Je kunt het je moeilijk inbeelden, ik alvast niet, dat de Keltische voorvaderen van de hedendaagse Franse wijnboeren geen wijntraditie hadden. Om het weekend in te zetten, moesten ze zich behelpen met mede, een alcoholische drank op basis van honing.
Dat veranderde op een doordeweekse donderdagochtend, zowat 2624 jaar geleden. Een ondernemende Griek kwam toen op het lumineuze idee om aan de monding van de Rhône een optrekje neer te zetten. Het werd een tussenstop voor iedere Griek die zout, keramiek en Griekse wijn wilde verhandelen met het westen.
Omdat die Kelten niet familiair waren met het druivensap, organiseerden enkele slimme Grieken bij wijze van introductie een soort van miniproeverijtje om de zieltjes van de argwanende krijgers te winnen. Al bij de eerste teug Griekse wijn verscheen een beloftevolle glinstering in de Keltische ogen. Een gevoel van ontroering overviel de voorvaderen van de Franse wijnboeren en al gauw werd de ene na de andere amfoor gekraakt. Wat een ontdekking!
Voor mij graag twee amforen. Doe mij er maar ineens vijf!
Het optrekje werd al gauw een heus dorp en groeide uit tot een volwaardige stad: Marseille.
Zonder Grieken, geen Marseille.
Zonder Marseille, geen Franse wijncultuur.
En eigenlijk ben ik nog een belangrijke factor vergeten: de Rhône. Het optrekje lag niet toevallig aan de monding van deze levensader. Via die weg begon de Griekse handel en dus ook de wijncultuur zich te verspreiden in Frankrijk.
Toen ik 2594 jaar later, tijdens mijn eerste wijnproeverij bij Magnus in Deurne, als wijnleek samen met Erik Wauters aan de tafel met Rhônewijnen kwam, opende zich ook voor mij een nieuwe wereld.
Niet dat ik daarvoor nog nooit wijn had gedronken. Ik herinner me mijn eerste fles wijn nog zeer goed. Het was een fles zelfgemaakte kriekenwijn die mijn ouders hadden gekregen van de familie Torremans uit het dorp. Ik herinner me zelfs nog de dag: 12 april 1992, een avond toen m’n ouders niet thuis waren. Terwijl ik de fles ontkurkte, knalde geheel toevallig op hetzelfde moment vuurwerk op het tv-scherm tijdens de opening van Eurodisney in Parijs. De wijn zelf was eigenlijk ondrinkbaar. De helft van de fles verdween dan ook in de pompsteen.
Voor hetzelfde geld was deze desastreuse wijninitiatie niet alleen het begin, maar ook ineens het einde van mijn vinologische ontdekkingstocht.
Gelukkig voor de vele wijnboeren en wijnhandelaars heb ik Ramses Shaffy-gewijs doorgezet. In de daarop volgende jaren waren het vooral de Bulgaarse wijnboeren die mijn volharding wisten te appreciëren. Het was de tijd dat je een zeer toegankelijke Bulgaarse cabernet sauvignon in de Aldi kon bunkeren voor 37 frank. Sloten Bulgaarse wijn zijn er die jaren doorgegaan.
Tot die dag bij Magnus, toen mijn smakenpallet werd opengebroken. Het werd een verkenningstocht door voor mij nog onbekende wijnlanden en -regio’s. Terwijl de andere proefgenoten uit ons gezelschap de superlatieven niet schuwden bij de Bordeauxwijnen, was ik van bij de start begeesterd door die van de Rhône. Klinkende namen als Gigondas, Vacqueras, Châteauneuf-du-Pape, … hoorde en proefde ik voor het eerst. Ook bij mij verscheen een beloftevolle schittering en plengde een gelukzalige traan in mijn linkeroog. Mijn liefde voor Rhônewijnen is nooit meer voorbij gegaan.
Toen we een starthaven zochten voor onze cruisetrip, lag de keuze dus voor de hand: Marseille, het beginpunt van de Franse wijncultuur. En, ook niet onbelangrijk: op de terugrit van Marseille naar huis kunnen we nog wat wijn bunkeren in mijn favoriete Franse wijnregio.
