De hele voormiddag zijn de kinderen druk in de weer met de generale repetitie van hun show. De uitnodigingen liggen al een tijdje te pronken, de zenuwen zijn hooggespannen. De ouders kunnen dus zonder probleem al in de voormiddag hun siësta inzetten. Het is en blijft vakantie.
Iets voor de middag krijgen we het signaal vanop zolder dat de kids er klaar voor zijn.
Er liggen gepersonaliseerde ticketjes klaar aan het begin van de gang. De jeugd is duidelijk de toekomst. Ze zijn op hun 4 tot 7 jaar al een stuk efficiënter dan de administratief-culturele bollebozen achter het dwaze ticketingsysteem van De Warande.
Aan het einde van de gang zit Rune klaar om ons hartelijk te verwelkomen en onze tickets om te ruilen voor een gepersonaliseerd programma:
– ‘balet’ door Ante en Diete
– ‘breekadanse’ door Hannes, Rune en Finn
– ‘muziekalen meziek’ door Ante en Diete
– ‘slotdans’
– ‘andere dansjes’
Ook efficiënt om alvast aan te geven dat er na de slotdans nog bisnummers volgen.
De zetels op zolder hebben de kinderen uit elkaar geschoven zodat ze een centraal podium hebben tussen de zetels in. We worden deskundig naar onze plaatsen geleid en de show start. De camera’s draaien en klikken ijverig.
Je ziet dat de kinderen er zich geweldig bij voelen. Ze smijten zich volledig, bij het breakdansen mag je dit zeer letterlijk nemen trouwens. Een luid applaus is het minste dat we als trotse ouders aan het jonge geweld kunnen geven.
Na de lunch meanderen we richting Saint-Robert, ‘un des plus beaux villages’ van Frankrijk. Een titel waar de toeristische diensten doorgaans redelijk kwistig mee omspringen, maar in het geval van Saint-Robert klopt het wel. De 300 levende zielen die er wonen zijn niet van die aard dat ze je gekuier zullen storen, wegens te oud. Ook elk huisje heeft er een rijke geschiedenis opzitten en hoeft niet eens ‘geïnstagramd’ te worden om er als een plaatje uit te zien. Het uitzicht van de tuin achter de abdijkerk op de verre omgeving is prachtig en zelfs het weer doet zijn best om de zandkleurige stenen tot hun recht te laten komen. De wolken trekken weg, er verschijnt opnieuw blauw aan de hemel en na een tijdje is blauw zelfs de hoofdkleur van een hemelse wallpaper.
Tweede afspraak vanmiddag is Ayen. Niet dat Ayen een dorpje is dat een of andere titel heeft of verdient, maar vanavond vindt er wel een marché des producteurs de pays plaats. Van onze reis van vorig jaar in de Lot-et-Garonne weten we dat op dit soort avonden het echte Frankrijk zich manifesteert.
Geen duffe kramen met kleren, wasproducten of cd’s, nee, onder dikke platanen verzamelen lokale boertjes zich met hun zelfgekweekte of geteelde producten. Ze verkopen ze zoals op een gewone markt, maar het fijne is dat je er ook kunt proeven van al dat lekkers.
Aan de slakkenkraam kun je je escargots laten klaarmaken in een oventje, dankzij de geitenkaas met aangepaste confituur kun je al je smaakpapillen kalibreren, wijn uit de Bergerac vind je er in alle smaken en kleuren en ook de lokale slager staat er met zijn beste vleeswaren. In één oogopslag zie je in twee uitgestrekte rijen kraampjes alles staan waar in de buurt dag en nacht aan gewerkt wordt op culinair vlak.
Omstreeks 5 uur is het nog rustig aan de kraampjes zelf. Onder de uitgestrekte partytenten is het op dat moment een drukte van jewelste. Enkele lokale verenigingen steken er de handen uit de mouwen om klaptafels en –banken klaar te zetten. Ze verwachten duidelijk aardig wat volk vanavond. Dit krijgen ze toch nooit vol, bedenkt Liesbet zich. Toch moet ze een uurtje later vaststellen dat er zelfs plaats te kort is voor de blijvende toestroom aan levensgenieters.
Sommigen onder hen zijn gewapend met tafellakens, bestek, glazen en andere tafelattributen. Anderen, zoals wij, laten alles komen zoals het komt.
Eerst een wit wijntje proeven om vervolgens de beste keus mee te pakken naar de tafel: heerlijk gekoeld met vier bekertjes erbij. Voor de kinderen zijn er frietjes en laten we worstjes uit een van de koeltogen van de slagers bakken op de grote barbecues. Putdeksels boven een met hout aangestookt vuur doen dienst als grill, de naam van de lokale PIDPA die in je worsten geroosterd wordt, het is eens iets anders. Koen en ik nemen als voorgerecht alvast amuse-taartjes met slakjes en Liesbet en Els storten zich op een sappig gegrilde forel.
Het volk blijft toestromen. Het wordt zelfs druk in Ayen.
We beginnen aan het hoofdgerecht nadat we een rood wijntje hebben geselecteerd. De brochettes en entrecotes krijgen een PIDPA-stempel. Voor 100 euro eten we met z’n negenen royaal, geaccompagneerd door 3 flessen wijn.
De wijn bevalt ons zo dat we elk nog twee kartons meenemen voor het thuisfront en nog twee flessen dessertwijn voor vanavond. De avond sluiten we licht gemarineerd af op ons terras.
(12 juli 2012)
Geef een reactie