Sabrina heeft de ontbijttafel binnen gedekt. Verschillende soorten brood, vlees, kaas, confituur. Het valt op dat ze zich richt op vooral Belgische bezoekers.
De Belgen drinken jaarlijks zowat de meeste champagne ter wereld en dan worden alleen maar de champagnes die in België verkocht worden meegenomen in de statistieken. De volledige markt van Belgen die voor enkele uren zuidwaarts rijden om met een koffer champagne terug te rijden, moet hier nog bijgeteld worden.
Veel kleine wijnboeren verkopen alleen op hun domein en verdelen zelf niet over de landsgrenzen. Waarom zouden ze? Als de Belgen zelf al alles komen halen?
Het wijntoerisme in de Champagne groeit dan ook elk jaar en het feit dat Sabrina en Camille nu vier luxueuze kamers hebben ingericht is daar een mooi bewijs van. Het koppel heeft de voorbije jaren zelf alles verbouwd in de donkere wintermaanden. En het resultaat mag gezien worden. Enig minpunt voorlopig is het gebrek aan wifi.
Na het ontbijt zetten we koers richting onze eerste proeverij van de dag. Sinneke had een adres van een champagneboer doorgekregen waar ze een aantal dozen moest oppikken. Louis Casters in Damery is een champagnehuis met Belgische roots, en dat is eraan te zien.
De degustatieruimte is een soort van champagnecafé in Belgische stijl met vlaggetjes achter de toog en barkrukken ervoor. Voor ons is het de eerste keer, maar de meeste bezoekers zijn duidelijk klant aan huis. Er wordt gekust en handen vliegen hartelijk de lucht in als er weer een kleine roedel dorstige Belgen de deur van het champagnecafé open zwiert. “Pascalleke, mijn merk!” Mensen komen en gaan, maar blijven vooral ook lang zitten en genieten van de bubbels.
De champagnes zelf zijn voor mij geen hoogvlieger, behalve dan de Cuvée Eugène, de enige van de champagnes die geen volbloed is, maar een mix van 70% Chardonnay, 15% Pinot Meunier en 15% Pinot Noir.
Even later staat Epernay op het programma.
Een bezoek aan de grote commerciële champagnehuizen laten we voor wat het is. Met een treintje door de ondergrondse gangen rijden, gevolgd door een glas middelmatige champagne kost tegenwoordig bijna 25 euro. Daar kun je bij kleinere boertjes bijna 2 flessen godendrank mee kopen. Vorig jaar na de wijntrip hebben we de proef op de som genomen of mijn gevoel correct was dat ik een commerciële champagne zou kunnen onderscheiden van, in mijn ogen, veel betere bubbels van kleinere boertjes en dat de meerderheid van de aanwezigen op een blinde proeverij tot dezelfde conclusie zou komen.
We namen voor de blind tasting elk twee flessen bubbels mee. Wie wat meebracht, wist alleen Wim, de zoon van Jef en May die vorig jaar mee op wijntrip was.
Iedereen van het gezelschap moest minstens komen tot een top-3. Deze resultaten werden samengeteld en de eindranking was zeer opvallend. De dure fles Moët & Chandon van meer dan 30 euro kwam er als laatste uit. Eerst eindigde een Cremant de Bourgogne van 5 euro. Een resultaat dat ik zelf nooit had verwacht. Mijn aanvoelen dat ik de commerciële champagne van de rest zou kunnen onderscheiden, kon ik gelukkig wel bevestigen. Al die jaren intensief proeven hebben dus toch nog tot iets geleid.
Even langs de imposante champagnehuizen passeren zonder er binnen te gaan, is op zich ook wel een belevenis. Ik stippel een wandeling uit van ongeveer 4 kilometer die ons onder andere door de Avenue de Champagne zal leiden.
Het eerste deel van de wandeling gaat richting de Eglise Notre-Dame, een imposante kerk die oud oogt, maar pas op het einde van de 19de eeuw werd gebouwd.
Toch gaat de aandacht van het gezelschap vooral naar de vitrines van verschillende boucherieën en traiteurs die we onderweg tegenkomen. De bereide gerechten zien eruit alsof Jeroen Meus ze net op schalen heeft gedresseerd voor een geweldig dorpsfeest: Epernay Proeft of zoiets. De instinctieve hongerreflex en de steeds donker wordende hemel zorgen ervoor dat we de wandeling veel vroeger dan gepland afbreken en op het terras belanden van Brasserie Le Khedive waar we smakelijk lunchen.
In de namiddag valt de hemel naar beneden op z’n Asterix. De ruitenwissers doen overuren op weg naar Villers-Marmery, een onooglijk dorpje in het noordoosten van de Champagne. Sinds enkele jaren staat Boutillez-Vignon op m’n lijstje van champagnehuizen, maar ik ben er nog nooit geraakt.
Bij aankomst begint er bij Jef een belletje te rinkelen. Hij denkt dat hij er in het verleden wel al is geweest. We drukken op de bel.
Een oude man komt in de schaduw van de overdekte ingang moeizaam naar ons toe gestrompeld. Wanneer hij dichterbij komt blijkt hij geen hij maar een zij te zijn. Stevig uit de kluiten gewassen, een sterk naar achter schrijdende haarlijn en een iet of wat ongeïnteresseerde blik in de ogen. Ondertussen blaft een grote hond zenuwachtig om haar heen alsof hij haar wil behoeden voor de zonderlinge noorderburen die in dit troosteloze weer toegang willen krijgen tot de binnenplaats.
