Angoulème gestript

It’s raining old wives. (vrij naar Geri Halliwell)

De hemelsluiswachter van dienst veegt dik zijn voeten aan zijn job vanmorgen. De regen valt zonder ophouden met bakken uit de lucht. Er zit dus niets anders op dan binnen te eten.

De minuscule lichtblauwe puntjes die af en toe door het wolkendek glinsteren en de hoop doen groeien dat er beterschap op komst is, worden met een grote bordveger weg geveegd, als we naar de auto spurten. Een kleine zondvloed neemt Péreuil in de tang. De buitenkanten van de steile weg naar Blanzac staan volledig blank. We rijden relatief traag naar beneden en hebben het gevoel dat we door een carwash rijden tegen 90 per uur. Het water golft metershoog wanneer de autobanden ermee in contact komen en tegelijk stroomt de rest van het water voor ons uit naar de hoofdweg die ondertussen veel weg heeft van een grote zwemvijver.

10 kilometer verder is er van waterellende geen sprake meer. De bordveger is hier ook geweest, maar heeft het asgrijze wolkendek meegepakt in plaats van de hoopgevende lichtpuntjes.

We zijn op weg naar Angoulème, een internationaal centrum voor het stripverhaal, net als Charleroi en Brussel. Ook hier hebben straatkunstenaars grote muurschilderingen aangebracht in de stad. Op verschillende plaatsen nemen ze een volledige gevel in beslag die een trompe-l’oeil-effect creëert met de omgeving. Stripfiguren zoeken blijkt al snel een uitdagende bezigheid voor de kinderen.

Angoulèmezen die niet houden van het beeldverhaal kunnen maar beter ergens anders gaan wonen. Zelfs alle straatnaambordjes hebben ondertussen de vorm van een tekstballon gekregen. Hergé en Goscinny hebben er ondertussen hun eigen straat. De stad ademt strips, strips en nog eens strips.

Bij de toeristische dienst halen we een stadsplannetje waar op de achterzijde extra uitleg staat bij alles wat er te zien valt in de stripstad.

We wandelen naar de oude stadswallen die de stad al sinds de tijd van de Romeinse overheersing beschermen. Ze zijn herbouwd en uitgebreid na de middeleeuwen, maar in de 18de eeuw werden ze overbodig en hinderden ze de verdere ontwikkeling van de stad, dus werden ze verlaagd en werden stadspoorten afgebroken.

De groene tuin aan de voet van de wallen is volgens de Michelin een aanrader. Ook de stadsbrochure heeft het over ‘kronkelende wandelpaden, bloemrijke borders, muziekkiosken, een beeldentuin en een geurentuin.’ In hun opsomming zijn ze echter ook een paar andere ‘troeven’ vergeten zoals hondenwei, rustplaats voor landlopers en openbaar toilet. De groene tuin is vooral een vuile tuin. Blijf dus boven in de stad, aan de stadswallen ben je niets verloren.

Het eerste monumentale gebouw op onze weg is de Saint-Pierre kathedraal, een grote romaanse kathedraal wat redelijk uitzonderlijk is. De mooi gebeeldhouwde voorgevel zit in de schaduw en valt maar moeilijk rustig te bekijken door het drukke verkeer aan de voet van de kerk. De voorgevel is trouwens zowat het enige dat nog authentiek is aan de kerk. In de 19de eeuw werd ze grondig gerenoveerd door Paul Abadie jr. die torens toevoegde en het interieur aanpaste aan de smaak van die tijd.

De Abadies (er was namelijk ook een Paul Abadie sr.) hebben het huidige uitzicht van de stad bepaald. Zo was het huidige stadhuis vroeger de residentie van de graven van Angoulème. Senior heeft maar twee torens van het oorspronkelijke gebouw overgelaten. De rest werd afgebroken en heropgebouwd in zijn eigen 19de-eeuwse smaak.

Ook het gerechtshof werd gebouwd door senior in neoklassieke stijl. Het klooster dat er stond moest ervoor wijken. De gevel van de Saint-André kerk beviel senior evenmin en dus werd ook die in dezelfde eigentijdse stijl herbouwd.

Architecturale geschiedenisvervalsing

Bij Chez Paul krijgen we een verzorgd driegangenmenu voor 22 euro: lekkere vissoep, gegrilde zalm en tiramisu of chocolademousse. De wijn uit Aix-en-Provence past er als gegoten bij.

Na de lunch zijn we het stripmuseum van Angoulème even snel weer buiten als binnen. De contante temperatuur van 19 graden zorgt weliswaar voor een aangename koelte, maar de collectie spreekt ons minder aan dan we verwacht hadden. Het museum zal ongetwijfeld het hoogtepunt zijn voor de échte Franse stripliefhebber, maar wij worden niet wild van de oude opengeslagen strips, de interviews met tekenaars op de vele tv-schermpjes en de stripleeshoekjes. Omdat Rune en Finn de Franse en internationale strips nog minder kennen is de computerhoek het enige wat hen interesseert. En laat net die constant bezet zijn.

Iets meer dan een half uur later laten we Angoulème achter ons. Binnenkort wordt de stad een vaste stopplaats van de Thalys tussen Parijs en Bordeaux. Op een volledig nieuwe bedding zal de tgv tussenin snelheden tot 360 km per uur kunnen halen. De stad zal ongetwijfeld een boost krijgen in stadsontwikkeling en toerisme en wordt zo rechtstreeks verbonden met haar Belgische zusterstripstad Brussel.

Na de zoveelste zondvloed trekken we voor een laatste keer naar Blanzac voor een uitvoering van De 4 seizoenen van Vivaldi. 12 euro betalen we voor ons vieren. Een koopje. In de oude romaanse kerk kunnen we op de vierde rij plaatsnemen. De rijen voor ons zijn gereserveerd voor de vrienden en familieleden van de muzikanten. Achter ons geraken slechts twee extra rijen gevuld. Om maar te zeggen dat de opkomst niet direct spectaculair is.

De clavecimbeliste neemt bij aanvang het woord en stelt het gezelschap voor. Het Orchestre de Chambre Antonio Vivaldi is een gezelschap van professionals die hun scholing hebben gehad in de Ecole Nationale de Musique d’Angoulème, maar er spelen ook amateurs mee. Ze lijkt te willen zeggen dat we dus geen topuitvoering moeten verwachten, maar dat ze toch hun best gaan doen.

Tijdens ‘de lente’ bekruipt me bij momenten een zeer onhebbelijk gevoel. De uitvoering oort expressionistisch en klinkt geregeld vals. Nadat de lente in de radijzen is gevallen, vallen de ogen van Finn toe. Rune is wel aandachtig en hoort het gezelschap zich herpakken tijdens de zomer en de herfst. ‘De winter’ is opnieuw rampzalig: de eerste violist glijdt geregeld uit en wisselt van tempo terwijl dat niet altijd zo bedoeld is. Ijzelvorming, waarschijnlijk.

Een overdreven luid applaus van de vrienden en familie haalt Finn uit zijn slaap.

Tijd om naar de gite terug te keren. Morgen vertrekken we om 6 uur terug naar huis.

(8 augustus 2014)

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: