, dus. Geen woord hoort hij van wat er gezegd wordt. Toch is het Finn die met ijsjes terugkomt en nog wel in de juiste hoeveelheden en smaken. Rune kan uiteindelijk zijn moed niet bijeen rapen om effectief naar de ijsjesventer te gaan al zou hij perfect een bestelling kunnen plaatsen.
Dit ijsjesfeitje doet me mijn idee over vaardigheden herzien. Vroeger ging ik ervan uit dat het goed beheersen van receptieve vaardigheden ook een voorwaarde was om ook productieve vaardigheden te beheersen. Finn reset met enkele ijsjes deze gedachte. Finn heeft een hekel aan instructies, uitleg of hulp. Hij wil het allemaal zelf doen. Rune is hypersensitief en hoort en ziet dus alles, ook wat niet voor hem bedoeld is. Hij is zeer clever, maar heeft nood aan regels bij wijze van houvast. Beiden bereiken ze doorgaans hun doel, maar elk op hun eigen manier.
Ook bij het minigolfen is het duidelijk dat elk van hen het anders aanpakt. Rune kijkt hoe wij het doen en wil het inschatten van de situatie een kans geven. Ook het rustig tegen een balletje slaan, wil bij hem meestal wel lukken. Finn is al begonnen nog voor we goed en wel aan een nieuw speelterrein staan, is oostindisch doof voor tips en slaat loeihard op het arme golfballetje. Wanneer het niet lukt, loopt hij even gefrustreerd rond om daarna op zijn Finns verder te meppen op het witte balletje.
In de vooravond trekken we met de huurauto richting Kusadasi, het Mekka voor de liefhebbers van kitsch en namaak. Alles kun je er krijgen onder de noemer ‘real fake’. Als volwaardige prostituees proberen de DDT’s van het stadje je hun winkel binnen te loodsen om er hun beste waren te tonen.
Toch is het niet onze drang naar rommel die ons naar Kusadasi lokt. Wie in Turkije op reis gaat, moet zeker eens langs een herenkapper passeren. Voor geen geld laat je je eens goed verwennen met een perfecte snit en dito scheerbeurt. Ook de kinderen vinden het fascinerend om zien hoe de kapper met een brandende wattenprop de laatste kleine donshaartjes wegschroeit.
Met een frisse snit parkeer ik me na het avondbuffet in de bar met een local vodka. Al snel komt een bevallige jongedame uit Zoersel naast me zitten. Ik bestel haar een witte wijn. De kinderen liggen uitgeteld in hun bed. De ouders nemen de tijd om bij te lezen.
(2 april 2013)
Geef een reactie