We volgen de korte volumineuze massa naar een degustatieruimte waarin de hondenmand ongeveer even veel plaats inneemt als de degustatietafel zelf. Het stinkt er naar hond. Voor iemand die het concept ‘huisdieren’ niet vat, is dat redelijk moeilijk te plaatsen. Op een plek waar geur en smaak centraal staat, ligt een natte hond te stinken en de vrouw des huizes vindt dat niet meer dan normaal.
Ze haalt glazen boven. Een reflex, of noem het een afwijking, van me is dat ik steeds kijk of glazen proper zijn en ik ruik ook telkens of een glas al niet vooraf een geur heeft. Boven de geur die de ondertussen comateuze viervoeter afgeeft, denk ik dat het op zich wel goed zit met het glas.
De vrouw haalt twee champagnes boven, de andere staan niet koel omdat ze recent op een wijnbeurs heeft gestaan. Waar hebben we dat nog gehoord?
Ze schenkt de glazen vol in proefformaat en zwijgt. Alles is er te veel aan, zo lijkt het.
Pas wanneer ze onze enthousiaste blikken ziet en iedereen even later vrolijk zit te jeppen over hoe goed de champagne is, verschijnt er een monkellachje. Ze is ontdooid. De premier cru kost 14 euro en is niet alleen de goedkoopste champagne die ik al gedronken heb tot nu toe, maar ook de beste in die categorie. Onze nieuwe huischampagne is een feit.
Bij het inschenken van de tweede champagne, de cuvée prestige, geeft ze wel tekst en uitleg. De champagne heeft op eik gelegen en is iets duurder. Op zich lekker, maar minder mijn meug dan de premier cru.
Ook de andere disgenoten zijn onder de indruk van de smaak van de champagne en bestellen royaal bij de oude vrouw. Eén van de drie dochters helpt ondertussen om de bestellingen klaar te zetten.
Een eerste indruk kan soms bedrieglijk zijn. Een natte hond, een norse vrouw en een degustatieruimte die weg heeft van een kennel zijn redenen genoeg om af te haken, maar zoals bij alles moet een mens doorzetten. En dan komen de echte parels boven.
De terugweg verloopt langs en zelfs even door de wijngaarden. De gps staat duidelijk op sightseeing-modus.
Bij aankomst in Cuis, gidst Sabrina ons rond bij Camille Grellet. Voor Sinneke, tante Leen en Jurgen is het de eerste keer dat ze in de kelders komen waar champagne wordt gemaakt. Sabrina is een volleerde gids en legt elke stap van het productieproces haarfijn uit. We krijgen kleine proefglaasjes om de vin tranquille te proeven en ook die valt in het gezelschap al goed in de smaak.
De proeverij die volgt op de rondleiding is zoals steeds royaal met koekjes als pairing. We bunkeren aardig wat rosé in en ook voor enkele dorstige thuisblijvers nemen we kartons mee.
Gisteren had Sabrina reeds een tafeltje gereserveerd bij La Banque in Epernay, één van haar favoriete brasserieën in de buurt. La Banque ligt in een oud bankgebouw en werd omgetoverd tot een gigantische zaak. Wanneer we aankomen is het nog redelijk rustig in de oude geldtempel. Een bezwete garçon begeleidt ons naar onze tafel en loopt voorbij alle ingedekte tafels tot hij bij een deur komt. Achter de deur bevindt zich onze persoonlijke gelagzaal voor de avond. Een grote tafel in een witte, oud ogende ruimte met bloemen, een fotogenieke schoorsteenmantel en een tafel die vol ligt met bestekken, propere glazen en ander tafelgerei.
De man is zeer haastig en praat zoals een mitrailleur. Voor wie net voldoende schoolfrans heeft gehad om de lokale bevolking en haar accent te kunnen vatten, is zijn woordenwaterval bij momenten onbegrijpelijk. We krijgen de kaart en besluiten voor de menuformule met aangepaste champagnes te gaan.
De champagnes parelen vrolijk in de glazen terwijl de zweetdruppels op het voorhoofd van de corpulente mitrailleur ook aan het parelen slaan. Hij is zo gehaast dat hij bij iedereen die hij inschenkt of bijschenkt een deel van het godenvocht morst op het witte tafellaken. De schijn van druk-druk-druk die hij wil opwekken, is blijkbaar belangrijker dat het correct inschenken van de glazen wat even lang duurt en veel hoffelijker zou zijn.
Het eten is zeer mooi gepresenteerd en smaakt lekker. De combi met de champagnes klopt, zelfs met de zeer zoete rosé champagne bij het dessert. Voor het profijt moet je echter geen aangepaste champagnes bestellen bij de menu’s, in La Banque bestel je ze best apart per fles. Je komt dan goedkoper uit en je krijgt meer. Een minpunt toch wel bij een dergelijk menu.
Wanneer we terugkomen in de gite is het weer nog steeds te vochtig om af te sluiten op het terras. We knallen met een scheetje enkele bruts open en genieten dan maar binnen. Zonder dat we het goed en wel beseffen, is het opnieuw redelijk laat wanneer we naar onze kamers gaan. En net op dat moment, ontvangt Belinda een sms’je van Emery: check youtube. We klikken op de link van de Hitler-parodie die hij maakte naar aanleiding van de ATV-reportage over Antwerpen Proeft en zitten nog geen drie tellen later met de tranen in de ogen van het lachen.
(11 juni 2016)
Geef een reactie