Zo’n cruiseschip wacht natuurlijk niet op twee Belgen die door omstandigheden wat later arriveren. Daarom kozen we het zekere voor het onzekere en reden we gisteren alvast naar het zonnige zuiden. We lieten het Vlaamse mistlandschap achter ons op weg naar L’étape Provencale, een niet echt noemenswaardige chambre d’hôtes in de buurt van Marseille.
Zo kunnen we vandaag met een uitgeslapen kop het bruisende Marseille verkennen voor we aan boord gaan van de MSC Seaside.
Onze wandeltocht door de stad start aan de voet van La Major, een van de grootste kathedralen van Frankrijk. Ze is maar liefst 142 meter lang en heeft een enorme koepel van 18 meter doorsnede. De Byzantijnse look verraadt de relatie met het oosten die Marseille nog steeds heeft. We zitten op een boogscheut van Italië en ook dat merk je: aan de buitengevel wisselen de lagen marmer uit Carrara en groene steen uit Firenze elkaar af en de volledige vloer van de kathedraal is bedekt met miljoenen mozaïeksteentjes uit Venetië die je meer naar beneden doen kijken dan naar boven.









Via het fort Saint-Jean, een van de verdedigingstorens van de strategisch gelegen stad, wandelen we langs het water naar de oude haven. Hier kwamen de Grieken aan land, de rest is geschiedenis. De oude haven bleef in gebruik tot de 19de eeuw. Daarna verhuisde de havenbedrijvigheid naar de nieuwe haven waar, als alles goed zit, onze cruiseboot op ons ligt te wachten.
De oude haven is een mozaïek van kleine en middelgrote bootjes. Geen grote patserboten zoals in Saint-Tropez. Wat wel vergelijkbaar is met de mondaine badplaats zijn de vele terrasjes waar de zitjes aan de kant van de haven allemaal gericht zijn op de haven, zodat iedereen kan zien dat je zit te slurpen aan een oester op de Quai du Port.




De zon brandt al stevig. Na een kletsnat voorjaar met weinig zon is het wennen aan deze zomerse warmte. De vilten hoed die ik kocht in Châteauneuf-du-Pape gaat nu al verschillende jaren mee en is absoluut nodig om mijn kiwi te beschermen tegen al dat zonnegeweld. Toch valt mijn oog op een goedkoper exemplaar: een stevige papieren panamahoed, zoals ik er vroeger ook al een kocht in Les Saintes-Maries de la Mer. Die heeft het, met enige zorg, zo’n twee zomers volgehouden. Daarna was het beste ervan af. Aan een kraampje op de Quai des Belges koop ik een nieuwe papieren Panama in de hoop dat die het ook zo lang volhoudt.
Marseille is de stad van de zeep. Correctie: van de sterk geurende zeep. Leg een purperen blok Marseillezeep tussen de viskramen aan de haven en je waant je onmiddellijk op een lavendelveld. Wanneer we even later door minder toeristische steegjes met een stevige urinegeur wandelen, fantaseer ik over de geuren die hier zouden kunnen hangen door her en der een zeepblok strategisch te droppen: meiklokjes, citroen, rozen, … Het zijn de geuren die we ontdekken aan de geurtafel van het compacte zeepmuseum van Marseille in de oude haven. Een bezoekje aan het zeepmuseum kost 2,5 euro, klot zeep inbegrepen. Wij gaan voor meiklokjes en lavendel.



Het is stilaan lunchtijd. De terrasjes aan de oude haven zijn redelijk druk omwille van de vele toeristen maar ook door het autoverkeer dat langs de tafeltjes passeert. Wij vinden een rustiger plekje aan een pleintje met fontein. Hoewel het restaurant Coquille heet, vinden we er geen op het menu. De zaak zit stampvol en ook op het terras is er nergens nog plek. De maitre begeleidt ons naar binnen en laat ons plaatsnemen aan de toog bij de houtvuuroven. Daar kunnen we alvast genieten van een glas rosé tot er een tafeltje vrij komt. De garceuses lopen de voeten onder hun benen uit, mooie schotels verlaten de keuken en ook de vuurmeester tovert geregeld heerlijke hapjes en gerechten uit zijn oven. Iets later krijgen we een plaatsje toegewezen op het terras.
Na de lunch struinen we verder door de stad, door minder idyllische buurten. Ook dat is Marseille.
Van de oude haven zetten we koers naar de nieuwe haven waar de MSC Seaside op ons ligt te wachten. Voor wie zich een beeld wil vormen van het gevaarte waar we de komende week mee op pad gaan. Het schip is met zijn lengte van 323 meter bijna even lang als de Eiffeltoren, tenminste als je de antenne van de Eiffeltoren meetelt. Het is 41 meter breed en 75 meter hoog, goed voor 18 verdiepingen. Er kunnen 5084 passagiers mee, die in de watten gelegd worden door 1513 bemanningsleden. 6597 man aan boord dus, een klein derde van het inwonersaantal van de gemeente Zoersel.
Voor Belinda is het de eerste keer dat ze een cruisevakantie gaat beleven. Voor mij is het de vierde keer. Mijn lyrische woorden over het eten aan boord, over de uitmuntende organisatie, over de klantvriendelijkheid, over de rust op het schip, en over zoveel meer botsten tot nu toe op een muur van ongeloof en scepsis.
Ok, misschien hemel ik het allemaal te veel op, maar een cruisevakantie is voor mij nog steeds de meest ontspannen manier om te reizen. Een cruise is een aaneenrijging van citytrips. Elke ochtend kom je uitgeslapen aan in een nieuwe stad. Je hotelkamer reist gewoon met je mee.
Toch is het ook voor mij al tien jaar geleden dat ik nog op cruise ben geweest. En mogelijk zijn het cruisetoerisme en mijn verwachtingen erover in die jaren fel veranderd. On verra.
Reeds van ver zien we ons drijvende hotel liggen. Wat een mastodont.
De parking vlakbij de cruiseterminal is hopeloos volzet, dus wijst een vriendelijke man ons naar een iets verder gelegen parkeerzone. Hij suggereert dat ‘madame’ alvast uitstapt, terwijl ik de auto verderop parkeer. Zeer attent van de man en ook efficiënt, want de toegangscontrole tot de parking naast de terminal is hierop voorzien. Je kunt tot 15 minuten hartstochtelijk afscheid nemen van elkaar en de koffers uitladen voor je moet betalen. De andere parking ligt vlakbij en de koffers gewoon even wat verder rollen, had dus geen probleem geweest, maar een piekfijne cruise-ervaring start dus nog voor je aan boord gaat.
Ook de onboarding verloopt vlot. In minder dan 10 minuten zijn we ingecheckt en langs de security gepasseerd. Onze koffers laten we achter en zullen we straks aan de deur van onze kajuit terugvinden. Aan de deurklink hangen nu al onze cruisecards die niet alleen als kamersleutel dienst doen, maar ook gebruikt worden als betaalkaart voor drankjes en andere aankopen aan boord. Reeds bij mijn eerste cruise, begin jaren 2000, gebeurde het al zo. Destijds kon je op de tv in je kajuit je uitgavegedrag raadplegen op een soort van teletekst. Ondertussen gebeurt dit uiteraard met een app op je telefoon. Al zal er deze week niet veel uitgegeven worden. We hebben gekozen voor het Easy Plus Drankenpakket. Daarmee kun je alle dranken tot 9 euro per glas bestellen.



In de Seaside bar nestelen we ons aan het raam. We scannen de QR-code op onze tafel en zien al snel dat er bijzonder veel binnen de drankenformule past waarvoor we gekozen hebben. Belinda gaat voor een margarita, ik neem een mojito. Beiden gemaakt volgens de regels van de kunst.
De app waarmee we ons saldo kunnen checken, blijkt nog veel meer in huis te hebben. Hij geeft een overzicht van alle activiteiten op de boot en je kunt er je eigen agenda mee samenstellen. De excursie die we volgende week woensdag geboekt hebben op Ibiza hebben onze vrienden van MSC alvast in onze planning gezet. Vanavond is er blijkbaar een show in het theater die drie keer gespeeld wordt. Via de app zien we hoeveel plaatsen er nog zijn en boeken we een zitje.
De Seaside vaart ondertussen geruisloos de haven van Marseille uit. We gaan even naar onze kajuit om ons op te frissen. Onze hut ligt 7 verdiepingen hoger op Pink Sands. Het navigatiescherm van de lift geeft aan dat we even goed naar Miami Beach (deck 16), Ocean Cay (deck 8) of Cape Good (deck 5) kunnen gaan. Elk verdiep heeft de naam van een vakantiebestemming. De lift nemen, is steeds een beetje op reis gaan.
In onze hut ligt de papieren dagkrant van vandaag klaar. Elke dag opnieuw zullen we een krantje krijgen met de activiteiten van de dag, de verwachte weersomstandigheden en praktische info over de bestemming van die dag. De boot heeft immers een eigen drukkerij en kopieercentrum om de minder digitale mensen op de hoogte te houden.
Wie geen smartphone heeft, kan trouwens ook op de interactieve tv-schermen aan boord de cruisecard scannen en zijn of haar persoonlijke programma van die dag raadplegen.
Werkelijk aan alles is gedacht.
We maken ons op voor het diner in het Ipanema Restaurant. Het is een van de vele restaurants aan boord waar je à la carte kunt eten. En dat is nodig om 5000 gasten in de watten te leggen. Je kunt kiezen waar je gaat eten: in een à-la-carterestaurant, in een themarestaurant of in een van de buffetrestaurants. Om er zeker van te zijn dat je ‘s avonds à la carte kunt eten, is er voor iedere gast een tijdslot voorzien. De vroege vogels komen om 17.45 uur, de late om 21.30. Wij steken om 19.30 uur de voeten onder tafel voor een driegangenmenu, inbegrepen in de prijs uiteraard.
Wanneer we Ipanema binnen stappen, krijgen we onmiddellijk iemand toegewezen die ons persoonlijk naar onze tafel brengt. Eerst denken we dat er een vergissing is gebeurd bij onze boeking en dat we in de verkeerde zone van het restaurant terecht zijn gekomen. Die van de Russische gasten. Op onze tafel en de tafels errond staat een bordje ‘Ruslani’. Blijkt dat onze garçon van dienst Walter Ruslani heet. Ok, opgehelderd.
Op elke tafel staat er een bordje met QR-codes. Die leiden je naar de gerechten en de dranken. Wie geen smartphone heeft of al dat scannen maar niks vindt, krijgt een papieren menukaart in het Engels, Frans, Duits, Portugees, Italiaans, Spaans of Turks. Roept u maar, het is allemaal voor u geregeld.
Dat scannen lukt ons best en werkt bijzonder gemakkelijk. Ik ga voor de mosselen, de risotto met zeevruchten en een kaasbordje om af te sluiten. Bij elke gang bestellen we een andere wijn.




Belinda blijkt al snel overtuigd van de kwaliteit van de gerechten en de wijn. Dit had ze duidelijk niet verwacht. Niet alleen de smaak bevalt, ook de manier waarop alles georganiseerd is. Geregeld zien we garçons met grote plateaus uit de keuken komen. Op elk bord staat een plastieken schelp. Die zorgt ervoor dat de gerechten warm blijven en verschillende borden met schelp boven elkaar op een plateau gezet kunnen worden. We zien garçons met wel 12 borden tegelijk het restaurant binnenkomen. Elke garçon heeft niet alleen een eigen zone binnen het restaurant, er is ook voor elk van hen een eigen station waar ze de plateaus kunnen neerzetten. Daar kunnen ze de schelpen van de borden halen, net voor ze worden ingezet op tafel.
Om de avond af te sluiten, trekken we naar het theater. Daar staat een show in de stijl van Michael Bubblé op de affiche. Niet dat ik fan ben van zijn zeemzoeterige genre, maar de 40 minuten durende show vliegt voorbij. Klassiekers van Louis Armstrong en Frank Sinatra worden perfect gebracht met een heus showballet op de achtergrond. Als trouwe Radio Minerva-fans halen we ons hartje op bij deze scheut nostalgie.


Moe, maar meer dan voldaan trekken we ons terug op ons eigen plekje op het majestueuze schip. Voor de eerste keer heb ik een buitenkajuit geboekt, eentje met terras. En dat is echt een meerwaarde. Vanop ons balkon zien we de zon onder gaan met een spectaculaire kleurenpracht boven de Zuid-Franse kustlijn.
Het enige wat we nog horen is het zachte geruis van de zee, tientallen meters onder ons. De vakantie is nu echt begonnen.
(10 mei 2024)
Plaats een reactie